Primaire waterkeringen (algemene beschrijving)
De primaire waterkeringen bieden bescherming tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren Rijn, Maas en Westerschelde, de Oosterschelde, het IJsselmeer, het Volkerak-Zoommeer, het Grevelingenmeer en het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren.
Stelsel van primaire keringen
Het Rijk en de waterschappen beheren de primaire waterkeringen. In de Omgevingswet staat welke keringen zijn aangemerkt als primaire waterkeringen. De primaire keringen die de waterschappen beheren staan in de omgevingsverordeningen van de provincie.
De primaire waterkeringen langs de grote rivieren, de Waddenkust, de Zeeuwse wateren en het IJsselmeer bestaan voornamelijk uit dijken. Aan de Noordzeekust keren de duinen en zogenoemde hybride waterkeringen (zoals dijk in duin) het water grotendeels.
Het stelsel van primaire waterkeringen omvat daarnaast een aantal grote dammen en bijzondere constructies, zoals de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en de Nieuwe Waterweg. Ook de sluizen, stuwen en inlaatwerken vervullen een waterkerende functie en zijn onderdeel van de primaire waterkeringen. Daarnaast vervullen zij verschillende andere waterstaatkundige functies. Deze waterkundige functies zijn van belang voor de scheepvaart, het inlaten en lozen van water en andere functies.
Wettelijk kader
Het waterveiligheidsbeleid is erop gericht dat elke Nederlander die door een primaire waterkering wordt beschermd ten minste een 'basisveiligheid' krijgt. Het komt er op neer dat de kans dat een individu overlijdt als gevolg van een overstroming niet groter mag zijn dan een honderdduizendste per jaar. Daarbovenop worden gebieden extra beschermd als er bij een overstroming kans is op grote groepen dodelijke slachtoffers of substantiële economische schade of ernstige schade door uitval van vitale en kwetsbare infrastructuur van nationaal belang (bijvoorbeeld kerncentrale Borssele).
Elke primaire waterkering heeft wettelijke omgevingswaarden toegekend gekregen, deze zijn expliciet gebaseerd op de mogelijke gevolgen van een overstroming achter de kering. Het gaat uiteindelijk om het risico (= de kans maal het gevolg): hoe groter het gevolg, hoe kleiner de kans erop moet zijn. De eenheid is de overstromingskans die geldt voor zogenoemde dijktrajecten, die kunnen bestaan uit dijken, duinen, kunstwerken of een combinatie daarvan.
De omgevingswaarde van een dijktraject is uitgedrukt in:
- Ondergrens: de maximale toelaatbare overstromingskans van een dijktraject.
- Signaleringsparameters: de overstromingskans van een dijktraject waarvan overschrijding gemeld moet worden aan de minister, zodat tijdig maatregelen kunnen worden getroffen om de veiligheid van waterkering te borgen.
De Rijksdriehoekscoördinaten begrenzingen dijktrajecten primaire waterkeringen (de begin- en eindcoördinaten van de dijktrajecten) zijn opgenomen in de Omgevingsregeling bijlage IIIa.
De omgevingswaarden en andere parameters voor de signalering van de veiligheid van de primaire waterkeringen zijn opgenomen in bijlage II van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In deze bijlage zijn ook de landkaarten van de primaire waterkeringen opgenomen; hierbij is de lijn tussen de coördinaten zichtbaar.
Het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen
De dijktrajecten die niet in het beheer zijn van het Rijk, maar onder beheer zijn bij waterschappen, worden niet weergeven in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Om een gemeenschappelijke landelijke geografische bron te hebben, zijn alle primaire dijktrajecten opgenomen in het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen (NBPW). Deze is via het Waterveiligheidsportaal te raadplegen en is ook beschikbaar als Open Data in de vorm van een Web Feature Service, WFS.
Het NBPW wordt bijvoorbeeld gebruikt tijdens de wettelijke beoordeling primaire waterkeringen en bijdijkversterkingen binnen het hoogwaterbeschermingsprogramma.
Door het uitvoeren van dijkversterkingen of andere projecten kunnen dijken worden verlegd. Dat betekent dat ook het NBPW moet worden aangepast. Voor het wijzigen van de coördinaten of de ligging van een dijktraject bestaat een procedure. Voor vragen over deze procedure kunt u terecht bij NBPW@minienw.nl.
Meer informatie over het NBPW is via het Waterveiligheidsportaal te vinden. Ook kan hiervoor contact worden opgenomen met de Servicedesk IHW.