Mengsels en stoffen met ZZS-bestanddelen (inclusief UVCB's) – Europese verordeningen
Om te bepalen of een mengsel als ZZS moet worden behandeld, worden de definities en regels voor mengsels gevolgd van de CLP-, REACH- en POP-verordeningen. Over het algemeen geldt een concentratiegrens van 0,1 gewichtsprocent (g/g). Een mengsel dat een ZZS bevat in een concentratie van 0,1% of meer, geldt dus zelf ook als ZZS.
Het bovenstaande heeft in eerste instantie administratieve gevolgen. Een mengsel dat als ZZS wordt bestempeld, moet ook zo zijn aangemerkt op het Veiligheidsinformatieblad. Ook heeft dit gevolgen voor de etikettering van het mengsel.
Mengsels met ZZS in het Bal - Emissie naar water en lucht
Lucht
Voor de ZZS-emissies naar lucht gaat het om de ZZS-bestanddelen die in het mengsel voorkomen, ongeacht het percentage daarvan in het mengsel. De regelgeving richt zich dus op de ZZS-bestanddelen en niet op het mengsel. Eigenlijk is ook niet de aanwezigheid in het mengsel van belang, maar of de ZZS-bestanddelen worden uitgestoten.
De toets aan de ondergrens, de toets aan de emissiegrenswaarde en aan het maximaal toelaatbaar risico (MTR) en de minimalisatieplicht, gebeurt ook op basis van de ZZS-bestanddelen. Het kan daarbij soms praktisch zijn om de ZZS-emissies te berekenen op basis van de samenstelling van het mengsel, en niet van emissiemetingen. Bijvoorbeeld bij diffuse emissies bij op- en overslagactiviteiten van VOS. De emissies worden dan berekend op basis van de samenstelling van het mengsel in de vloeistoffase, rekening houdend met de verschillen in de dampfase.
Water
Voor emissies naar water vindt de algemene beoordelingsmethodiek (ABM) en de emissie-immissietoets plaats. In de ABM-toetsing worden ook stoffen beoordeeld in concentraties < 0,1%. Als de emissie-immissietoets aangeeft dat de restlozing niet is toegestaan, is sprake van een niet te verantwoorden uitstoot. Hiervoor zijn aanvullende maatregelen vereist. De restlozing is de hoeveelheid die wordt geloosd op het oppervlaktewater.
Definities
Om te bepalen of een stof of een mengsel als ZZS moet worden behandeld, zijn de REACH-, CLP- en POP-verordeningen en de definitie van ZZS de centrale uitgangspunten. Het RIVM heeft daarvoor een notitie geschreven: Toelichting over de ZZS-toets voor mengsels en stoffen met ZZS-bestanddelen van 12 februari 2019.
Stof
Een stof is een chemisch element en zijn verbindingen in de natuurlijke toestand of het resultaat van een vervaardigingsproces. Dit met inbegrip van alle toevoegingen die nodig zijn voor het behoud van de stabiliteit ervan en alle onzuiverheden als gevolg van het toegepaste procedé. Maar met uitzondering van elk oplosmiddel dat kan worden afgescheiden zonder dat de stabiliteit van de stof wordt aangetast, of de samenstelling ervan wordt gewijzigd. Er zijn 3 stoftypen:
- Stoffen met 1 hoofdbestanddeel dat minstens 80% van de stof uitmaakt.
- Stoffen met verscheidene bestanddelen. Deze stof bestaat uit meerdere hoofdbestanddelen die elk voor 10%-80% in de stof aanwezig zijn.
- UVCB-stoffen. Dit is de Engelstalige afkorting van stoffen met onbekende of variabele samenstelling, complexe reactieproducten of biologische materialen.
Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)
Stoffen waarvoor geldt dat ze aan de criteria en voorwaarden van artikel 57 van de REACH-verordening voldoen. Dit geldt ook voor bestanddelen in stoffen of mengsels.
Op de ZZS-lijst staan veel stoffen met in de naam het woord 'mengsel'. Maar volgens de definities zijn dit meestal geen mengsels, maar stoffen. Het zijn bijvoorbeeld complexe reactieproducten en dus UVCB's.
Mengsel
Een mengsel of oplossing bestaande uit 2 of meer stoffen die bij elkaar zijn gevoegd. En dus niet het gevolg zijn van een chemische omzetting bij of na het mengen.
Over het algemeen wordt voor stoffen en mengsels een concentratiegrens voor ZZS van ≥ 0,1% (g/g) gebruikt. Dit is in lijn met de REACH- en CLP-verordening. Er zijn uitzonderingen op deze algemene regel. Meer informatie staat in het memo van het RIVM: Toelichting over de ZZS-toets in geval van mengsels met ZZS-bestanddelen.