Zoute wateren in het nationaal waterprogramma
Om verschillende Europese richtlijnen te kunnen uitvoeren, moet het Rijk een nationaal waterprogramma vaststellen. Dit staat in artikel 3.9 van de Omgevingswet. In het nationaal waterprogramma staan maatregelen over zoute wateren.
Het nationaal waterprogramma is het instrument om de omgevingswaarden en andere doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water te halen. Het Rijk neemt hiervoor maatregelen op in het programma. Dit staat in artikel 4.10 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Monitoring schelpdierwateren
Schelpdierwateren hebben een specifieke maatschappelijke functie. Er groeien schelpdieren en die schelpdieren moeten veilig eetbaar zijn. De overheid moet er bij de uitvoering van het nationaal waterprogramma voor zorgen dat schelpdierwater niet bacterieel besmet raakt (artikel 4.19 Bkl). Escherichia coli-bacteriën hebben een functie als monitoringsindicatoren voor het voldoen aan deze milieukwaliteitseis. De overheid moet daarom escherichia coli of andere indicatoren in schelpdierwater monitoren. Dit staat in artikel 10.14a onder e en 10.14c lid 3d Bkl.
Meer informatie is te vinden op de pagina over schelpdierwater.
Specifieke procedurele bepalingen
Specifieke procedurele bepalingen voor het nationaal waterprogramma staan in artikel 10.16 van het Omgevingsbesluit:
- Het Rijk overlegt met andere staten, betrokken provincies, waterschappen en gemeenten.
- Het Rijk actualiseert het programma elke 6 jaar.
- Het programma is operationeel uiterlijk 3 jaar na de actualisatie.