'Van graven in het zand naar datamining'
Midterm event Kustgenese 2.0: de tussenstand
Op 18 oktober 2018 kwamen ruim 100 professionals vanuit bedrijfsleven, kennisinstellingen en Rijkswaterstaat in de Veerensmederij in Amersfoort bijeen voor de tussenstand van het onderzoeksprogramma Kustgenese 2.0.
Plenair programma
Dagvoorzitter Marijke Roskam opent het evenement Kustgenese 2.0 met de woorden dat het samenzijn vandaag als “dubbelshot espresso” gezien kan worden, een oplaadmoment van een lang en intensief traject waarin veel verschillende disciplines samenwerken aan kennisontwikkeling voor het veilig houden van de Nederlandse kust.
Interview met Carola van Gelder, programmamanager Kustgenese 2.0
Carola van Gelder staat als eerste stil bij het unieke karakter van het programma:
'Wat in 2015 begon als bureaustudie met 2 mensen is nu uitgegroeid tot een kennisontwikkelingsprogramma waar meer dan 100 mensen van verschillende disciplines werken, dat maakt mij erg trots.'
Het belangrijkste doel van het programma is om tot 2020 te onderzoeken hoeveel zand nodig is, en waar en wanneer dat zand nodig is, om de Nederlandse kust te beschermen. Daarbij wordt in verschillende scenario's rekening gehouden met verschillende zeespiegelstijgingen. Hieruit volgt een beleidsadvies om op lange termijn de kust te blijven beheren en onderhouden.
Carola: 'Naast theoretische analyses halen we in het programma veel veldgegevens op. Dat doen we onder andere in de pilot suppletie Amelander Zeegat. Door lerend te werken in uitvoering zien we niet alleen waar en hoeveel zand we moeten suppleren, maar ook hoe het zand zich gedraagt en wat voor effect het heeft op het ecologisch systeem van een gebied. Zo hebben we onder andere in het Amelander Zeegat wel 5 verschillende habitats gevonden met verschillende bodemdieren en vissen zoals zandspieringen.'
Kustgenese 2.0 levert een schatkist aan data op. Carola zegt hierover:
'Binnen Kustgenese 2.0 wordt data verzameld over het gedrag van kustfundament, stromingen en bodemligging. Uniek aan Kustgenese 2.0 is dat we met partners investeren in het ontwikkelen van een uitgebreid datamanagementsysteem. De ambitie is om eind 2019 een webportal live te hebben die openbaar toegankelijk is. Zo kunnen we ook in toekomstige projecten en programma's gebruik maken van de kennis die we op dit moment opdoen.'
Keynote Marcel Stive, emeritus hoogleraar Kustwaterbouwkunde, TU Delft
Marcel Stive neemt de aanwezigen mee in de ontwikkeling het perspectief in Nederland van fundamenteel naar toegepast onderzoek tot aan het multidisciplinaire gedachtegoed dat uiteindelijk tot de Kustgenese programma’s heeft geleid. Hij besluit met de woorden:
'Staan op de schouders van je voorgangers legt geen windeieren, het is inspirerend om te leren van het verleden.'
Bekijk hier de keynote van Marcel Stive:
Panelgesprek met samenwerkingspartners
De plenaire opening wordt afgerond door een gesprek waarin partners terugblikken op de manier van samenwerken en wat hieruit geleerd kan worden voor het vervolg. Het panel bestaat uit Bram van Prooijen (TU Delft, Supervisor SEAWAD), Stephan van der Biezen (directeur Witteveen+Bos), Dirk Jan Walstra (afdelingshoofd toegepaste morfodynamica, Deltares), Martin Baptist (Senior onderzoeker Wageningen Marine Research) en Isolde Struijk (directeur, Van den Herik).
Bram van Prooijen: 'Uniek aan Kustgenese 2.0 is de omvang van dit project, geen van ons had dit alleen gekund.'
Het bedrijf Van den Herik voert de suppletie uit in het Amelander Zeegat. Directeur Isolde Struijk: 'Deze locatie is nieuw voor ons en uitdagend omdat we te maken hebben met ondieptes, diverse stromingen en golven. Wat wij hebben geleerd van deze manier van samenwerken is dat het hebben van een gezamenlijk doel in plaats van een product veel ruimte geeft, en dat werkt erg prettig.'
Stephan van der Biezen pleit voor transparante kennisontwikkeling: 'Je moet je niet laten afschrikken door rigide aanbestedingsregels. Het gezamenlijk ontwikkelen van topexpertise voegt waarde toe voor alle betrokken partijen.'
Kennissessies
In 2 rondes kennissessies is dieper ingegaan op onderdelen uit het onderzoeksprogramma. Zo is er een update gegeven over het gedrag van zeegaten, eerste inzichten van de pilotsuppletie met 5 kubieke meter zand tussen Ameland en Terschelling en de voorlopige resultaten naar het bijzondere bodemleven en zeestromingen in dit gebied. Via onderstaande links vindt u interviews met de sessieleiders (tekst loopt door onder de links):
- Lange termijn kustonderzoek
- Pilotsuppletie Amelander Zeegat
- Ecologische monitoring
- Datamanagement
- Meetprogramma morfologie
Plenaire vooruitblik en afronding
Na de kennissessies wordt plenair teruggekeken op de dag. Dagvoorzitter Marijke roept hierna 3 buitenlandse aanwezigen naar voren:
Stuart Persson (PhD kandidaat TU Delft uit Canada): 'Ik ben zeer enthousiast over de tussentijdse resultaten van Kustgenese 2.0 en ik kijk uit naar het vervolg.'
Holger Blum (kustonderzoeker uit Duitsland): 'Wij hebben een vergelijkbare kust en zijn daardoor zeer geïnteresseerd in de resultaten. Ik heb vandaag geleerd dat samenwerking vooral op persoonlijk vlak afspeelt.'
Toon Verwaes (Onderzoeker waterbouwkundig laboratorium Vlaanderen) is erg onder de indruk van de omvang van het Kustgenese 2.0 onderzoek: 'De intensiteit en omvang van samenwerken is iets waar wij zeker van kunnen leren.'
In de afronding werpt Titus Livius (directeur Waterveiligheid, Klimaatadaptatie en Bestuur (WKB) van het DG Water en Bodem bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) een blik vooruit naar het beleidsadvies in 2020 en daarna. Hij stelt dat het advies een belangrijke bijdrage gaat leveren aan slim, zorgvuldig en kosteneffectief kustonderhoud. Daarbij is wel de vraag tot welke mate van zeespiegelstijging een zandige strategie houdbaar is en welke alternatieven er zijn. Tot slot roept hij op om gezamenlijk na te denken over belangrijke vervolgonderzoeksvragen.