Droogte vraagt om omwenteling, anders gaan we het niet redden
We konden er deze zomer niet omheen in de media: de afgelopen maanden waren droog. De Rijn bereikte de laagste waterstand in tijden en op de IJssel werd een passeerverbod ingesteld. Over de grens zagen we zelfs gezonken schepen weer zichtbaar worden. Maar ook voor de varende schepen heeft de droogte gevolgen. ‘Die droogte laat zien hoe relevant ons werk is', zegt Milou Wolters, Strateeg Scheepvaart en Vaarwegen. ‘Maar ook dat we nog meer multidisciplinair moeten werken.’
‘De grootste impact die droogte heeft op de scheepvaart, is simpelweg dat er dan minder lading vervoerd kan worden,’ legt Wolters uit. ‘En daarmee ook de hinder die de bedrijven die afhankelijk zijn van vervoer over water, hiervan ondervinden. Denk aan industrie, bouw, veevoer, detailhandel en energiecentrales.’
Crisissituatie
De droge periode kwam voor Wolters niet uit de lucht vallen. Collega’s binnen en buiten Rijkswaterstaat monitoren permanent de waterstanden. In de weken voorafgaand aan de droge periode zagen zij de waterstanden zakken. ‘Voor mij begon de hectische periode pas eind juli,’ vertelt Wolters. ‘Op dat moment kwam er een acute vraag dat er meer zoet water nodig was in het westen van Nederland. Hoeveel water kunnen we doorsluizen en tegelijkertijd zorgen dat er nog scheepvaart door kan?’ Dat was intensief maar interessant. ‘Persoonlijk vond ik het onwijs gaaf dat we onze toekomststudies konden toepassen en in de praktijk konden toetsen.’
Scenario’s
Die toekomststudies bevatten verschillende scenario’s die laten zien bij welke waterstanden bepaalde functies van de scheepvaart al niet meer mogelijk zijn. ‘Door continu vooruit te kijken, vragen te stellen en te confronteren met verwachtingen, bepalen we wanneer er maatregelen nodig zijn om de scheepvaart in goede banen te leiden. Daarbij betrekken we het Managementteam Watertekort (MTW) en de Landelijke Commissie Waterverdeling (LCW).’
Langetermijnstrategie
Kijkend naar de droogtesituatie van afgelopen zomer, kwam Rijkswaterstaat dus niet voor grote verassingen te staan. Toch ziet Wolters ruimte voor ontwikkeling. ‘Om een nuchtere, toekomstgerichte beheerder te blijven die de juiste afweging maakt tussen de risico’s, moeten we nóg meer toekomstgericht werken dan we al doen. Zonder ons te laten leiden door politieke grillen.’ Volgens Wolters zien we nu bijvoorbeeld veel spanning op het financiële onderhoud. ‘Dat botst heel erg met het toekomstbestendig maken van onze netwerken. Dat is heel vervelend als je wat wilt bereiken. Ik hoop dat we als Rijkswaterstaat samen met onze beleidscollega’s, voor de lange termijn de meest verstandige keuzes kunnen maken, en niet door druk vanuit de politiek, economie of media.’
Netwerk waarborgen
Daarnaast bestaat natuurlijk het risico dat (internationale) afspraken bij langdurige perioden van laagwater onder druk kunnen komen te staan. ‘Wat je ziet, is dat er tijdens zo’n crisis spanning komt op de scheepvaartafspraken tegenover de andere functies van je rivier,’ legt Wolters uit. ‘We moeten daarom blijven evalueren of die afspraken nog kunnen blijven staan.’ Het is daarbij belangrijk lokale en regionale belangen hier goed in worden meegenomen. ‘Als daar frictie ontstaat, is dat namelijk een drama voor de vaarweg omdat de kwaliteit van het gehele netwerk omlaaggaat. Goede afspraken, over de sectoren heen, zijn daarom essentieel voor de toekomstbestendigheid van de rivier.’
Veranderende rol
Het multisectoraal samenwerken was al belangrijk en wordt door de droogtecrisis dus alleen maar bevestigd. Maar deze manier van werken vraagt ook iets van de scheepvaartadviseur. Zo moet de scheepvaartadviseur van de toekomst meer multidisciplinair opgeleid én geïnteresseerd zijn, vindt Wolters. ‘Als scheepvaartadviseur wil ik dolgraag dat mijn ‘watercollega’s’ nét iets meer van scheepvaart weten en wat de achterliggende belangen zijn. En andersom dat mijn scheepvaartcollega’s, waaronder ikzelf, steeds beter de interacties met die andere functies begrijpen. Zodat we steeds beter kunnen bedenken hoe we met deze schaarse situaties omgaan.’
De grootste winst zit volgens Wolters in het onderling delen en ervaren van kennis. ‘Het werk dat wij doen zit in de harten en hoofden van mensen, en die moet je meekrijgen.’