Aanjagen circulaire economie speerpunt voor Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Het 'Nieuws in Perspectief': deskundigen vertellen over achtergronden en ontwikkelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving
Het kabinet heeft forse doelstellingen voor een circulaire economie: al in 2030 de helft minder primaire grondstoffen gebruiken en in 2050 een volledig circulaire economie. Van het complexe chemiebedrijf tot de kleine hotelzeepjesinzamelaar: de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied kan aan knoppen draaien vanwege vergunningverlening en toezicht op productieprocessen en afvalstromen. 'Het instrument rechtsoordeel is echt onderbelicht.'
'Sinds 2019 is circulaire economie, CE, een speerpunt binnen onze organisatie.' Dat zegt Elvira Witsiers, programmamanager circulaire economie bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. 'Zowel onze opdrachtgevers als bedrijven komen steeds vaker met verzoeken op CE-gebied.'
Om hier uitvoering aan te geven, stelde de omgevingsdienst een circulair uitvoeringsprogramma op. Hierbij staan 2 doelen centraal. 'Het eerste doel is dat we voor onze opdrachtgevers, bedrijven en andere omgevingsdiensten als kennisschakelpunt willen fungeren. Er is veel losse kennis over grondstoffen, afval en hergebruik. Wij willen het voortouw nemen om die kennis en expertise te verzamelen en te delen.' Het andere doel is ontwikkeling van een verbeterd, innovatief VTH-instrumentarium dat een circulaire economie ondersteunt.
'Denk bijvoorbeeld aan aangescherpte vergunningsvoorwaarden bij een revisievergunning', zegt Arjen Snijder, adviseur afval en circulaire economie en een directe collega van Witsiers. 'We proberen waar mogelijk scherper voor te schrijven. Bijvoorbeeld door afvalpreventieonderzoek te eisen. Maar ook te luisteren naar bedrijven die zich circulair willen inzetten zonder daarbij de milieu- en gezondheidsrisico's uit het oog te verliezen.
Elvira Witsiers, programmamanager circulaire economie Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Arjen Snijder, adviseur afval en circulaire economie Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Ondermijning
Een serieuze bedreiging voor de circulaire economie is ondermijning. Dat staat in het artikel Omgevingswet zet deur open voor milieucrimineel van Binnenlands Bestuur. De invoering van de Omgevingswet houdt in dat allerlei activiteiten niet langer vergunning- of meldingsplichtig zijn. Het toezicht op grondstromen zal hierdoor onder druk komen te staan. Verder zullen bevoegde gezagen moeten leren omgaan met de nieuwe regels van de Omgevingswet. Het risico bestaat dat milieucriminelen hun kans schoon zien en afvalstoffen op illegale wijze verwerken in bouwstoffen.
Herbruikbaarheid
Een gemiddelde afvalcontainer met bouw- en sloopafval bevat metaal, hout en kunststoffen die mogelijk geschikt zijn voor hergebruik in de bouw. 'We hebben een collega die zich bezighoudt met de aantoonbaarheid van die materialen', zegt Snijder. 'Is die stalen balk nog net zo sterk als toen-ie 30 jaar geleden bij Hoogovens van de band rolde?' Een van de ideeën is het materialenpaspoort voor bouwwerken, wat hergebruik en terugwinnen van materiaal veel gemakkelijker maakt.
Steeds meer bedrijven proberen hun reststromen niet meer als afval af te voeren, maar als grondstof of halffabricaat te vermarkten. Een potentieel gevaar daarbij is dat er, bedoeld of onbedoeld, gevaarlijke stoffen in terechtkomen. 'Omdat wij het bevoegd gezag zijn voor bedrijven die dergelijke conversies maken, moeten wij daar wel akkoord mee gaan. Als een bedrijf er een janboel van maakt, straalt dat dan ook op ons af. Het vereist dat wij ook kennis hebben en goed toepassen. Circulaire economie gaat niet alleen over 'groen', maar ook over ondermijning of Zeer Zorgwekkende Stoffen, ZZS.'
Een voorbeeld van dat laatste is rubbergranulaat van oude autobanden als instrooimateriaal op kunstgrasvelden. Autobanden bevatten ZZS, reden waarom het RIVM het rubbergranulaat onder de loep heeft genomen om te kijken naar de risico's voor sporters en het milieu.
