Aanpak van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)
Omdat Zeer Zorgwekkende Stoffen gevaarlijk zijn voor mensen, dieren en het milieu, moeten bedrijven voorkomen dat ze in het milieu terechtkomen. Dat kan door bronaanpak, minimalisatie en continue verbetering.
Bronaanpak
De kern van bronaanpak is Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) daar aanpakken waar ze ontstaan. Dit kan via:
- substitutie: vervanging van de ZZS door een stof die niet of veel minder gevaarlijk is
- procesoptimalisatie: aanpassing van werkprocessen, waar haalbaar en betaalbaar
Het aanpassen van werkprocessen kan op verschillende manieren. Mogelijk kunnen bedrijven ZZS hergebruiken (recyclen) in het primaire proces, in plaats van ZZS te verbranden of te storten. Bijvoorbeeld:
- terugwinnen van overgebleven ZZS tijdens het werkproces en zo de ZZS hergebruiken in het proces
- het primaire werkproces zo aanpassen dat de hoeveelheden ZZS sterk verminderen
- voorkómen dat ZZS in contact komen met bijvoorbeeld te lozen proceswater
Minimalisatie
Bronaanpak geniet de voorkeur, maar is niet altijd mogelijk. In dat geval beoordeelt het bevoegd gezag in hoeverre het toelaatbaar is dat de ZZS via de schoorsteen, via lozing van afvalwater of via afvalproducten in de leefomgeving terecht komt.
Emissie
Het bedrijf gaat na welke reductiemethoden er zijn om de emissie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van ZZS te minimaliseren. Technische ontwikkelingen bepalen hier de mogelijke emissiebeperking. Zo probeert het bedrijf samen met het bevoegd gezag toe te werken naar zo laag mogelijke concentraties in de afvalgassen, het afvalwater of de afvalproducten.
Immissie
Het bevoegd gezag beoordeelt de immissie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van de ZZS. Bij emissies naar de lucht toetst het bevoegd gezag aan het maximaal toelaatbaar risico (MTR). Bij lozingen van afvalwater past het bevoegd gezag het Handboek immissietoets toe. Hieruit kan volgen dat technieken nodig zijn die meer bescherming bieden dan BBT. Zo nodig beoordeelt het bevoegd gezag dan opnieuw de inspanningen van het bedrijf bij de bronaanpak en de minimalisatieaanpak.
Continu verbeteren
Een belangrijke pijler in de aanpak van ZZS, naast bronaanpak en minimalisatie, is het proces van continu verbeteren. Dit verplicht het bedrijf iedere 5 jaar te rapporteren aan het bevoegd gezag over:
- de getroffen maatregelen om de emissie van ZZS te verminderen, en
- de technieken die op de markt beschikbaar zijn gekomen om verdere invulling aan de minimalisatie te geven
Vermijdings- en reductieprogramma
Het bedrijf doet dit met een vermijdings- en reductieprogramma. Deze stap is een continu proces. Het vermijdings- en reductieprogramma is dus geen momentopname van de stand van zaken vlak voor het verstrijken van de deadline. Het vermijdings- en reductieprogramma moet inzicht verschaffen over alle ondernomen acties (inclusief resultaten) binnen de periode van 5 jaar. Als er nieuwe beste beschikbare technieken (BBT) haalbaar en betaalbaar zijn, moet het bedrijf deze technieken toepassen. BBT is niet altijd voldoende voor de bescherming van de leefomgeving. Dan kunnen verdergaande maatregelen nodig zijn om de activiteit op die locatie toe te staan.
Fasering mogelijk
Bij continu verbeteren is fasering mogelijk, zodat bedrijven dit kunnen integreren in hun reguliere plan-do-check-act (PDCA) cyclus. Door de PDCA-systematiek ook toe te passen op ZZS-emissies, komt er meer aandacht voor het minimaliseren van ZZS.
Emissie
Directe of indirecte uitstoot, uit puntbronnen of diffuse bronnen, van stoffen, trillingen, warmte of geluid in de lucht, het water of de bodem. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Immissie
Belasting die een ontvanger bereikt van bijvoorbeeld geur, geluid of een concentratie van een verontreinigende stof door een bron. Zoals geur bij nabijgelegen woningen, milieubelastende stoffen op een natuurgebied of geluid bij een verzorgingshuis.