Project-mer-beoordeling
Op deze pagina leest u wanneer u een project-mer-beoordeling moet maken en wat het doel is. Wat zijn de procedurestappen die u moet zetten, welke rollen zijn er? En aan welke inhoudelijke eisen moet u voldoen als u een project-mer-beoordeling doet? Mer staat voor milieueffectrapportage.
Doel van een project-mer-beoordeling
In een project-mer-beoordeling toetst het bevoegd gezag of er bij het project aanzienlijke milieueffecten kunnen optreden. Er zijn 2 uitkomsten mogelijk:
- Aanzienlijke milieueffecten zijn niet uitgesloten: er volgt een mer en er moet een milieueffectrapport (MER) worden gemaakt.
- Aanzienlijke milieueffecten zijn uitgesloten: er is geen mer nodig er hoeft geen MER te worden gemaakt.
Wanneer u een project-mer-beoordeling moet doen
Of een besluit over een project project-mer-beoordelingsplichtig is, kunt u afleiden uit bijlage V bij het Omgevingsbesluit.
In Bijlage V bij het Omgevingsbesluit staat in de eerste kolom de omschrijving van projecten. In de vierde kolom staan de besluiten waarvoor de mer-verplichtingen gelden. Dit zijn besluiten zoals:
- een omgevingsvergunning
- een projectbesluit
- het omgevingsplan (soms)
Hoe u te werk gaat
- Eerst bekijkt u of het project voldoet aan de omschrijving in kolom 1.
- Als dat zo is, kijkt u of het besluit in de laatste kolom staat.
- Daarna kijkt u of u voor het besluit een mer of een mer-beoordelingsprocedure moet doen:
- Als uw project voldoet aan de voorwaarden van kolom 2, dan is er een project-mer-plicht.
- Als uw project voldoet aan de voorwaarden in kolom 3, dan is er een project-mer-beoordelingsplicht.
Wilt u weten of u rekening moet houden met verplichtingen van milieueffectrapportage? Doorloop dan 1 van de mer-scans.
Rollen in de mer-beoordelingsprocedure
De project-mer-beoordeling kent de volgende formele rollen:
- De initiatiefnemer: een publieke of private partij die een project wil uitvoeren.
- Het bevoegd gezag: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het vaststellen van het besluit dat nodig is voor het betreffende project.
Let op: burgers en andere belanghebbenden hebben geen formele rol in de mer-beoordelingsprocedure. Maar wel in de procedure van het besluit dat nodig is voor het project waar de mer-beoordeling bij hoort.
Twee procedurele stappen in de project-mer-beoordeling
Een mer-beoordeling bestaat uit 2 verplichte stappen.
Stap 1: Mededeling van de initiatiefnemer aan het bevoegd gezag
De initiatiefnemer van een mer-beoordelingsplichtig project moet zijn voornemen schriftelijk mededelen aan het bevoegd gezag (zie ook Omgevingsbesluit artikel 11.10). Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen private initiatiefnemer of een initiatiefnemer binnen dezelfde overheidsorganisatie. De mededeling is vormvrij, wel zijn er eisen aan de inhoud. In de praktijk staat de informatie vaak in een aparte notitie (aanmeldnotitie). In deze mededeling staat de informatie die het bevoegd gezag nodig heeft om te bepalen of de initiatiefnemer een MER moet maken.
Let op: de mededeling en aanvraag kunnen tegelijkertijd, het verzoek om de mer-beoordelingsbeslissing is dan onderdeel van de aanvraag. Het is ook mogelijk om eerst te verzoeken om een mer-beoordelingsbeslissing, en daarna de aanvraag te doen.
Stap 2: Beslissing bevoegd gezag over wel of geen milieueffectrapportage
Het bevoegd gezag neemt de beslissing of voor het mer-beoordelingsplichtige project een mer moet worden doorlopen. Het bevoegd gezag neemt deze mer-beoordelingsbeslissing binnen 6 weken. Zie hiervoor artikel 11.11, tweede lid van het Omgevingsbesluit.
Hierbij zijn 2 mogelijke uitkomsten:
- Als het project aanzienlijke effecten op het milieu kan hebben, volgt een mer. Deze beslissing neemt het bevoegd gezag op in het (ontwerp)besluit. Zijn de mer-beoordeling en de aanvraag samen ingediend en moet er een MER worden gemaakt? Dan wijst het bevoegd gezag de aanvraag af, omdat er geen MER bij de aanvraag zit.
- Als aanzienlijke milieueffecten zijn uitgesloten, geeft het bevoegd gezag in de mer-beoordelingsbeslissing aan dat er geen mer nodig is. Deze beslissing met de bijbehorende motivering neemt het bevoegd gezag op in het (ontwerp)besluit.
Praktijktip: hoewel niet verplicht, is het handig als de initiatiefnemer aangeeft of het project aan bepaalde kenmerken moet voldoen, of dat er maatregelen nodig zijn. Dit om aanzienlijke milieueffecten te voorkomen. Deze kenmerken of maatregelen kan het bevoegd gezag dan meenemen bij de beschrijving in de motivering van de mer-beoordelingsbeslissing. Het bevoegd gezag kan de voorgestelde kenmerken en noodzakelijke maatregelen vastleggen in de vergunning.
