Casussen ter illustratie van aanpassen bruidsschatregels
Aan de hand van 3 casussen illustreren we de handvatten in deze handreiking voor het aanpassen en omzetten van de regels in de bruidsschat omgevingsplan of waterschapsverordening.
Casus Beleidsneutraal omzetten
In deze casus gaan we uit van het beleidsneutraal omzetten van alle milieuregels in de bruidsschat naar algemene regels voor het gehele grondgebied. Waar nodig worden de regels aangepast aan het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Als we het stroomschema van de regelgeving hanteren, komen we uit op een plan-mer. Immers, de bruidsschat bevat kaderstellende milieuregels (eerste 'ja') en geldt ook voor mer-plichtige projecten (tweede 'ja').
Zodra het plan-MER van het programma Bruidsschat beschikbaar is, kunnen gemeenten en waterschappen de informatie uit dit plan-MER gebruiken voor hun eigen plan-mer.
Dat er voor de betreffende regels al eerder een plan-mer is doorlopen, ontslaat een gemeente of waterschap niet van de plicht deze opnieuw te doorlopen. Ook niet als de regels beleidsneutraal worden omgezet: met deze omzetting neemt de gemeente of het waterschap immers het besluit om de regels opnieuw vast te stellen. De gemeente of het waterschap had hierbij ook de keuze kunnen maken om de regels in aangepaste vorm vast te stellen.
Alternatieven
Niet alle milieuregels in de bruidsschat zijn kaderstellend. Wel kaderstellend zijn in ieder geval de regels met betrekking tot veehouderijen en zuiveringtechnische werken.
Zolang het plan-MER van het programma Bruidsschat nog niet gereed is, kan een gemeente, waterschap of provincie er ook voor kiezen om de kaderstellende regels nog niet aan te passen. De omzetting van de bruidsschat wordt dan gefaseerd uitgevoerd. Dit heeft als voordeel dat gemeenten, waterschappen en provincies niet ieder voor zich dezelfde onderzoeken hoeven uit te voeren. In de eerste fase, dus zonder de kaderstellende regels, is geen plan-mer nodig.
Een andere optie is het aanpassen van het toepassingsbereik bij het omzetten van de milieuregels van de bruidsschat. Gemeenten en waterschappen kunnen ervoor kiezen om de "nieuwe" regels niet van toepassing te laten zijn op de vergunningplichtige activiteiten van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hiermee zijn deze nieuwe regels niet kaderstellend voor de omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit voor mer-plichtige of mer-beoordelingsplichtige projecten. Daardoor is de meest voor de hand liggende aanleiding voor een plan-mer-plicht niet meer van toepassing op het deel van de regels dat gewijzigd wordt.
Let wel, het omgevingsplan zal dan nog wel op een later moment moeten worden gewijzigd om ook de regels voor de vergunningplichtige activiteiten van het Bal om te zetten, inclusief een bijbehorende plan-mer.
Casus Stedelijke (her)ontwikkeling
In deze casus gaan we uit van een stedelijke (her)ontwikkeling die vraagt om wijziging van het omgevingsplan en aanpassing van milieuregels in de bruidsschat.
Allereerst is het de vraag of de voorgenomen wijziging van het omgevingsplan leidt tot een project-mer. Dit moet blijken uit de project-mer-beoordeling. Als dit zo is, kan de wijziging van de bruidsschatregels hierin meelopen.
Zodra het plan-MER van het programma Bruidsschat beschikbaar is, kunnen gemeenten de informatie uit dit plan-MER gebruiken voor hun eigen project-mer-beoordeling. Het plan-MER van het programma Bruidsschat gaat hierbij in op verschillende varianten die gemeenten en waterschappen in overweging kunnen nemen.
Als er sprake is van een omgevingsplan dat kaderstellend is voor de omgevingsplanactiviteit (OPA), dan is het omgevingsplan plan-mer-plichtig (of misschien plan-mer-beoordelingsplichtig) en de OPA project-mer-beoordelingsplichtig. In dit geval loopt de wijziging van de bruidsschatregels mee in de plan-mer voor het omgevingsplan.
