Kustgenese 2.0. Kennis voor een veilige kust. Een animatie.
Uitgeschreven tekst van de animatie over Kustgenese 2.0, over de kennis voor een veilige kust en het Nederlandse kustbeleid, onder meer via zandsuppleties.
VOICE-OVER:
We werken aan het behoud van de Nederlandse kust.
Dat doen we volgens het kustbeleid.
Het Nederlandse kustbeleid is gericht op: het veilig houden van de Nederlandse kust en het achterland, en het behouden van de waarden en functies van het duingebied, zoals natuur, recreatie, economie en drinkwaterwinning
Dit beleid voeren we uit door de kustlijn door middel van zandsuppletie dynamisch te handhaven. Hierbij gebruiken we de basiskustlijn als uitgangspunt en we houden het kustfundament in evenwicht met de zeespiegelstijging. Waarbij we rekening houden met de hoeveelheid zand
die het kustfundament op verschillende tijdschalen nodig heeft. Om dat nog beter te kunnen doen, hebben we veel kennis nodig.
Met het programma Kustgenese 2.0, dat gestart is in 2015,
hebben we door onderzoek veel kennis opgedaan. Zo onderzochten we hoeveel zand er op korte en lange termijn nodig is, waar en wanneer we dit het beste kunnen suppleren en hoe we dit zo efficiënt mogelijk kunnen doen.
In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voerde Rijkswaterstaat dit onderzoek samen met verschillende onderzoekspartners uit. Zo komen we tot een advies over het kustbeleid waarmee we ruim tien jaar vooruit kunnen.
Hoe zag dit onderzoek eruit?
Met een nieuwe rekenmethode en veel nieuwe kennis over de verschillende componenten van deze rekenmethode berekenden we hoeveel zand er uit het kustfundament verdwijnt en hoeveel zand er nodig is om dit te compenseren.
We hebben de Nederlandse kust opgedeeld in drie delen:
de Waddenkust, de Hollandse kust en de Deltakust.
Drie kustgebieden met elk hun eigen karakter en een eigen zandbehoefte.
Zo weten we dat de Hollandse kust elk jaar 1,6 miljoen kuub zand nodig heeft. De Deltakust heeft 2,6 miljoen kuub nodig.
En de Waddenkust heeft een sedimentbehoefte
van 9,1 miljoen kuub per jaar.
Ons onderzoek richtte zich ook op de buitendelta's,
waar we nog veel meer over te weten wilden komen.
We hebben gekeken naar de werking van buitendelta's in het algemeen,
maar in het bijzonder naar het Amelander Zeegat.
Met het neerleggen van een pilotsuppletie in 2018 in het Amelander Zeegat
onderzochten we of het mogelijk was
hier op een uitvoerbare en vergunbare manier te suppleren.
Met succes, want de pilot heeft aangetoond dat we ook dit gebied kunnen suppleren.
Het leverde ook nog eens een schat aan kennis op
over zandstromen en het bodemleven in een zeegat.
Die kennis uit de pilot breiden we tot en met 2022 nog verder uit
met aanvullende metingen.
Dit is onderdeel van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.
We zijn veel over de Nederlandse kust te weten gekomen tijdens Kustgenese 2.0.
Het ecologisch onderzoek richtte zich op de natuurwaarden
in het Amelander Zeegat. Hierbij is intensief samengewerkt
met andere onderzoeken, zoals Natuurlijk Veilig en SEAWAD.
De soorten rijkdom in zo'n zeegat bleken diverser dan we van tevoren wisten.
Die kennis over de soorten en hun functies
kunnen we combineren met de zeebodemgegevens.
Zo kan er bij zandsuppleties bepaald worden
met welke maatregelen we de impact op de ecologie zo klein mogelijk houden.
Ook op morfologisch gebied hebben we onderzoek uitgevoerd
in het Amelander Zeegat, en op de diepe vooroever.
Hierdoor kregen we meer inzicht in de werking van zeegaten,
de zeewaartse grens van het kustfundament en de lokale bodemdaling en zeespiegelstijging.
Op basis van de onderzoeksresultaten hebben we vier strategieën ontwikkeld.
Voor de korte termijn wordt er bij alle vier de strategieën voldoende zand gesuppleerd voor het handhaven van de kustlijn. Daarbovenop wordt er op langere termijn met strategie B, C en D aanvullend zand gesuppleerd
dat bijdraagt aan de sedimentbehoefte van het Waddengebied. In strategie B voldoen we voor een deel aan de zandbehoefte van het kustfundament.
In strategie C voldoen we nog meer aan die zandbehoefte.
En in strategie D suppleren we maximaal. Deze strategieën zijn beoordeeld aan de hand van een tiental criteria, waaronder CO2-uitstoot, kosten en uitvoerbaarheid. Uit deze analyse komt strategie B als voorkeurstrategie.
We zijn nog niet klaar met ons onderzoek. Het vervolg van Kustgenese 2.0
krijgt een plek in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Hierin gaan we de onzekerheden die er nu nog zijn, verkleinen door middel van gericht onderzoek. En ontstaan er op termijn nieuwe inzichten, dan passen we onze strategie aan. Voor een veilige kust met een duurzaam behoud van alle functies.
(Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2021.)
LEVENDIGE MUZIEK TOT HET EIND VAN DE VIDEO