Overgangsrecht instrumenten die opgaan in het omgevingsplan
Het overgangsrecht regelt dat het omgevingsplan bestaat uit oude ruimtelijke regels en regels uit bepaalde gemeentelijke verordeningen. Dit staat in artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Het gaat om de volgende ruimtelijke regels en verordeningen:
- bestemmingsplan Wet ruimtelijke ordening (Wro)
- bestemmingsplan Crisis- en herstelwet (Chw)
- wijzigingsplan (Wro)
- uitwerkingsplan (Wro)
- beheersverordening (Wro)
- inpassingsplan (Wro en Chw)
- exploitatieplan (Wro)
- voorbereidingsbesluit (Wro), inclusief tracébesluit dat als voorbereidingsbesluit geldt
- archeologieverordening (artikel 38 Monumentenwet 1988)
- geurverordening (artikel 6 Wet geurhinder en veehouderij)
- verordening afvoer regen- en grondwater (artikel 10.32a Wet milieubeheer)
Voor al deze instrumenten geldt overgangsrecht bij inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Bestemmingsplan Wro
Een onherroepelijk bestemmingsplan wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing tot het bestemmingsplan van kracht is.
Voor beroep tegen een bestemmingsplan geldt het oude recht, tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Er is geen specifiek overgangsrecht voor een aanvraag voor het vaststellen of wijzigen van het bestemmingsplan. Artikel 4.3 van de Invoeringswet (overgangsrecht aanvragen) is op grond van artikel 4.6, vierde lid, niet van toepassing. Als de gemeente voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegd, dan is na inwerkingtreding alleen de Omgevingswet van toepassing. Het ligt dan voor de hand om de aanvraag aan te merken als een aanvraag tot wijziging van het omgevingsplan. Als dit problemen oplevert, dan kan de gemeente de aanvrager verzoeken om zijn aanvraag aan te passen. Is het ontwerp wel voor inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage gelegd, dan geldt het gewone overgangsrecht.
Bestemmingsplan Chw
Voor bestemmingsplannen volgens de Chw geldt hetzelfde overgangsrecht als voor bestemmingsplannen volgens de Wro. Voor de bestemmingsplannen Chw geldt aanvullend het volgende overgangsrecht.
Ontwikkelingsgebied
Een onherroepelijk bestemmingsplan voor een ontwikkelingsgebied wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Met een bestemmingsplan voor een ontwikkelingsgebied kan voor een periode van 10 jaar worden afgeweken van wettelijke bepalingen in het ontwikkelingsgebied. Na deze periode van 10 jaar moet alsnog aan de wettelijke bepalingen worden voldaan.
Wordt na de periode van 10 jaar niet voldaan aan de wettelijke bepalingen van de Omgevingswet, de Elektriciteitswet of de Wet milieubeheer? Dan neemt degene die het experiment uitvoert maatregelen om aan die bepalingen te voldoen. Het college van burgemeester en wethouders kan in deze gevallen een aanwijzing geven tot het treffen van maatregelen. Als de maatregelen niet toereikend zijn kan de minister besluiten het experiment te beëindigen.
Experiment
Een onherroepelijk bestemmingsplan voor een experiment op grond van artikel 2.4 Chw, wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Dit geldt alleen voor plangebieden die zijn aangewezen in het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Als de tijdsduur van het experiment bij inwerkingtreding van de Omgevingswet niet is verstreken, berust het experiment vanaf die datum op artikel 23.3 van de Omgevingswet.
Wijzigingsplan
Een onherroepelijk wijzigingsplan wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-wijzigingsplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing tot het wijzigingsplan van kracht is.
Voor beroep tegen een wijzigingsplan geldt het oude recht, tot het wijzigingsplan onherroepelijk is.
Er geldt geen overgangsrecht voor een aanvraag voor het vaststellen van het wijzigingsplan. Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-wijzigingsplan ter inzage is gelegd wordt de aanvraag volgens de regels van de Omgevingswet afgehandeld. De regels voor de wijzigingsbevoegdheid werken wel door in het omgevingsplan. Zolang nog geen omgevingsplan volgens de Omgevingswet is vastgesteld, gelden de regels als beoordelingsregels voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit.
Uitwerkingsplan
Een onherroepelijk uitwerkingsplan wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-uitwerkingsplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing tot het uitwerkingsplan van kracht is.
Voor beroep tegen een uitwerkingsplan geldt het oude recht, tot het uitwerkingsplan onherroepelijk is.
Er geldt geen uitwerkingsrecht voor een aanvraag voor het vaststellen van het uitwerkingsplan. Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-uitwerkingsplan ter inzage is gelegd wordt de aanvraag volgens de regels van de Omgevingswet afgehandeld. De regels voor de uitwerkingsplicht werken wel door in het omgevingsplan. Zolang nog geen omgevingsplan volgens de Omgevingswet is vastgesteld, gelden de regels als beoordelingsregels voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit.
Beheersverordening
Een beheersverordening die van kracht is, wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een beheersverordening is vastgesteld, maar nog niet van kracht is, blijft het oude recht van toepassing tot de beheersverordening van kracht is.
Er geldt geen overgangsrecht voor een aanvraag voor het vaststellen of wijzigen van een beheersverordening. Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen beheersverordening is vastgesteld, wordt de aanvraag volgens de regels van de Omgevingswet afgehandeld.