Let op: er is niet direct bezwaar of beroep mogelijk tegen de mer-beoordelingsbeslissing dat een mer niet nodig is. Er is wel inspraak mogelijk op of bezwaar en beroep tegen het besluit waar de mer-beoordelingsbeslissing bij hoort. Op dat latere moment kan de inhoud van de mer-beoordelingsbeslissing door derden worden betwist. De initiatiefnemer kan wel meteen bezwaar maken of beroep instellen tegen de mer-beoordelingsbeslissing dat een mer wél nodig is.
Inhoudelijke eisen aan de mer-beoordeling
De initiatiefnemer beschrijft in zijn mededeling aan het bevoegd gezag de milieueffecten van het voornemen. In de praktijk wordt de mededeling vaak in de vorm van een aparte notitie geschreven (aanmeldingsnotitie). De mededeling is vormvrij, maar er zijn wel eisen aan de inhoud. Deze eisen in bijlage III bij de mer-richtlijn zijn omgezet naar artikel 11.10 van het Omgevingsbesluit.
Een mededeling moet een beschrijving bevatten van:
- Het project: de fysieke kenmerken en de locatie.
- De mogelijk aanzienlijke milieueffecten van het project.
- Wanneer die informatie beschikbaar is, de mogelijk aanzienlijke effecten door verwachte residuen, emissies en productie van afvalstoffen en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Een initiatiefnemer mag in de mededeling ook een beschrijving opnemen van de kenmerken van het voorgenomen project. En van de voorgenomen maatregelen, om mogelijk aanzienlijke effecten te beperken of te voorkomen. Een mer is dan niet nodig, zie artikel 11.10, derde lid, van het Omgevingsbesluit.
3 hoofdcriteria in een mer-beoordeling
Het bevoegd gezag beoordeelt de informatie uit de mededeling en houdt bij de mer-beoordeling rekening met de criteria uit Bijlage III van de mer-richtlijn. De initiatiefnemer levert deze informatie vaak aan bij het bevoegd gezag. In de bijlage III van de Europese richtlijn staan de 3 hoofdcriteria:
- de kenmerken van het project
- de plaats van het project
- de kenmerken van de potentiële effecten
Kenmerken van het project
Bij dit criterium moet het bevoegd gezag kijken naar het volgende:
- de omvang en het ontwerp van het gehele project
- de opstapeling van effecten (cumulatie) met andere projecten
- het gebruik van natuurlijke hulpbronnen
- de productie van afvalstoffen
- verontreiniging en hinder
- het risico van zware ongevallen of rampen, waaronder rampen door klimaatverandering
- de risico's voor de menselijke gezondheid
Plaats van het project
Bij dit criterium kijkt het bevoegd gezag naar de kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop het project invloed heeft. Het gaat dan over:
- het bestaande (en goedgekeurde) grondgebruik
- de relatieve rijkdom aan en beschikbaarheid, kwaliteit en het regeneratievermogen van de natuurlijke hulpbronnen van het gebied en de ondergrond ervan.
- het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met aandacht voor
- wetlands, oeverformatie en riviermondingen
- kustgebieden en het mariene milieu
- berg- en bosgebieden
- reservaten en natuurparken
- gebieden die in de Nederlandse wetgeving zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd
- speciale beschermingszones door de lidstaten aangewezen volgens Richtlijn 79/409/EEG (= Vogelrichtlijn) en Richtlijn 92/43/EEG (= Habitatrichtlijn)
- gebieden waar de Europese milieukwaliteitsnormen al niet worden gehaald
- gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid
- landschappen van historisch, cultureel of archeologisch belang
Kenmerken van potentiële effecten
Voor dit criterium kijkt het bevoegd gezag naar de mogelijke aanzienlijke effecten op het milieu door het project. Het gaat dan om:
- de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten. Bijvoorbeeld hoe groot het gebied is waar effecten optreden en hoeveel mensen daar wonen.
- de aard van het effect
- het grensoverschrijdend karakter van het effect
- de intensiteit en de complexiteit van het effect
- de waarschijnlijkheid van het effect
- de verwachte aanvang, de duur, frequentie en omkeerbaarheid van het effect
- de cumulatie van effecten met de effecten van andere projecten
- de mogelijkheid om de effecten doeltreffend te verminderen
Motivering beslissing mer-beoordeling
Het bevoegd gezag moet de beslissing over de mer-beoordeling motiveren. In deze motivering wordt in ieder geval ingegaan op de criteria van bijlage III van de mer-richtlijn.
Heeft het bevoegd gezag besloten dat het project geen aanzienlijke milieueffecten heeft, en de initiatiefnemer heeft kenmerken of maatregelen opgenomen in haar mededeling? Dan geeft het bevoegd gezag aan (zie artikel 11.11, derde lid Omgevingsbesluit):
- de kenmerken en maatregelen van het project die de initiatiefnemer heeft beschreven.
- het tijdstip waarop die maatregelen uitgevoerd moeten zijn.
De uitvoering van de maatregelen neemt het bevoegd gezag op als voorschrift bij het besluit. Daarmee is geborgd dat de maatregelen uitgevoerd of de kenmerken toegepast worden.
Meer informatie
Meer lezen over:
- projecten en milieueffectrapportage
- projecten en het milieueffectrapport
- grensoverschrijdende effecten bij projecten
- plannen en programma's en milieueffectrapportage
- plannen en het milieueffectrapport
- plan-mer-beoordeling
- grensoverschrijdende effecten bij plannen en programma's
- kwaliteit van het milieueffectrapport