Is het plan-MER van het programma Bruidsschat nog niet beschikbaar? Of wordt gekozen voor andere varianten dan in het programma Bruidsschat? Dan moeten gemeenten de milieueffecten en alternatieven zelf onderzoeken en onderbouwen in hun project-mer. De milieuregels van de bruidsschat lopen hierbij mee met alle andere regels in de project-mer.
Voor de normen in het Bkl gaan we er van uit dat bij afwijking van deze normen een goede motivering nodig is, inclusief onderzoek naar reële alternatieven.
Alternatief
Voor de bruidsschatregels kunnen gemeenten ervoor kiezen om, al dan niet gekoppeld aan de project-mer, ook te kijken naar een mogelijke verbetering van de toegankelijkheid van de regels. Of om andere bruidsschatregels nu gelijk mee te nemen, of direct voor het gehele grondgebied de regels aan te passen. In dat laatste geval is er naast een project-mer mogelijk ook een plan-mer nodig op basis van het stroomschema regelgeving. Dan is het goed om te kijken naar de samenloop van beide procedures.
Externe werking
In deze situatie gaan we uit van de situatie dat voor een woningbouwontwikkeling, de bedrijfsnormen van een naast gelegen bedrijf moeten worden aangepast. Het kan gebeuren dat bij de nieuwe woningen een hoger niveau van geluid of geur te verwachten is door een bestaand bedrijf. De gemeente kan dit voorkomen door een beperking op te leggen aan het bedrijf; in dat geval zal mogelijk nadeelcompensatie betaald moeten worden.
De gemeente kan dit ook anders oplossen. Namelijk door voor het geluid of de geur van het bedrijf op de nieuwe woningen een hoger niveau te laten gelden, dat overeenkomt met de huidige manier van produceren van het bedrijf. Er is een motivering nodig dat het hogere niveau nog steeds aanvaardbaar is voor de nieuwe woningen. Daarvoor kunnen ook extra maatregelen of voorzieningen bij de woningen nodig zijn. Vóór de Omgevingswet kon dit via maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften. Onder de Omgevingswet is hiervoor een wijziging van het omgevingsplan nodig.
Als de wijziging van de regels voor de bestaande bedrijven meeloopt in de wijziging van het omgevingsplan krijgt de motivering daarvan een plek in het project-mer als dat nodig is.
Stedelijke ontwikkeling via BOPA-vergunning
In deze situatie wordt de stedelijke ontwikkeling mogelijk gemaakt via een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) in plaats van via een wijziging van het omgevingsplan. Via de BOPA wordt toestemming verleend om af te wijken van de milieuregels in de bruidsschat.
Voor de BOPA geldt een project-mer-beoordeling. Als hieruit blijkt dat een aanpassing van de milieuregels in de bruidsschat nodig is, dan volgt uit het stroomschema regelgeving of hiervoor een plan-mer nodig is.
Casus Nieuwe fabriek via een BOPA-vergunning
In deze casus gaan we uit van het mogelijk maken van een nieuwe fabriek via een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA), waarbij toestemming wordt verleend om af te wijken van bruidsschatregels in het omgevingsplan.
Voor zover dat nodig is, kunnen aan de BOPA voorschriften worden verboden die waarborgen dat sprake is van evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Het traject van de BOPA kan aanleiding zijn voor gemeenten en waterschappen om te bezien of de betreffende algemene regels van de bruidsschat adequaat zijn. Als hieruit blijkt dat een aanpassing van de milieuregels in de bruidsschat wenselijk is, dan volgt uit het stroomschema regelgeving of hiervoor een plan-mer nodig is.
Alternatief
In plaats van een BOPA kunnen gemeenten ook kiezen voor wijziging van het omgevingsplan en een bijbehorende plan-mer. Als de project-mer-plichtige fabriek mogelijk wordt gemaakt in het omgevingsplan, is altijd een plan-mer nodig, want het omgevingsplan is dan kaderstellend voor dat project-mer-plichtige project. De bruidsschatregels lopen dan mee.