Voorkom bijplaatsing rond afvalcontainers
IPLO Nieuws
We kennen het verschijnsel allemaal: ondergrondse afvalcontainers met afval eromheen. Van plastic zakken, hout en karton tot matrassen en hele meubelsets. Afvaldumping is een wijdverbreid fenomeen. Een van de opgaven van Rijkswaterstaat is vermindering van zwerfafval in Nederland. Een paar keer per jaar organiseert de afdeling Circulaire Economie de training 'Voorkom bijplaatsing'. Een reportage over deze training, die zich richt op gemeentemedewerkers en gebiedsbeheerders.
In de meeste gemeenten zijn ondergrondse afvalcontainers de standaardmanier om huishoudelijk afval in te zamelen. Ze nemen weinig ruimte in en dragen bij aan een efficiënte afvalverwerking. Maar ze hebben ook een schaduwzijde: afval en grofvuil dat mensen illegaal naast de containers zetten. Het is ontsierend, geeft verlies van recyclebaar materiaal, veroorzaakt extra kosten en trekt ratten en meeuwen aan, wat de omgeving vervuilt en nieuw zwerfafval aantrekt.
Regels en handhaving
Wettelijk gezien mag het simpelweg ook niet. Afvaldumping door particulieren is in strijd met de Wet milieubeheer. En afvaldumping door bedrijven is in strijd met het Besluit activiteiten leefomgeving. Het is bestuursrechtelijk en strafrechtelijk te handhaven. Op de website van Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) leest u veel meer over afvalbeleid en afval dumpen.
Aantal klachten Utrecht stijgt explosief
Het aantal meldingen en klachten over afvaldumping is in de stad Utrecht sterk gestegen: 57.000 in 2024, tegenover 16.000 in 2023. Bij 50% van de 5.000 ondergrondse afvalcontainers in Utrecht ligt bijgeplaatst afval, volgens het artikel 'Mensen zijn ontzettend makkelijk geworden' (verwijst naar een andere website) (Algemeen Dagblad, 27 december 2024).
Reden genoeg om dit probleem aan te pakken. Maar in de binnenstad wonen andere mensen dan in buitenwijken, met andere uitdagingen. Niet iedereen heeft een auto om naar de milieustraat te rijden. Hoe motiveer je ze, en hoe betrek je anderstaligen? In samenwerking met gemeenten en onderzoeksbureaus doet de afdeling Circulaire Economie van Rijkswaterstaat al jaren onderzoek en pilots. De kennis en ervaring die dat heeft opgeleverd, brengen ze graag verder door de gratis training 'Voorkom bijplaatsing' aan te bieden.
Bijplaatsing systematisch te lijf
De training (3 ochtenden en een thuiswerkopdracht) bestaat uit 3 onderdelen:
- Je analyseert het probleem vanuit verschillende invalshoeken. Waarom gedragen mensen zich op een bepaalde manier? Welke gedragsfactoren liggen hieraan ten grondslag?
- Je krijgt handvatten welke gedragstechnieken je kunt inzetten om deze gedragsfactoren te beïnvloeden.
- Je kiest een gerichte interventie, pitcht je plan en krijgt feedback van de groep.
Trainers en deelnemers


Speelgoedracebaan
De meeste afvalcontainers hebben een sensor die een melding doorgeeft als de container voor 80% vol zit. Maar soms is het afvalaanbod zo hoog dat plaatsing van een extra afvalcontainer een goede oplossing is. 'De basis moet op orde zijn,' zoals Stefan van der Wal zegt: 'Genoeg, zichtbare, schone en functionerende afvalcontainers met heldere communicatie.'
Soms zetten wijkbewoners juist bewust een voorwerp naast de afvalcontainer: ze hopen er een ander nog een plezier mee te doen. Een deelnemer zag bijvoorbeeld een speelgoedracebaan. 'Ik zag de goede intentie.' Daarnaast zijn veel mensen ervan overtuigd dat het in orde is om kartonnen verpakkingen en dozen naast een stortpunt te zetten. 'Er is niet altijd een papier- en kartoncontainer in de buurt. Of mensen hebben moeite het karton klein te maken,' constateert Femke van Geel. 'Dit is oplosbaar door stortkokers uit te rusten met een extra brede doorvoeropening.'