Inpassingsplan
Een onherroepelijk inpassingsplan wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-inpassingsplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing tot het inpassingsplan van kracht is.
Voor beroep tegen een inpassingsplan geldt het oude recht, tot het inpassingsplan onherroepelijk is.
Als de voorbereiding voor een inpassingsplan voor inwerkingtreding van de Omgevingswet is aangevangen, maar nog geen ontwerp-inpassingsplan ter inzage is gelegd, kan binnen 1 jaar en 6 maanden na inwerkingtreding van de Omgevingswet een projectbesluit ter inzage worden gelegd. Dit kan alleen als in de voorbereidingsprocedure voor het inpassingsplan is voldaan aan de bepalingen over het voornemen en de verkenning van de artikelen 5.47 en 5.48 Omgevingswet.
Als de voorbereiding voor een inpassingsplan voor inwerkingtreding in een vergevorderd stadium is, maar nog geen ontwerp-inpassingsplan ter inzage is gelegd, kan binnen 1 jaar en 6 maanden na inwerkingtreding van de Omgevingswet een projectbesluit worden vastgesteld. Dit kan alleen als in de voorbereidingsprocedure voor het inpassingsplan is voldaan aan de bepalingen over het voornemen en de verkenning van artikel 5.48 Omgevingswet.
Exploitatieplan
Een onherroepelijk exploitatieplan wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-exploitatieplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing tot het exploitatieplan van kracht is.
Voor beroep tegen een exploitatieplan geldt het oude recht, tot het exploitatieplan onherroepelijk is.
Er geldt geen overgangsrecht voor een aanvraag voor het vaststellen of wijzigen van een exploitatieplan. Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-exploitatieplan ter inzage is gelegd, wordt de aanvraag volgens de regels van de Omgevingswet afgehandeld.
Voorbereidingsbesluit
Voorbereidingsbesluit bestemmingsplan
Een vastgesteld voorbereidingsbesluit wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing op het voorbereidingsbesluit tot het bestemmingsplan van kracht is.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-bestemmingsplan te inzage is gelegd, geldt het voorbereidingsbesluit van de gemeenteraad als een voorbereidingsbesluit volgens artikel 4.14, lid 1 Omgevingswet. De voorbeschermingsregels vervallen 1 jaar en 6 maanden na het in werking treden van de Omgevingswet, of eerder als het omgevingsplan in werking treedt of is vernietigd.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-bestemmingsplan te inzage is gelegd, geldt het voorbereidingsbesluit bij een aanwijzing (artikel 4.2 Wro) van gedeputeerde staten als een voorbereidingsbesluit volgens artikel 4.16, lid 1 Omgevingswet. De voorbeschermingsregels vervallen 1 jaar en 6 maanden na het in werking treden van de Omgevingswet, of eerder als het omgevingsplan in werking treedt of is vernietigd.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-bestemmingsplan te inzage is gelegd, geldt het voorbereidingsbesluit bij een aanwijzing (artikel 4.2 Wro) van de minister als een voorbereidingsbesluit volgens artikel 4.16, lid 2 Omgevingswet. De voorbeschermingsregels vervallen 1 jaar en 6 maanden na het in werking treden van de Omgevingswet, of eerder als het omgevingsplan in werking treedt of is vernietigd.
Voorbereidingsbesluit inpassingsplan
Een vastgesteld voorbereidingsbesluit wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp-inpassingsplan ter inzage is gelegd blijft het oude recht van toepassing op het voorbereidingsbesluit tot het inpassingsplan van kracht is.
Als voor inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen ontwerp-inpassingsplan te inzage is gelegd, geldt het voorbereidingsbesluit van de provincie of de minister als een voorbereidingsbesluit volgens artikel 4.16 Omgevingswet. De voorbeschermingsregels vervallen 1 jaar en 6 maanden na het in werking treden van de Omgevingswet, of eerder als het omgevingsplan in werking treedt of is vernietigd.
Als het voorbereidingsbesluit geldt voor een inpassingsplan voor een van onderstaande projecten, kan voor die aanleg of uitbreiding binnen een periode van 1 jaar en 6 maanden na het in werking treden van de Omgevingswet een projectbesluit (artikel 5.44 Omgevingswet) worden bekendgemaakt.
- de aanleg of uitbreiding van een productie-installatie voor windenergie (artikel 9b en 9e Elektriciteitswet)
- de uitbreiding van het landelijk hoogspanningsnet (artikel 20a, lid 1 Elektriciteitswet)
- de aanleg of uitbreiding van een net of installatie voor het aardgasnet (artikel 39b, lid 1 Gaswet)
- de aanleg of uitbreiding van een mijnbouwwerk (artikel 141a, lid 1 Mijnbouwwet)
- de aanleg of uitbreiding van een pijpleiding (artikel 141a, lid 4 Mijnbouwwet)
Archeologieverordening
Een regel voor archeologische monumentenzorg die is opgenomen in een gemeentelijke verordening wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Geurverordening
Een regel over geurbelasting door veehouderij op een geurgevoelig object in een gemeentelijke verordening wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Verordening afvoer hemelwater of grondwater
Een regel over afvloeiend hemelwater of grondwater in de riolering die is opgenomen in een gemeentelijke verordening wordt bij inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.