Ecologisch onderzoek: van buiten naar binnen
Het ecologisch onderzoek is een nieuwe fase ingegaan. Lange tijd was het werk van de talloze betrokken wetenschappers buiten bij het Amelander Zeegat. Maar nu alle bemonsteringen voor de nulmetingen zijn gedaan en de pilotsuppletie in volle gang is, vindt het onderzoek vooral binnen plaats.
Cor Schipper, marien bioloog, leidt het ecologische onderzoek dat zich richt op de invloed van een zandsuppletie op de dieren die in en om het zeegat leven. Dat begon met het vaststellen van een nulsituatie. Wat leeft er eigenlijk in het dynamische biotoop van de zeegaten? Uiteindelijk vonden we 78 verschillende bodemdieren. ‘We bekijken nu hoe deze soorten verspreid zijn over de verschillende habitats in het zeegat. En leven deze soorten alleen in habitats met specifieke morfologische en hydrologische kenmerken? We onderzoeken nu onder andere of dit aan de korrelgrootte van het zand ligt, of dat er andere oorzaken zijn. Uiteindelijk weten we zo niet alleen waar welke soorten voorkomen, maar ook welke rol het zeegat speelt bij de voortplanting en het voedselweb.’
Vangst bemonstering
Zandspiering
Dat belang werd afgelopen voorjaar al enigszins duidelijk toen er in het suppletiegebied een populatie jonge zandspiering werd gevonden. De jonge bodemvissen spelen een belangrijke rol in de voedselkringloop van het zeegat. ‘Jonge vogels zijn afhankelijk van het voedsel van de jonge zandspiering. Om die reden is besloten het suppletiegebied zo aan te passen dat de zandspiering – en dus de foeragerende grote sterns – er geen last van hebben.’
Visvangst
Zicht op het voedselweb
Inmiddels richt het onderzoek zich ook op meerdere prominente diersoorten in het zeegat. De kleine bodemdieren, de zandspiering, de grote stern en de zeehond. Deze groepen diersoorten worden in monitoring meetprogramma’s geteld en geanalyseerd. Naast het bemonsteren van zandspiering en andere bodemdieren, worden in verschillende andere programma’s grote sternen en zeehonden met zenders gevolgd en geanalyseerd. ‘We zijn nu druk bezig met het analyseren van al die data.’ Zo ontstaat een beeld van het ‘voedselweb’ in de buitendelta’s tussen deze dieren. We krijgen zo zicht op hun plaats binnen de voedselkringloop in het Amelander Zeegat en kunnen dan met meer zekerheid zeggen welke invloed een zandsuppletie op dit voedselweb heeft.’
Onstuimig weer
Op dit moment speelt het onderzoekswerk zich vooral binnen achter de lab af. Hier wordt geanalyseerd met modellen die inzicht geven in hoe dieren in zeegaten kunnen reageren op een zandsuppletie. Die hypotheses kunnen we in 2019 in het veld toetsen. Dan is de pilotsuppletie afgerond en kunnen onderzoekers ter plekke de mogelijke effecten van de suppletie volgen. Begin januari verplaatst het merendeel van het ecologisch onderzoek zich van het laboratorium dus weer naar de Waddenzee. Kijkt Schipper daarnaar uit? ‘Ja, hoewel de zee dan wel erg onstuimig kan zijn. Dat maakt het niet altijd even leuk om in de winter aan boord van het onderzoeksschip te zijn. Maar natuurlijk zijn we ook heel nieuwsgierig naar wat er gebeurt met het gebied en vooral hoe snel het zich herstelt. De verwachting is dat binnen 2 jaar alle bodemdieren weer terug zijn. We blijven volgen of dat zo is.’