Het Werkatelier
Met de komst van de Omgevingswet, die naar alle waarschijnlijkheid vanaf januari 2024 van kracht wordt, krijgt de fysieke leefomgeving een breed wettelijk kader. De leefomgeving wordt vanaf dat moment gemonitord met behulp van omgevingswaarden. Deze waarden geven de kwaliteit van de omgeving aan. Voor waterveiligheid zijn die gekoppeld aan de overstromingskans van primaire waterkeringen.
Het doel van het werkatelier
Deze context is handig om een beeld te krijgen bij het werkatelier. Het atelier maakt deel uit van het doorontwikkelde beoordelingsproces. Het doel is een scherpere beoordeling (scherper inzicht in de overstromingskans en dus omgevingswaarden) en borging van landelijke consistentie van de beoordelingen te krijgen. Dit nieuwe proces bestaat uit drie delen: voorbereiding, uitvoering en rapportage. Sinds 2017 is ervaring opgedaan met de overstromingskansmethodiek. Deze ervaring is ook meegenomen in het aangepaste proces. De positie van het werkatelier is in onderstaande figuur te zien:
Hoe ziet het werkatelier er nu uit?
De beheerder is verantwoordelijk voor de planning van de eigen beoordeling. De eerste stap is het contact met het secretariaat van het werkatelier dat is ondergebracht in het BOI-team. Hiermee wordt een geschikte invulling van het werkatelier voor de beoordeling besproken. Na afstemming over het karakter van de waterkering en de eerste stappen in de uitvoering, wordt een passend team gevormd van de beheerder (de projectleider en bij de beoordeling betrokkenen), de voorzitter en externe experts (passend bij de eigenschappen van de betreffende kering). Deze groep voert een ‘challenge’ op de eerste analyse uit om een scherpere beoordeling te kunnen maken. Bij de eerste ateliers zal dit waarschijnlijk een gezamenlijke zoektocht zijn.
De rol van het karakter
Het karakter is een belangrijk onderdeel van het atelier. Geen kering is hetzelfde, ieder team heeft een eigen dynamiek en er zullen altijd belangen meespelen. Daarom is het nodig om dat karakter van tevoren af te stemmen en een passende teamsamenstelling te zoeken, zowel op inhoud als persoonlijkheid. Het creëren van een veilige omgeving waar een open gesprek kan plaatsvinden, is essentieel voor het slagen van een atelier en het bereiken van consensus.
Wat en hoe
Het gesprek zelf is inhoudelijk. De beheerder licht het verhaal en de analyse van de relevante faalpaden toe. Het ‘wat’ is daarmee helder. De vervolgvraag is dan ‘hoe’ dat samen aan te scherpen. Het atelier werkt hierbij met een vaste agenda. Dat maakt het makkelijk om de resultaten van verschillende ateliers te vergelijken. Het gesprek gaat over het ‘hoe’. De toon moet hierbij niet belerend zijn en de beheerder blijft verantwoordelijk. Wel belangrijk is dat de nieuwste kennis wordt gedeeld (voor zover de beheerder die zelf al niet had) in relatie tot de uitgevoerde analyses. Ook moet het gesprek over het vervolg van de beoordeling gaan.
Een atelier valt onder de wettelijke Omgevingsregeling en is daarmee een verplicht onderdeel van de beoordeling. In het draaiboek van de tweede beoordelingsronde (LBO2) is aangegeven dat er ook een ‘light’ versie mogelijk is. Dat kan bijvoorbeeld bij een kering die duidelijk in categorie A zal vallen. Is dit niet zo, dan kan een verdere analyse leiden tot eventuele goedkeuring en/of scherpte in de techniek en een betere scope. Bij twijfel is het dus altijd ‘better safe than sorry’.
Na de uitvoering van het atelier stemmen de voorzitter en beheerder af over de rapportage. Het advies is van de externe specialisten, maar ook de mate van consensus binnen het team moet correct in de rapportage staan. Datzelfde advies is nadrukkelijk niet meer dan dat. Het streven is naar een afgestemd advies op basis van overeenstemming tussen de beheerder en de adviseurs.
Met dit plan willen DGWB en het BOI-team het werkatelier in eerste instantie inrichten. De laatste organisatorische stappen worden nu gezet. Tot die tijd is het Adviesteam Dijkontwerp het aanspreekpunt als tijdelijk werkatelier.
Dit najaar gaan we proefdraaien en evalueren we het plan graag met zoveel mogelijk BOI-gebruikers.
Meer informatie volgt via de verschillende kanalen. Zijn er nu al vragen of staat u zelfs al in de startblokken voor een werkatelier? Neem dan contact op met het BOI-team via programma-boi@rws.nl.