Bestuurlijk rechtsoordeel
Snijder noemt als positief voorbeeld een bedrijf dat een creatieve oplossing zocht (en vond) voor hun plasticafval: er door een andere producent grondstof van laten maken. 'Dit bedrijf kwam bij ons vragen om een rechtsoordeel. Als wij van oordeel zijn dat ze hun plasticafval kunnen verkopen als grondstof, en zich dus niet ontdoen van een afvalstof, scheelt dat een stapel papierwerk. En het geeft mogelijkheden verderop in de keten. De bedrijven die die plastic schilfers innemen, zijn dan ook geen afvalverwerker. Zij maken gewoon verpakkingen die aan de kwaliteitseisen voldoen.'
Een bestuurlijk rechtsoordeel is een onderbouwde interpretatie van het afvalrecht. Witsiers benadrukt dat elk bevoegd gezag rechtsoordelen mag afgeven. Ook een omgevingsdienst. 'Dat is echt een onderbelicht instrument.'
Snijder herinnert zich een bedrijf dat olie voor de voedingsindustrie produceert. 'Daar komt een wateronthardingsmiddel, ionenwisselaarhars, bij vrij. Voorheen stortten ze dit, zo'n 40 ton per jaar. Daar hebben we het bedrijf op aangesproken en ze hebben een recyclebedrijf gevonden dat het materiaal weer kan regenereren.'
Een andere casus gaat over een hotelzeepjesinzamelaar. 'Denk aan ongebruikte én gebruikte zeepjes, evenals restvoorraden of een oude lijn die een hotelketen niet meer wil voeren. Het gaat om tientallen kubieke meters per jaar; voorheen restafval dat werd verbrand. Nu haalt een stichting ze op die deze zeepjes schoonmaakt, verwerkt en distribueert.'
Een rechtsoordeel afgeven is nog erg casusgebonden en daarmee arbeidsintensief. 'Je hebt wel een basaal toetsingskader: het Landelijk Afvalbeheerplan en sectorplannen', zegt Snijder, 'maar daar moet je verder invulling aan geven. Het moet veilig en gezond zijn, en er moet een markt voor zijn.' Volgens Witsiers zal een bedrijf vaak eerst zelf aan de slag gaan om een afnemer voor de reststromen te vinden. 'Maar dat gaat vooral over technische aspecten, niet snel de milieukundige. Ik zou het liefst toewerken naar landelijke afspraken, à la Betonakkoord.'
HAUT
Inzet van duurzaam hernieuwbare grondstoffen is een belangrijke circulaire strategie. Met een hoogte van 73 meter en 21 verdiepingen is HAUT in Amsterdam het hoogste houten woongebouw van Nederland. 'Dit innovatieve en circulaire gebouw hebben wij vergund', zegt Arjen Snijder.
Tienduizenden euro's besparen
Een rechtsoordeel dat Snijder schreef namens opdrachtgever provincie Noord-Holland gaat over lecithine. ‘Lecithine is een bijproduct dat ontstaat bij de productie van sojaolie. Een bedrijf in Amsterdam perst olie uit sojabonen, voor de cosmetica-industrie. De dan nog ruwe olie wordt gezuiverd door het ruwe materiaal eruit te halen. Dit ruwe materiaal is de lecithine. De crux zit 'm erin lecithine niet meer als afvalstof te bestempelen, maar als bijproduct. Ik heb getoetst aan het afvalrecht of de materiaalstroom voldoet aan criteria van een bijproduct. Dan mag je het als (bij)product inzetten. En dat was hier het geval.
Het is voor een bedrijf een enorme financiële prikkel om dit te regelen, want de transport- en administratiekosten voor afval zijn hoger dan voor een bijproduct. Dat loopt echt in de tienduizenden euro's. Zo krijg je de circulaire economie in werking. En het betekent natuurlijk minder afval. Het gaat naar vergistingsinstallaties die er methaan van maken voor verwarming van woningen en kassen, of voedselbereiding. Het organische restant wat daar weer bij overblijft, mag als mest worden ingezet.'
Monitoringsgat
'Pas als je zicht hebt op álle afvalstromen, kun je sturen', zegt een gedreven Witsiers. Ze werkt momenteel samen met geoFluxus (bedrijfsmotto: We Map Waste). GeoFluxus is gespecialiseerd in het opwerken en visueel maken van AMICE-datavanuit data van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen. 'Omgevingsdiensten, maar ook het Rijk en gemeenten, hebben enorm veel data. Die puzzelstukjes moeten we aan elkaar leggen', vindt Witsiers. '1 van de stappen die je zou kunnen zetten is verbetering van de digitalisering van de afvalstromen', zegt Snijder. 'Liefst zo laagdrempelig mogelijk, bijvoorbeeld met een app. Een van onze projecten heet 'Digitale inspecteur afval'. We hebben ruim 16.000 bedrijven in ons portfolio, waarvan 625 complexe risicovolle. De informatie in de bedrijfsprofielen en de vergunningen zouden we graag samenvoegen en in een dashboard stoppen. Inclusief verkeer en vervoer, onderdeel van de vergunningverlening en relevant omdat het vaak met uitstoot gepaard gaat.'
