Grondwatertaak gemeente
Gemeenten hebben een grondwatertaak (voorheen heette dit grondwaterzorgplicht). Het betekent dat zij in openbaar gebied maatregelen moeten treffen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken. De maatregelen zijn vooral gericht op de waterhuishouding.
De grondwatertaak staat niet op zichzelf, maar heeft een relatie met de gemeentelijke riolerings- en/of hemelwatertaak. Ook komt er betekenis toe aan de bouwregelgeving (eisen aan gebouwen) en, afhankelijk van de specifieke omstandigheden die aan de orde zijn, aan de privaatrechtelijke hinderbepalingen van het Burgerlijk Wetboek (artikel 5:38 t/m 5:40).
Inhoud grondwatertaak
Gemeenten hebben een grondwatertaak. Dit staat in artikel 2.16 van de Omgevingswet. Deze taak bestaat uit 7 samenhangende elementen die bepalen of de gemeente verantwoordelijk is om nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen.
Het moet gaan om (zie artikel 2.16, lid 1, onder a, onder 2 Omgevingswet): 'het treffen van maatregelen in het openbaar gemeentelijke gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de op grond van deze wet aan de fysieke leefomgeving toegedeelde functies zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet op grond van artikel 2.17, 2.18 of 2.19 tot de taak van een waterschap, een provincie of het Rijk behoort.'
Als alle elementen van de grondwatertaak aan de orde zijn, dan moet de gemeente maatregelen treffen om grondwateroverlast of grondwateronderlast (tekort aan grondwater) te voorkomen of te beperken. Dit betekent dat gemeenten zich zoveel mogelijk moeten inspannen om dit doel te bereiken.
Voor nieuwbouwsituaties heeft de grondwatertaak betekenis in het voortraject bij de zogenaamde weging van het waterbelang, voorheen de watertoets (artikel 5.37 Besluit kwaliteit leefomgeving). Dit houdt in dat bij het vaststellen van een omgevingsplan ook de gevolgen voor het beheer van watersystemen worden meegenomen. Hier hoort ook de grondwatertaak bij.
De basis voor de regels in het omgevingsplan staat in de omgevingsvisie. In de omgevingsvisie geeft de gemeente aan hoe zij invulling geeft aan de grondwatertaak. Daar staat dan bijvoorbeeld in wat de gemeente verstaat onder structurele gevolgen. In een waterprogramma of rioleringsprogramma kan de gemeente vervolgens precies vastleggen bij welke grondwaterstand sprake is van structurele nadelige gevolgen.
In het omgevingsplan staan ten slotte de juridisch bindende regels.
Maatregelen
De grondwatertaak richt zich met name op maatregelen van waterhuishoudkundige aard (bouwkundige maatregelen zijn voor de gebouweigenaren zelf). Ze kunnen bestaan uit:
- het inzamelen, bergen, transporteren en het nuttig toepassen van het grondwater
- het verbeteren van de waterdoorlaatbaarheid van de bodemtoplaag
- hydrologische compartimentering van de bodem door aanleg van kleidammen en kleischermen
- het aanleggen van drainagevoorzieningen, waarmee grondwater wordt ingezameld, getransporteerd, nuttig toegepast of wordt teruggebracht in het milieu
- het aanleggen van een infiltratievoorziening, waarbij bijvoorbeeld hemelwater of oppervlaktewater actief wordt toegevoegd aan het grondwater
Herkomst en kwaliteit grondwater
Het af te voeren grondwater kan afkomstig zijn van openbaar terrein en van particuliere percelen. Voor de inzameling op particulier terrein is de perceeleigenaar verantwoordelijk.
In een aantal gevallen zal het af te voeren grondwater niet schoon genoeg zijn om direct te lozen op het oppervlaktewater of in de bodem. In dat geval zijn zuiveringsvoorzieningen nodig, zoals bijvoorbeeld helofytenfilters. In het uiterste geval is afvoer naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) de beste oplossing.
Grondwaterpeilmonitoring
Grondwaterpeilmonitoring is voor gemeenten van belang om te kunnen constateren of er sprake is van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Monitoren van de grondwaterstand (feitelijk de ontwateringsdiepte) kan helpen om een goede invulling te bieden aan de gemeentelijke grondwatertaak. Ontwateringsdiepte is een term uit het waterbeheer. Hiermee wordt het verschil tussen het maaiveld en het grondwaterpeil aangeduid.