Beleidsadvies: Helder over hoeveel, waar en wanneer
Volgend jaar presenteren we het beleidsadvies van Kustgenese 2.0 aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Waar staan we nu in dat proces? Wat zijn de volgende stappen? Is er al iets over de inhoud te zeggen? Carola van Gelder-Maas, projectleider van Kustgenese 2.0 en Frank Hallie, senior beleidsadviseur van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geven tekst en uitleg.
Om maar met de laatste vraag te beginnen: er kan nog niet veel gezegd worden over de conclusies, volgens Carola. ‘Het is nog net iets te vroeg. We zijn nog volop bezig met samenbrengen van alle onderzoeken en inzichten. En vooral met de vraag: wat wordt ons advies?’ Want met het samenbrengen van de enorme schat aan data uit onderzoeken en analyses, ontstaat ook de discussie hoe die te interpreteren. Carola: ‘We zijn druk bezig om te bepalen welke conclusies we samen kunnen trekken uit onze resultaten. Je zult begrijpen dat met zoveel verschillende onderzoekers er ook verschillende visies zijn op wat de uitkomsten betekenen. Het is zeker niet zwart-wit.’ Carola geeft aan dat het projectteam ‘lerend werken’ volop in de praktijk brengt door nieuwe inzichten uit projecten zoals de Zandmotor mee te nemen in het onderzoek. ‘Dat kost natuurlijk tijd, maar uiteindelijk verwachten we dat er zo een doortimmerd advies ligt.’
Bodemdiepte Amelander ZeegatAdvies over hoeveel zand nodig is
Het eindrapport bevat straks een advies over hoeveel zand we nu en in de toekomst nodig hebben voor de zandsuppleties, waar we het beste kunnen suppleren en wanneer om mee te kunnen groeien met de zeespiegel. Opdrachtgever voor het programma, en daarmee ook de ontvanger van het advies, is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Frank Hallie is senior beleidsadviseur bij het ministerie en nauw betrokken bij de totstandkoming van dat advies. Wat verwacht hij precies dat er straks ligt? ‘Naast antwoord op de genoemde vragen, willen we dat het advies ook een doorkijk biedt naar de toekomst. Hoeveel zand denken we jaar na jaar nodig te hebben? Het moet goed uit te leggen zijn: er moet straks een goed gedegen advies liggen dat de minister kan gebruiken om een verantwoorde keuze te maken over de omvang van het suppletievolume in de komende jaren.’ Wat is precies de rol van het ministerie tijdens het formuleren van het advies? ‘Wij kijken misschien met een meer bestuurlijke en politieke blik naar het onderzoek en helpen zo de focus te houden.’
Goede samenwerking
De samenwerking verloopt goed, zien Carola en Frank. Frank: ‘Pas geleden hadden we een heel succesvolle sessie bij onderzoeksinstituut Deltares waarbij we samen goed hebben gekeken naar wat we al hebben en wat we nog missen als het gaat om het onderzoek. Daar merkte ik dat we elkaar en elkaars rol goed begrijpen. Van alleen een opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie is in de praktijk niet echt sprake. We doen het samen, met één doel: Nederland met zandsuppleties veilig houden.’