Omgevingsplan
Elke gemeente heeft één omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) waar de gemeentelijke regels over de fysieke leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in staan. Onder de fysieke leefomgeving vallen ook regels over water en ruimte. Omdat het waterschap specifiek allerlei taken heeft op het gebied van het watersysteem moet het omgevingsplan goed aansluiten op de waterschapsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van het waterschap.
Het omgevingsplan is breder dan het voormalige bestemmingsplan. Bestemmingsplannen waren gericht op ruimtelijke ordening. Het omgevingsplan is gericht op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Voor ruimtelijke ontwikkelingen in relatie tot water is dit een belangrijk begrip. Het leidt ertoe dat er veel meer een integrale afweging plaatsvindt, omdat het gaat om de balans tussen de verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Waterbelangen zullen daardoor sneller in beeld zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. Als een locatie bijvoorbeeld een waterbergende functie heeft, moet op die locatie minder verharding worden toegestaan.
Weging van het waterbelang (voorheen watertoets)
Het begrip ‘weging van het waterbelang’ houdt voor de relatie tussen water en ruimte in dat de gemeente bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening moet houden met de gevolgen voor het beheer van watersystemen. De gemeente moet daarom de opvattingen van de waterbeheerder betrekken bij het inschatten van de gevolgen voor het watersysteem. De gemeente is verplicht om deze waterbelangen mee te nemen in de regels die zij in het omgevingsplan voor de fysieke leefomgeving opneemt. Dit is een instructieregel Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van het Rijk: zie artikel 5.37 Besluit kwaliteit leefomgeving, Bkl.
Aanvullende instructieregels
Naast de instructieregel tot weging van het waterbelang zijn er nog een aantal aanvullende instructieregels voor specifieke rijksbelangen: bescherming primaire waterkeringen, behoud waterveiligheid kust, behoud waterveiligheid grote rivieren en het IJsselmeergebied.
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit
De weging van het waterbelang geldt ook voor het afwijken van een omgevingsplan bij een zogenoemde buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dit betekent dat bij een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit de gemeente de waterbelangen moet meewegen. En ook hier moet de gemeente overleggen met de waterbeheerder. De waterbeheerder heeft goed zicht op de gevolgen voor het watersysteem.
Uitvoeringsaspecten ook in het omgevingsplan
In het uitvoeringstraject bij ruimtelijke ontwikkelingen worden vaak ook nog keuzes gemaakt die relevant zijn voor de waterbelangen. In het omgevingsplan kunnen dit soort aspecten ook in de regels worden meegenomen. Dat kan alleen als de ontwikkelingen gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Water valt ook onder de fysieke leefomgeving. Als er dus gevolgen zijn voor de waterbelangen, kunnen uitvoeringsaspecten ook in het omgevingsplan worden opgenomen. In de voormalige bestemmingsplannen was dat niet mogelijk omdat dan de eis gold van ruimtelijke relevantie. En de rechter heeft bepaald dat uitvoeringsaspecten niet ruimtelijk relevant zijn. Het omgevingsplan is op dit punt dus een verbetering en geeft meer mogelijkheden.
Grondwaterbelang
Uit de weging van het waterbelang kan volgen dat het gewenst is beperkingen op te leggen aan bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen. Dit gaat uitdrukkelijk ook over het grondwaterbelang. Grondwater is niet altijd in beeld bij ruimtelijke ontwikkelingen, maar speelt wel een grote rol. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een nieuwbouwproject. Door het grondwaterbelang mee te wegen kunnen beheerproblemen worden voorkomen na oplevering van de nieuwbouwwijk.
Relatie water en ruimte in (concept)omgevingsplan: stand van zaken
Een deel van het omgevingsplan is tijdelijk. Dat deel bestaat uit verschillende onderdelen. Het is de bedoeling dat de gemeente het tijdelijk deel omzet naar een nieuw omgevingsplan. Hiervoor krijgt de gemeente de tijd tot eind 2031. Regels voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen komen gelijk terecht in het nieuwe deel van het omgevingsplan. Deze ruimtelijke regels moeten voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. Het is een grote taak voor gemeenten om te komen tot een nieuw omgevingsplan. Sommige gemeenten zijn hier al volop mee bezig. Maar er zijn ook gemeenten die zich aan het oriënteren zijn of nog moeten beginnen.