Stelsel van primaire keringen
Het Rijk en de waterschappen beheren de primaire waterkeringen. In bijlage I van de Waterwet staat welke keringen zijn aangemerkt als primaire waterkeringen. De primaire keringen die de waterschappen beheren staan in de omgevingsverordeningen van de provincie.
De primaire waterkeringen langs de grote rivieren, de Waddenkust, de Zeeuwse wateren en het IJsselmeer bestaan voornamelijk uit dijken. Aan de Noordzeekust keren de duinen en zogenoemde hybride waterkeringen (zoals dijk in duin) het water grotendeels.
Het stelsel van primaire waterkeringen omvat daarnaast een aantal grote dammen en bijzondere constructies, zoals de stormvloedkeringen in de Oosterschelde en de Nieuwe Waterweg. Ook sluizen en inlaatwerken vervullen een waterkerende functie naast verschillende andere waterstaatkundige functies. Deze waterkundige functies zijn van belang voor de scheepvaart, het inlaten en lozen van water en andere functies. Op een beperkt aantal plaatsen bestaan primaire waterkeringen uit hooggelegen gronden.
Normering
Sinds 1 januari 2017 is de normering van de waterveiligheid gewijzigd. Iedereen in Nederland achter een primaire waterkering krijgt ten minste het beschermingsniveau tegen overstromingen. Daarbovenop wordt extra en gericht geïnvesteerd in gebieden met een risico op veel slachtoffers en grote economische schade. Vitale en kwetsbare infrastructuur, zoals nutsvoorzieningen en ziekenhuizen, krijgen extra aandacht.
De wettelijke normen zijn dus expliciet gebaseerd op de mogelijke gevolgen van een overstroming achter de kering. Het gaat uiteindelijk om het risico (= de kans maal het gevolg): hoe groter het gevolg, hoe kleiner de kans erop moet zijn. De normeenheid is veranderd in de overstromingskans die geldt voor zogenoemde dijktrajecten, die kunnen bestaan uit dijken, duinen, kunstwerken of een combinatie daarvan.
De norm van een dijktraject is uitgedrukt in:
- Ondergrens: de maximale toelaatbare overstromingskans van een dijktraject.
- Signaleringswaarde: de overstromingskans van een dijktraject waarvan overschrijding gemeld moet worden aan de minister, zodat tijdig maatregelen kunnen worden getroffen om de veiligheid van waterkering te borgen.
Waterschappen en Rijkswaterstaat zijn aan de slag om waar nodig de keringen te versterken zodat ze in 2050 voldoen aan de normen.
Het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen
De ligging en de bijbehorende veiligheidsnormen (de dijktrajecten) van de primaire waterkeringen zijn beschreven in het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen (NBPW). Deze is via het Waterveiligheidsportaal te raadplegen en is ook beschikbaar als Open Data in de vorm van een Web Feature Service, WFS.
Het NBPW is opgebouwd uit 2 bronbestanden:
- de dijktrajecten (begin- en eindcoördinaten) met de veiligheidsnorm. Die zijn in de Waterwet opgenomen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is bronhouder.
- de ligging van de waterkering (lijn). Hiervan zijn de waterkeringbeheerders bronhouder. Het Informatiehuis Water beheert het NBPW in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Vanaf 01-07-2023 staan de procedures voor wijziging van de informatie over primaire dijktrajecten op het Waterveiligheidsportaal en niet meer in het Draaiboek.
Meer informatie over het NBPW is via het Waterveiligheidsportaal te vinden. Ook kan hiervoor contact worden opgenomen met de Servicedesk IHW.
Het NBPW is hét bronbestand waarmee de waterkeringbeheerder de beoordeling uitvoert. Het is de basis waarop versterkingsprojecten kunnen worden aangemeld bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma.