Resultaten Kustgenese 2.0
Ons kustbeleid is gericht op het veilig houden van de Nederlandse kust en het achterland én op het behouden van de waarden en functies van het duingebied. Dit beleid voeren we uit door de kustlijn dynamisch te handhaven en het kustfundament in evenwicht te houden met de zeespiegelstijging.
In het onderzoeksprogramma Kustgenese 2.0 hebben we onderzocht hoeveel zand er op de korte en lange termijn nodig is voor onze kust. En waar, wanneer en hoe we dit het beste kunnen suppleren. De onderzoeksresultaten zijn samengevat in het syntheserapport, dat nu beschikbaar is. De belangrijkste resultaten vatten we in dit artikel voor u samen.
Liever kijken? Bekijk dan de animatie!
Uitgeschreven tekst bij de animatie Kustgenese 2.0. Kennis voor een veilige kust.
Hoeveel zand is er nodig?
Met een nieuwe rekenregel berekenden we hoeveel zand er uit het kustfundament verdwijnt en hoeveel zand er nodig is om dit te compenseren. De rekenregel pasten we toe op de drie kustgebieden: de Waddenkust, De Hollandse Kust en de Deltakust. Daaruit kwamen de volgende zandbehoeftes per gebied:
- Waddenkust: 9,1 miljoen kuub zand
- Hollandse Kust: 1,6 miljoen kuub zand
- Deltakust: 2,6 miljoen kuub zand
De werking van buitendelta’s
We onderzochten ook de werking van de buitendelta’s, met in het bijzonder het Amelander Zeegat. Hier onderzochten we of het mogelijk is om in deze gebieden te suppleren.
Projectmanager Carola van Gelder: “De pilot in het Amelander Zeegat bleek een succes. Suppleren op de buitendelta is uitvoerbaar en vergunbaar. Het onderzoek rondom de pilot loopt nog door tot 2022. We doen hier aanvullende metingen onder de vlag van het kennisprogramma Zeespiegelstijging.”
Ecologisch onderzoek
We namen ook de natuurwaarden in het Amelander Zeegat onder de loep. Daaruit blijkt dat de soortenrijkdom diverser is dan wij van tevoren wisten. Van Gelder: “Door deze kennis te combineren met zeebodemgegevens, kunnen we in de toekomst bij zandsuppleties beter bepalen welke maatregelen de impact op de ecologie zo klein mogelijk houden.”
Morfologisch onderzoek
Ook op morfologisch gebied voerden we onderzoek uit in het Amelander Zeegat en op de diepe vooroever. Hierdoor kregen we meer inzicht in de werking van zeegaten, de zeewaartse grens van het kustfundament en de lokale bodemdaling en zeespiegelstijging.
De mogelijke strategieën
Op basis van de onderzoeksresultaten ontwikkelden we vier strategieën voor het aanvullen van de zandige Nederlandse kust voor de komende 10 jaar. Voor alle strategieën geldt dat we op de korte termijn voldoende zand suppleren om de kustlijn te handhaven. Binnen strategie B, C en D suppleren we aanvullend voor de langere termijn. Dit om een bijdrage te leveren aan de sedimentbehoefte van het Waddengebied. In strategie B voldoen we voor een deel aan die behoefte, in strategie C voldoen we nog meer aan die behoefte en in strategie D vullen we de totale zandbehoefte aan.
Van Gelder: “We hebben de 4 strategieën beoordeeld aan de hand van 10 criteria, zoals CO2-uitstoot, effect op bodemdieren, beschikbaarheid van zand, kosten en voornamelijk uitvoerbaarheid. Strategie B komt uit de analyse naar voren als voorkeurstrategie.”
Rapporten en beleidsadvies
Het syntheserapport is beschikbaar op deze website. Ook de onderliggende rapporten zijn daar te downloaden. Op basis van het syntheserapport is een beleidsadvies opgesteld voor het Nederlandse kustbeleid. Naar verwachting neemt de minister in de loop van 2021 een hierover een besluit.
Blijf ons volgen
We hebben veel mooie resultaten behaald, maar we zijn nog niet klaar. Daarom blijven we onderzoeken hoe we onze kust veilig houden, met een duurzaam behoud van al zijn functies. Het vervolg van Kustgenese 2.0 krijgt een plek in het kennisprogramma Zeespiegelstijging onder de naam Zandige Kust. Wilt u op de hoogte blijven van het vervolg van Kustgenese 2.0? Stuur dan een mail naar Laura.Plezier@minienw.nl met als onderwerp “aanmelden nieuwsbrief Kennisprogramma zeespiegelstijging”. Dan ontvangt u de nieuwsbrief van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging automatisch in uw mailbox.