Berekende kosteneffectiviteit maatregelen voor minimalisatie ZZS-luchtemissies in vergelijking met referentiewaarden
Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn de gevaarlijkste stoffen voor mens en milieu. Het streven is om ZZS uit de leefomgeving te weren (minimalisatieplicht voor ZZS). De ZZS-referentiewaarden helpen het bevoegd gezag in de te maken afwegingen bij het beoordelen van maatregelen die het bedrijf voorstelt om emissies van ZZS naar de lucht te minimaliseren. De referentiewaarden hebben geen wettelijke status.
Berekenen kosteneffectiviteit van minimalisatiemaatregelen ZZS
Een kosteneffectiviteitsberekening is verplicht in de volgende situaties:
- Bij een soepelere emissiegrenswaarde (artikel 8.28 van het Besluit kwaliteit leefomgeving)
- Als onderdeel van het vermijdings- en reductieprogramma (artikel 5.24 lid 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving)
Het bedrijf berekent de kosteneffectiviteit volgens de methode in bijlage XVc van de Omgevingsregeling.
Vergelijking van berekende waarden met referentiewaarden kosteneffectiviteit minimalisatiemaatregelen ZZS bij emissies naar de lucht
Het bevoegd gezag beoordeelt of aanvullende maatregelen om ZZS-emissies verder te minimaliseren moeten worden voorgesteld. Eén van de afwegingen die daarbij meespelen is of die maatregelen kosteneffectief zijn. Als hulpmiddel kan het bevoegd gezag hierbij de kosteneffectiviteit referentiewaarden voor ZZS gebruiken. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft deze referentiewaarden beleidsmatig bepaald, maar ze hebben geen wettelijke status.
De eenheid van de referentiewaarden is net als de resultaten van een kosteneffectiviteitsberekening uitgedrukt in kosten per vermeden kg emissie ZZS. Ze geven een niveau aan tot waar maatregelen om ZZS-emissies te minimaliseren kosteneffectief zijn.
De stofcategorie ZZS bestaat uit de stofklassen ERS, MVP1 en MVP2. Er zijn alleen kosteneffectiviteit referentiewaarden bepaald voor de ZZS-stofklassen MVP1 en MVP2. Er is geen referentiewaarde voor de ZZS-stofklasse ERS. De kosteneffectiviteit referentiewaarden hebben een onder- en een bovengrens. Zie ook de informatie onder Integraal beoordelen: toepassen kosteneffectiviteit referentiewaarden.
Tabel referentiewaarden
Stofklasse | Ondergrens (euro/kg) | Bovengrens (euro/kg) |
---|---|---|
MVP1 | 6.000 | 60.000 |
MVP2 | 3.000 |
30.000 |
Basis referentiewaarden: onderzoeksrapporten
De minimalisatieplicht voor ZZS gaat verder dan de maatregelen die het bedrijf al moet nemen om de wettelijke emissiegrenswaarden te bereiken (beste beschikbare technieken Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). De vergunningverlener heeft dus een handvat nodig om de kosten van een maatregel te kunnen afzetten tegen de verwachte effecten ervan. De berekeningsmethode die gebruikelijk is voor andere luchtemissies acht het ministerie van IenW hiervoor geschikt. Daarbij heeft het ministerie van IenW speciaal voor ZZS nog specifieke referentiewaarden afgeleid.
De kosteneffectiviteit ZZS-referentiewaarden zijn afgeleid op basis van de resultaten in het onderzoeksrapport van RIVM: Beoordeling kosteneffectiviteit van maatregelen om de uitstoot van ZZS naar lucht te beperken (2021). Voor deze studie heeft advies- en ingenieursbureau TAUW ook een bijdrage geleverd, zie hiervoor de bijlage van het RIVM-rapport. TAUW is in hun onderzoeksrapport uitgegaan van eigen meetgegevens, in aanvulling op praktijkcases die een aantal branches hebben aangeleverd.
Evaluatie referentiewaarden: verzoek aanleveren casussen
Het ministerie van IenW wil de referentiewaarden op termijn vastleggen in de Omgevingsregeling onder de Omgevingswet. Hiervoor zal in 2023 een evaluatie van de kosteneffectiviteit referentiewaarden voor ZZS plaatsvinden. Daarvoor wil IenW het gebruik van de kosteneffectiviteitsmethode de komende jaren volgen en evalueren welk effect deze aanpak in de praktijk heeft. Zo is onder andere na te gaan tegen welke kosten het bedrijf de minimalisatiedoelstelling realiseert.
Voor dit evaluatiemoment ontvangt het Informatiepunt Leefomgeving namens IenW graag praktijkcasussen van bevoegde gezagen. Bevoegde gezagen kunnen deze praktijkcasussen al aanleveren op het moment dat ze bij een beoordeling van de kosteneffectiviteit de referentiewaarden hebben toegepast. Aanleveren kan via het digitaal platform Netwerk ZZS op het Kennisnet van OmgevingsdienstNL. Heeft u geen toegang tot dit digitaal platform, gebruik dan het helpdeskformulier van het Informatiepunt Leefomgeving. Vermeld daarbij ‘Evaluatie kosteneffectiviteit referentiewaarden ZZS-emissie lucht’.
De aangeleverde praktijkcasussen gaat IenW meenemen bij de evaluatie. Dit kan leiden tot verdere onderbouwing of eventuele aanpassing van de kosteneffectiviteit referentiewaarden voor ZZS.
Integraal beoordelen: toepassen kosteneffectiviteit referentiewaarden
De kosteneffectiviteit is uitgedrukt in de kosten per vermeden hoeveelheid kg emissie. Het bevoegd gezag kan de referentiewaarden gebruiken als hulpmiddel in haar integrale beoordeling:
- Boven de bovengrens referentiewaarde: het bevoegd gezag kan maatregelen beschouwen als niet-kosteneffectief
- Onder de ondergrens referentiewaarde: het bevoegd gezag kan maatregelen beschouwen als wel-kosteneffectief
- Tussen onder- en bovengrens: het bevoegd gezag kan de mate van kosteneffectiviteit van de maatregelen meenemen bij haar integrale afweging.
Besluit over een maatregel is meer dan beoordelen kosteneffectiviteit
Het bevoegd gezag neemt een besluit op basis van een integrale afweging waarvan de kosteneffectiviteit van maatregelen een onderdeel vormt. Het bevoegd gezag kan naast kosteneffectiviteit ook andere factoren meewegen zoals de lokale (milieu-)omstandigheden, specifieke bedrijfsomstandigheden, of specifieke eigenschappen van stoffen (zie voorbeelden hieronder). Verder is het van belang te blijven minimaliseren, zoals de bedoeling is van de regulering van ZZS. Dus periodiek en/of als daar aanleiding toe is opnieuw die afweging maken en dus ook de kosteneffectiviteit opnieuw bezien.
Voorbeelden mee te wegen factoren
In de integrale afweging kan het bevoegd gezag naast de kosteneffectiviteit van maatregelen de volgende elementen meenemen:
- de lokale (milieu-)omstandigheden, zoals de kwetsbaarheid van het gebied waar de uitstoot plaatsvindt of de belasting van het gebied vanuit andere bronnen
- de specifieke bedrijfsomstandigheden zoals ouderdom van de installatie of maatschappelijk belang van het bedrijf
- specifieke stofeigenschappen die niet al meegenomen zijn in de definitie van ZZS
Een hogere kosteneffectiviteit is te motiveren op basis van bijvoorbeeld:
- de mate van persistentie (persistente stoffen breken zeer langzaam af en blijven daardoor lang in het milieu)
- de mate waarin het bedrijf of de uitstoot zich nabij een kwetsbaar gebied bevindt
- de mate waarin het gaat om cumulatie van ZZS
- de hoogte van de jaarvracht/omvang van het bedrijf
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.