Vergunning en handhaving Rijn-West
Hoe kan verbeteren van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bijdragen aan de emissie-aanpak? De Samenwerkingsagenda Rijn-West vraagt aandacht voor een betere samenwerking bij VTH en een meer stroomgebiedsgerichte benadering.
Opgave
Rijkswaterstaat, waterschappen, provincies en gemeenten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving van waterlozingen. Wie het bevoegde gezag is, hangt af van de lozingsroute en hoe het in de wet is geregeld.
Uit onderzoek naar de organisatie en uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving is gebleken dat een aantal verbeterpunten gewenst is. Het gaat onder andere om bemensing en kennisoverdracht en een beter beeld krijgen van de omvang van kleinere impact lozingen en het cumulatieve effect van lozingen op waterkwaliteit. Andere punten zijn verbetering van de koppeling tussen beleid en uitvoering en meer aandacht hebben voor periodieke analyse en actualisatie lozingsvergunningen en opkomende stoffen of (potentieel) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS).
Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben bij vergunningverlening voor indirecte lozingen wettelijk, bindend adviesrecht en passen dat in de praktijk ook toe wanneer zij door omgevingsdiensten worden benaderd over een vergunningaanvraag. Afgezien van dit adviesrecht is er weinig afstemming tussen omgevingsdiensten en de waterbeheerders. Samenwerking en borging van afspraken op het gebied van VTH-taken worden belangrijker met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Aanpak
Rijkswaterstaat neemt initiatief om een aparte werkgroep te vormen met inbreng van waterschappen, gemeenten en provincies. De precieze aanpak wordt nog uitgewerkt.
Rijn-West bekijkt of op dit gebied 1 of meer pilots kunnen worden uitgevoerd:
- om een beter beeld te krijgen van de omvang van kleinere impact lozingen en het cumulatieve effect van lozingen op waterkwaliteit (combinatie van indirecte en directe lozingen).
- om de koppeling tussen beleid en uitvoering te versterken door meer aandacht voor periodieke analyse (sluiten van beleidscyclus).
- het actualiseren van het huidige VTH-beleid binnen gemeenten en provincies waarbij een betere koppeling wordt gelegd tussen waterkwaliteit en VTH-beleid.
- in een regio met waterbeheerders, provincie, gemeenten en omgevingsdienst verder uitwerken hoe bestaande regelgeving wordt omgezet naar de regelgeving onder de Omgevingswet.