Ruimtelijk beleid en waterkwaliteit
Ruimtelijke ontwikkelingen hebben invloed op de waterkwaliteit in een gebied. Dit gaat over de ruimtelijke kwaliteit van een gebied, de biodiversiteit en verschillende natuurdoelen. Het is belangrijk om hiervoor beleid op te nemen in de omgevingsvisie. Op die manier kunnen ruimtelijke ontwikkelingen bijdragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit.
Waterkwaliteit
Waterkwaliteit gaat over zowel oppervlaktewater als over grondwater. Een goede waterkwaliteit is van invloed op de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. En daarmee op de beleving van inwoners en recreanten. Verder levert een goede waterkwaliteit een bijdrage aan de biodiversiteit en verschillende natuurdoelen. Door toenemend landgebruik en klimaatverandering staat de waterkwaliteit echter onder druk.
De waterkwaliteit is de afgelopen decennia al sterk verbeterd, maar nog niet overal op het gewenste niveau. In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) staat dat de EU-lidstaten uiterlijk in 2027 chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater en grondwater moeten hebben gerealiseerd.
Om de ecologische kwaliteit te verbeteren zijn inrichtingsmaatregelen nodig. De inrichting van watersystemen moet voldoende ruimte bieden voor natuurlijke processen en voor gezonde populaties van flora en fauna.
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
In de NOVI staat dat het van nationaal belang is dat voldoende zoetwater van goede kwaliteit beschikbaar is voor maatschappelijke en economische functies. Een goede waterkwaliteit is nodig om het water te kunnen inzetten voor verschillende gebruiksfuncties, zoals drinkwaterwinning en natuur en biodiversiteit. Daarnaast signaleert het Rijk dat ontwatering en droogtegevoeligheid onder andere leidt tot waterkwaliteitsproblemen. Om die reden is ook het verminderen van bodemdaling een opgave van nationaal belang. Met al deze aspecten moet rekening worden gehouden bij ruimtelijke ontwikkelingen. En ook voor provincies en gemeenten is het belangrijk om beleid over waterkwaliteit op te nemen in hun omgevingsvisie.
Decentrale overheden
Decentrale overheden kunnen in hun omgevingsvisie bijvoorbeeld beleid opnemen over het zo robuust mogelijk inrichten van het watersysteem zodat de waterkwaliteit is geborgd. Uitgangspunt kan zijn dat het watersysteem zo natuurlijk mogelijk moet zijn met weinig technische ingrepen. Water moet de ruimte krijgen die het vanuit zijn natuurlijke processen nodig heeft. Dit heeft een positief effect op de ruimtelijke kwaliteit, biodiversiteit en natuurdoelen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet hier rekening mee worden gehouden.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen is dus niet alleen de waterkwantiteit van belang, maar ook de waterkwaliteit. Het is belangrijk dat in omgevingsvisies van provincies en gemeenten voldoende aandacht wordt besteed aan de waterkwaliteit in relatie tot de ruimtelijke inrichting.