Deelnemers zijn anoniem aan het woord om tijdens de training vrijuit te kunnen spreken.
Veel armoede
De training stimuleert de straat op te gaan, te kijken en met mensen te praten. 'Zorg dat je weet welke weerstand je doelgroep ervaart,' zegt Nadieh Kamp. 'Het is mij opgevallen dat bewoners weinig mentale ruimte hebben, naast andere uitdagingen waar ze in het leven tegenaan lopen. Het ontbreekt ze aan zelfvertrouwen,' constateert een deelnemer. Een ander beaamt dit. 'Veel inwoners hebben wel wat anders aan hun hoofd dan afval. In mijn wijk is het jaarlijkse verhuispercentage 30%. Als arbeidsmigranten na een halfjaar weggaan, gooien zij – of hun verhuurder – matrassen vaak rücksichtslos op straat.'
Een deelnemer vertelt: 'Je merkt dat de aversie tegen de overheid groot is. De gemeente bellen vinden mensen spannend, ook al is het om een afvalophaalafspraak te maken.' Haar woorden zijn herkenbaar. 'We zien veel armoede, psychisch leed en lichamelijke klachten,' zegt iemand. Een ander vertelt: 'Uit onderzoek in onze gemeente blijkt dat mensen aan de onderkant van de samenleving 2½ keer zoveel restafval produceren als mensen met een gemiddelde of hoge sociaaleconomische status.'
Containertuintje
Educatie en bewustwording is een veelgenoemde remedie. Maar het blijkt lastig om anderstaligen en laaggeletterden te bereiken. 'Onze stad huisvest mensen van 140 nationaliteiten,' zegt iemand. Dit maakt dat plaatjes en symbolen beter werken dan talige folders en informatieborden.
'En daarbij: bewustwording is niet hetzelfde als gedrag,' merkt Nadieh Kamp op. 'Kennis alleen is niet voldoende. Veel gedrag is onbewust. We weten allemaal dat lopen goed voor ons is, maar zet jij elke dag 10.000 stappen? Je moet het ook kunnen, gemotiveerd zijn en gelegenheid hebben.' Ze benadrukt dat je een duidelijk handelingsperspectief moet communiceren: 'Wat vraag je precies van de inwoner?'
Wat soms helpt, is een tuintje rond een afvalstortpunt aan te leggen. 'Een containertuintje werkt omdat het nieuw is en opvalt, waardoor je een moment hebt om het handelingsperspectief te communiceren,' legt Nadieh Kamp uit. 'Zo'n containertuintje maakt gedrag bewust,' constateert Stefan van der Wal. 'Daar zetten mensen minder snel afgedankte spullen op. Koppel er wel een adoptant aan, iemand die een oogje in het zeil houdt. En het werkt niet overal. Daarom is gedragsanalyse ook zo belangrijk.'
Kleinbehuisd
'Bijplaatsing is een probleem dat we deels zelf hebben gecreëerd', zegt Stefan van der Wal. 'Vroeger haalde de reinigingsdienst afval van deur tot deur op. En haalden oudijzerhandelaren veel afval van de straat.' In de steden zijn veel mensen kleinbehuisd. 'Als je belt om afval te laten ophalen, moet je soms weken wachten. Zet je het illegaal op straat, dan is dat ook gratis en ben je er direct vanaf.' Mensen weten: de gemeente haalt het toch wel op.
Een deelnemer vertelt dat zijn gemeente de wachttermijn verlaagde naar 3 dagen, wat zorgde voor veel minder bijplaatsingen. Een ander noemt de positieve invloed van een grofvuilhok dat vrijwilligers 2 keer per week openstellen.

'Van klagers meehelpers maken'
Sommige interventies zijn even simpel als effectief. Bijvoorbeeld door de afvalopening van de container een kwartslag te draaien, zodat-ie meer in het zicht ligt. 'Dit leidde bij onze "hotspot" (plek waar het vaak misgaat, red.) tot maar liefst 40% minder bijplaatsingen,' merkt een deelnemer op.
Vaker controleren (meer toezicht en handhaving) of camera's plaatsen kan een afschrikwekkende werking hebben. Ook behoorlijk effectief, en goedkoper, zijn borden met daarop een afbeelding van een paar ogen. 'Die suggereren dat iemand meekijkt als jij illegaal afval bijplaatst,' verklaart Nadieh Kamp.
Het beste is bewoners te betrekken bij het probleem door het gemeenschapsgevoel te bevorderen. Bijvoorbeeld door een ambassadeur of buurtkoning te benoemen. 'Waar je naartoe wilt, is dat klagers gaan meehelpen het probleem te verminderen. Dat mensen elkaar gaan aanspreken,' sluit Stefan van der Wal de 3e bijeenkomst af.
Meer informatie
Meer informatie vindt u op Training Voorkom bijplaatsing (verwijst naar een andere website) (inschrijven kan onder aan de pagina). De eerstvolgende training start op 11 maart 2025.
Andere IPLO Nieuws-artikelen
Andere IPLO Nieuws-artikelen lezen? Ga dan naar IPLO Nieuws of de overzichtspagina van IPLO Nieuws/Nieuws in Perspectief.
Fotoverantwoording
De foto's zijn afkomstig uit het trainingsmateriaal van Rijkswaterstaat WVL, afdeling Circulaire Economie en van de auteur van dit artikel, Stefan Boerboom, redacteur bij het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) van Rijkswaterstaat WVL, afdeling Leefomgeving Expertisecentrum Klantcontact (LOEK).