Invoerinstructie ISL3a veehouderijen
Binnen heel Nederland moeten gemeenten omgevingsvergunningen voor het houden van dieren beoordelen vanwege fijnstof. Zij kunnen daarbij gebruikmaken van berekeningen om na te gaan of, hoe en waar de luchtkwaliteit verandert. Het rekenmodel ISL3a is beschikbaar voor dergelijke berekeningen. Een invoerinstructie helpt om het model juist te gebruiken bij berekeningen aan veehouderijen.
ISL3a
Rekenmodel ISL3a is een rekenmodel voor luchtkwaliteit. ISL3a is gebaseerd op het Nieuw Nationaal Model. Het model is onder andere ontwikkeld om de concentraties fijnstof rond veehouderijen te kunnen bepalen en beoordelen. Het model is afgeleid van rekenmodel Stacks, net als het rekenmodel voor geur bij veehouderijen: V-Stacks vergunning.
Handleiding ISL3a
De Handleiding ISL3a geeft informatie over het gebruik van ISL3a. Deze handleiding verwijst voor de invoer van agrarische bronnen naar de Gebruikershandleiding V-Stacks vergunning, die op zijn beurt bij Rekenmodel V-Stacks vergunning hoort.
Als er in de omgeving nog een andere veehouderij is met een flinke emissie van fijnstof, dan voert u een cumulatieve berekening uit. Zie het Stappenplan cumulatief rekenen.
ISL3a en V-Stacks vergunning
Er zijn verschillen tussen ISL3a en V-Stacks vergunning. Hoe u daarmee omgaat bij ISL3a, leest u in onderstaande invoerinstructie.
Invoerinstructie voor ISL3a als het gaat om agrarische bronnen
De nummers verwijzen naar de paragraaf in de Gebruikershandleiding V-Stacks vergunning.
2.1 (Rijksdriehoek) X, Y-coördinaten van de geurgevoelige objecten
2.2 Geurnorm (ouE/m3)
3.1 Meteorologie (Eindhoven of Schiphol)
3.2 (Rijksdriehoeks-) X-, Y-coördinaten van de bronnen
3.3 Gemiddelde gebouwhoogte (m)
3.4 Hoogte van de uitstroomopening (m)
3.5 Diameter van de uitstroomopening (m)
3.6 Verticale uittreesnelheid (m/s)
3.7 Geuremissie (ou/sE) per bron
2.1 (Rijksdriehoek) X-, Y-coördinaten van de geurgevoelige objecten
De coördinaten zijn in ISL3a en in V-Stacks de Rijksdriehoeks- of Amersfoortse coördinaten. Alles wat voor V-Stacks geldt over X- en Y-coördinaten, geldt voor ISL3a. Ook de modellering van de emissiepunten is voor ISL3a en V-Stacks vergunning hetzelfde.
Bij geur gelden de normen alleen op geurgevoelige objecten. Fijnstof beoordeelt u op meer plekken. ISL3a kent de mogelijkheid om op de hoekpunten van een gekozen grid de concentratie aan fijnstof uit te rekenen. Daarnaast kunt u eventuele aanwezige woningen als toetspunten in te voeren. Dat kan onder het tabblad: 'te beschermen object'.
Deze functie kunt u ook gebruiken om de bijdrage van de veehouderij op bijvoorbeeld toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in kaart te brengen. U kunt een grid of rekenpunten plaatsen op die locatie. Deze moeten wel in het gekozen rekengebied liggen.
Een tip van gebruikers om makkelijk op de grens van de inrichting te toetsen: plaats op die grens virtuele 'te beschermen objecten' (TBO's). Op de plek van die TBO's kunt u dan de gemiddelde jaarconcentratie en het aantal overschrijdingsdagen uitrekenen. Om het programma snel te laten rekenen, kiest u voor een relatief klein grid, bijvoorbeeld 5 bij 5.
2.2 Geurnorm (ouE/m3)
De immissienormen voor geur staan in het omgevingsplan van de gemeente. De geuremissiefactoren staan in de Omgevingsregeling. Voor fijnstof gelden de rijksomgevingswaarden voor fijnstof (PM10) of een strengere lokale omgevingswaarde fijnstof. De emissiefactoren fijnstof staan ook in de Omgevingsregeling.
3.1 Meteorologie
In V-Stacks en ISL3a hoeft u geen keuze meer te maken voor meteo Schiphol óf meteo Eindhoven. Uit de coördinaten van het rekengebied dat u invoert, volgt automatisch de meteo ter plekke. Deze is gebaseerd op een glijdende schaal tussen de meteostations in plaats van een tweedeling.
3.2 (Rijksdriehoeks-) X-, Y-coördinaten van de bronnen
De coördinaten zijn in ISL3a en in V-Stacks de Rijksdriehoeks- of Amersfoortse coördinaten. Alles wat voor V-Stacks geldt over X- en Y-coördinaten, geldt voor ISL3a. Ook de modellering van de emissiepunten is voor ISL3a en V-Stacks vergunning hetzelfde.
