IPLO'ers in beeld: 'Met de kennis van nu had mijn huis er anders uitgezien'
Wie zijn de mensen achter het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO)? Maak kennis met enkele van deze experts. Ze vertellen over hun werk en passies. In deze 2e aflevering: Edwin Voogd, adviseur bij de vakgroepen VTH-Algemene regels en Systematiek & Ruimte. Zo'n 4 jaar geleden liet hij een energieneutraal huis bouwen. In zijn vrije tijd zingt hij opwekkingsliederen in een gospelkoor.
Je mag Edwin gerust een generalist noemen. Van huis uit chemisch technoloog – MTS, daarna HTS – deed hij later een milieuopleiding en rechten, waardoor hij mr.ing.ing. voor zijn naam mag zetten. Hij schrijft aan webpagina's voor iplo.nl en beantwoordt helpdeskvragen, met name over Bouw. Over het thema Bouw kwamen in 2024 bijna 4.000 vragen binnen bij de IPLO-helpdesk. Edwin: 'Denk aan vragen over vergunningverlening, bouw- en woningtoezicht en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, de Wkb.'

Edwin is actief in het Netwerk Milieubelastende activiteiten en geeft beleidsondersteuning en advies. 'Recent nog heb ik meegeschreven aan een stuk over de mogelijkheden voor woningdelen en woningsplitsing. En ik was tegenlezer voor het rapport Mogelijkheden STOER volgens IPLO.' STOER staat voor het programma Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving dat erop gericht is 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen.
Zeperd
Hoewel Edwin Voogd bij kennisinstituut IPLO werkt, noemt hij competenties belangrijker dan kennis. 'Op het web is alles te vinden. Het draait meer dan ooit om weten hoe je iets voor elkaar krijgt, zaken combineren en wegen.' Er volgt een pleidooi om verder te kijken dan je neus lang is. 'Ik ben van huis uit milieukundige. Toen ik hier solliciteerde, had ik geen idee dat ik nu bouwwetgeving zou doen. Het is wel een kwestie van durven. Investeren. Je kwetsbaar opstellen. En niet bang zijn om in het begin een zeperd te maken. Daar leer je van.'
Te goed geïsoleerd
Ook in zijn vrije tijd is Edwin bezig met woningen en de leefomgeving. Zo'n 4 jaar geleden tekende hij een zeer energiezuinig huis en liet dat bouwen. De woning ligt op een taartpuntvormig perceel, ligt vol zonnepanelen en maakt gebruik van bodemenergie. De aardwarmte gebruikt hij om zijn huis in de winter te verwarmen en in de zomer terug te koelen. 'In de winter is het constant 21 graden, fantastisch. Maar in de zomer kun je de vloerverwarming niet maximaal koud zetten, want dan wordt het temperatuurverschil tussen de vloer en de ruimte te groot en krijg je condens op de vloer.'
Wat dat betreft beoordeelt Edwin zijn huis eigenlijk als té goed geïsoleerd. 'Warmte die er eenmaal in zit, gaat er relatief moeilijk weer uit. Achteraf gezien had ik voor meer zonwering moeten zorgen. Hetzelfde geldt voor onze indak zonnepanelen. Technisch en optisch fraai. Maar de hitte kan moeilijk weg, waardoor hun rendement minder is en ons dak – en de zolder eronder – warmer worden dan nodig is. Met de kennis van nu had mijn huis er toch weer net wat anders uitgezien. Ze zeggen niet voor niets: bouwen moet je twee keer doen.'
Tegenwicht
Wie dit leest, zou kunnen denken dat Edwin zo duurzaam mogelijk leeft. Maar daar is hij eerlijk in. 'Ik ben ook maar een mens', zegt hij. 'Ik rijd met een benzineauto. En ik ga soms met het vliegtuig op vakantie.' Hij trekt het breder: 'Collectief zouden we het misschien wel allemaal beter willen en kunnen regelen. Maar als persoon kiezen we toch vaak voor gemak en onze portemonnee.' Om deze sombere gedachten wat tegenwicht te bieden, zingt hij opwekkingsliederen in een gospelkoor. 'Praise-achtig. En vrolijk, swingend.'