Snijder constateert een monitoringsgat. 'Vanuit wet- en regelgeving moeten bedrijven een aantal stoffen registreren, maar sommige stoffen zijn daarvan vrijgesteld. Een bedrijf dat zich puur met plasticrecycling bezighoudt, hoeft bijvoorbeeld weinig te registreren. In mijn ogen moeten we af van die registratievrijstellingen, om het geheel beter in zicht te krijgen.'
'Pas als je zicht hebt op álle afvalstromen, kun je sturen.'
Experimenteerruimte naar 9 maanden
Omgevingsdiensten hebben de reputatie dat ze vertragend werken. 'Dat is een spanningsveld', oordeelt Witsiers. 'Aan de ene kant willen wij graag meedenken, bijvoorbeeld als bedrijven afvalstoffen willen veranderen in grondstoffen. Aan de andere kant moet het wel veilig: we staan pal voor de veiligheid en luchtkwaliteit van dit gebied. Een van onze projecten is 'Ketentoezicht e-waste'. Ketens zijn zeer relevant in de circulaire economie.'
Bekend is dat e-waste soms schimmige afzetkanalen heeft en dat bij verkeerde recycling zware metalen kunnen vrijkomen. 'We hebben een data-analyse gedaan, wat nogal een gatenkaas opleverde. Het draait om bedrijfsprofielen scannen en kansen destilleren. Of neem ons project rond afvalprofielen: uit welke fracties afval bestaat. En hoe afval zich verplaatst binnen en buiten onze regio.'
Noemenswaardig is ook dat de experimenteerruimte voor bedrijven is verruimd: tijd die nodig is om ervaring op te doen met een nieuw productieproces. Zoals leren werken met secundaire in plaats van primaire grondstoffen. Voorheen was die ruimte 6 maanden; dat is vanuit wet- en regelgeving verlengd tot 9. Deze ruimte was vroeger beperkt tot de afvalbedrijven, maar bij de omgevingsdienst zien ze ook wel in dat dat producenten deze ruimte ook willen hebben om bijvoorbeeld teruggenomen afgedankte producten opnieuw in te zetten.
'Zo proberen we onze gereedschapskist verder aan te vullen', zegt Witsiers. 'Zodat collega's, als ze in gesprek gaan met bedrijven, kunnen vertellen wat er allemaal mogelijk is.'
Monitoring
Benieuwd naar de stand van zaken rond de transitie? De Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) verschijnt eens in de 2 jaar. Het geeft inzicht in trends in het grondstoffengebruik, de milieu- en sociaaleconomische effecten, de acties van partijen, de ingezette middelen en de interventies van de overheid.
'Toewerken naar landelijke afspraken'
Witsiers doet een oproep aan gemeenten om in gesprek te gaan met hun omgevingsdienst. 'Dan zal je zien dat er heel nuttige dingen uit komen. Ook al weet je nog niet helemaal wat je vraag is, je zult al circulaire beleidsdoelen hebben opgeschreven in je omgevingsvisie, omgevingsplan of programma. Als omgevingsdiensten hebben wij er baat bij als we een eenduidige opdracht krijgen.'
Bijdragen aan de ontwikkeling van de circulaire economie is bijna te groot om te overzien, vindt Snijder. 'Een collega deed daarover de volgende uitspraak: 'Hoe eet je een olifant? Hapje voor hapje. 'Begin klein. Begin ergens. En werk stap voor stap toe naar je doel.'
'Begin klein. Begin ergens. En werk stap voor stap toe naar je doel.'
Meer Nieuws in Perspectief
Andere Nieuws in Perspectief-artikelen lezen? Ga dan naar de overzichtspagina van Nieuws in Perspectief.
Fotoverantwoording
- Afbeelding banner, hotelzeepjes: via OD NZKG, copyright Tracy Wong
- Afbeelding metaalafval wordt gerecycled in het Amsterdamse havengebied: copyright Rijksoverheid, foto medewerker ILT, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- Afbeelding plastic snippers: copyright Rijksoverheid, foto Martijn Beekman / IenM
- Afbeelding HAUT Amsterdam: copyright Melvinvk
- Afbeelding berg schroot: copyright Rijksoverheid, foto ILT, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- Afbeelding Havengebied Amsterdam: via OD NZKG