Voor de modellering van de emissiepunten sluit de fijnstofberekening aan bij de geurberekening. Net als bij V-Stacks vergunning moet u bij ISL3a een aparte afdeling met aparte ventilatie meenemen als apart emissiepunt. Voorbeelden staan in paragraaf 3.2.4 van de Gebruikershandleiding V- Stacks vergunning.
3.3 Gemiddelde gebouwhoogte (m)
In V-Stacks moet u de gemiddelde gebouwhoogte invoeren. ISL3a vraagt daarnaast ook nog andere gegevens over het gebouw. De gebouwgegevens zijn nodig voor de 'gebouwmodule' van ISL3a. De gebouwmodule zit ook in het Nieuw Nationaal Model, waarop ISL3a gebaseerd is.
De gebouwmodule van ISL3a berekent het effect van het gebouw op de pluim (de verspreiding van fijnstof uit het emissiepunt). ISL3a vraagt om de volgende gegevens:
- X- en Y-coördinaten van het zwaartepunt van het gebouw.
- Lengte van het gebouw in meters.
- Breedte van het gebouw in meters.
- Hoogte van het gebouw in meters. Hierbij in principe uitgaan van dezelfde uitgangspunten als bij ‘de gemiddelde gebouwhoogte' in V-Stacks vergunning (zie paragraaf 3.3 van de Gebruikershandleiding V- Stacks vergunning). Er is 1 uitzondering: voor gebouwen met een heel lage uitstroomopening (0 tot 1,5 m) is bij ISL3a- in tegenstelling tot in V- Stacks vergunning - géén correctie van de gebouwhoogte naar beneden (1,5 m voor de gemiddelde gebouwhoogte). ISL3a neemt de daadwerkelijke gemiddelde gebouwhoogte. Reden: correctie is bij ISL3a niet nodig, omdat de gebouwmodule uitgebreider is verwerkt dan in V- Stacks vergunning.
- Oriëntatie lengteas. De oriëntatie is de hoek in graden tussen de lange zijde en de x-as (0 tot 180˚):
Gebouwen in de gebouwmodule samennemen
De parameters die nodig zijn, gaan om het gebouw waar de bron (het emissiepunt) zich bevindt. U moet het hele gebouw invullen.
Staan 2 gebouwen zo dicht op elkaar dat tussen de gebouwen overduidelijk een luwte ontstaat? Dan is het advies: modelleer beide gebouwen als 1 groot gebouw. Dit geldt ook, als 1 van de gebouwen geen stal is.
U kunt de volgende richtlijn hanteren. Is de afstand tussen de gebouwen kleiner dan de helft van de gemiddelde hoogte van de 2 gebouwen? Dan modelleert u deze gebouwen samen als 1 groot gebouw. Meer informatie over het samennemen van gebouwen vindt u in paragraaf 5.3.3 van de Handreiking Nieuw Nationaal Model II.
Vult u meerdere emissiepunten voor 1 en hetzelfde gebouw in? Dan moet u het hele gebouw bij elk emissiepunt opnieuw invullen. De gebouwmodule van ISL3a berekent namelijk alleen het effect van het gebouw op de pluim van de bijbehorende bron. Het model ‘ziet' de andere gebouwen niet. Er is dus geen dubbeltelling, als u hetzelfde gebouw meerdere malen invult.
3.4 Hoogte van de uitstroomopening (m)
In ISL3a is de hoogte van de uitstroomopening de hoogte van de bron. De uitgangspunten zijn gelijk aan V-Stacks vergunning. In de volgende gevallen is de hoogte van de bron niet de hoogte van de uitstroomopening:
- ligboxenstal met venturi-nok (zie paragraaf 3.4.1 en 3.7.3 van de Gebruikershandleiding V-Stacks vergunning)
- stal op helling (zie paragraaf 3.4 van de Gebruikershandleiding V-Stacks vergunning)
3.5 Diameter van de uitstroomopening
Voor de diameter gelden bij ISL3a dezelfde uitgangspunten als bij V-Stacks vergunning. Zie verder paragraaf 3.5 van de Gebruikershandleiding V-Stacks vergunning
3.6 Verticale uittreesnelheid (m)
De uittreesnelheid in ISL3a is in principe gelijk aan de uittreesnelheid in V-Stacks vergunning.
3.7 Geuremissie per bron (ou/sE) per bron
Het principe voor het bepalen van de emissie per bron is voor V-Stacks vergunning en ISL3a grotendeels hetzelfde. Maar: in het ISL3a zit - anders dan bij V-Stacks vergunning- een rekenhulpmiddel om de totale emissie per bron te berekenen.
Dit kan met het blok aan de rechterkant van het scherm. De totale emissie van de bron wordt uit dat blok automatisch ingevuld in het blok aan de linkerkant, bij PM10 emissie. U kunt de PM10-emissie ook handmatig aan de linkerkant invullen.
Zie verder de pagina Berekenen emissies uit stallen.