Omgevingsplan op hoofdlijnen
Het omgevingsplan bevat de gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft elke gemeente 1 omgevingsplan voor haar grondgebied.
Wat is het omgevingsplan?
In de omgevingsvisie zegt de gemeente hoe zij het leefgebied wil ontwikkelen en beschermen. Die keuzes werkt zij uit in haar omgevingsplan. Het omgevingsplan bevat zo de regels voor de fysieke leefomgeving.
De gemeente kan voor ieder gebied zeggen welke activiteiten zij wel of niet toestaat, bijvoorbeeld wonen, recreatie of bedrijvigheid. In haar omgevingsplan hoeft de gemeente niet specifiek te bepalen wat er in welk gebied komt. Ze kan voor een ontwikkelingsgebied kiezen voor een algemenere beschrijving met randvoorwaarden. Ook geeft de gemeente aan welke regels zij aan de activiteiten stelt.
De gemeente zorgt dat de regels in het omgevingsplan samen leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 4.2, Omgevingswet).
De afwegingsruimte voor de gemeente
Bij het stellen van regels houdt de gemeente rekening met alle betrokken belangen. De gemeente heeft een eigen afwegingsruimte voor het afwegen van die belangen. Binnen deze afwegingsruimte kan de gemeente specifieke regels stellen voor verschillende delen van het grondgebied. Ook kan de gemeente functies of kenmerken van locaties of gebieden aanwijzen. Aan deze aanwijzing kan de gemeente regels verbinden voor het gebruik van die plaats of dat gebied.
Lees meer op de pagina Bestuurlijke afwegingsruimte en het omgevingsplan.
Van bestemmingsplan naar omgevingsplan
Het omgevingsplan vervangt het geldende bestemmingsplan en de beheersverordening uit de Wet ruimtelijke ordening.
Lees meer over de verschillen en overeenkomsten op de pagina Veranderingen omgevingsplan.
Bekijk voor een korte uitleg van het omgevingsplan:
Hoe maakt de gemeente het plan?
De gemeente heeft op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt, automatisch een omgevingsplan: een omgevingsplan van rechtswege. Dit omgevingsplan, met een tijdelijk deel, zet de gemeente stapsgewijs om tot een volledig omgevingsplan. Dit gebeurt in 3 stappen. Stap 1 en 2 vormen samen de overgangsfase die tot 2032 duurt.
Stap 1: Het tijdelijk deel
Het tijdelijk omgevingsplan komt tot stand op basis van de Invoeringswet Omgevingswet. Regels uit bestaande instrumenten worden samengevoegd tot 1 omgevingsplan. Die regels krijgen een plaats in het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Het gaat om:
- ruimtelijke regels uit bestaande instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening (Wro)
- regels uit gemeentelijke verordeningen over erfgoed, geur en afvoer van regen- en grondwater
- rijksregels die worden gedecentraliseerd naar gemeenten (bruidsschat omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup))
Stap 2: Regels omzetten uit het tijdelijk naar het nieuwe deel
Tijdens de overgangstermijn kan de gemeente het tijdelijk deel stapsgewijs omvormen naar een volwaardig omgevingsplan. De gemeente zet de regels uit het tijdelijk deel om naar een nieuw deel van het omgevingsplan.
In de praktijk is dus steeds sprake van een wijziging in het omgevingsplan. En niet van het opstellen van een nieuw omgevingsplan. Bij het omzetten van de regels moet de gemeente voldoen aan de eisen voor nieuwe regels in het nieuwe deel van het omgevingsplan.
Meer informatie over stap 2 staat op de pagina Overgangsfase omgevingsplan tot eind 2031.
Stap 3: Nieuwe regels in het nieuwe deel
De gemeente kan nieuwe regels, beleid en ruimtelijke ontwikkelingen die niet in het tijdelijk deel staan, direct in het nieuwe deel van het omgevingsplan zetten. In de praktijk kunnen stap 2 en 3 door elkaar lopen.
Meer informatie staat onder Regels opstellen in het omgevingsplan.
Welke juridische procedure moet de gemeente volgen?
Een wijziging van het omgevingsplan verloopt altijd met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (uitgebreide procedure).
De juridische procedure bestaat uit een aantal stappen. Zo moet de gemeenteraad kennis geven van het voornemen om het omgevingsplan te wijzigen. Ook moet de gemeente in de voorbereiding soms een milieueffectrapportage (mer) maken.
Lees meer over de procedure op de pagina Procedure wijzigen omgevingsplan.
Welke regels staan in het omgevingsplan?
Het omgevingsplan bevat de gemeentelijke regels voor activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Een voorbeeld is het bouwen van een woonwijk, waardoor de ruimtelijke inrichting van een gebied verandert. Of het kappen van bomen, waardoor de omgeving minder groen wordt.
Daarnaast kan het omgevingsplan bijzondere regels bevatten. Zo leggen omgevingswaarden vast welke kwaliteit een grondgebied moet hebben. Regels voor een programmatische aanpak maken het mogelijk nieuwe activiteiten te ontplooien in een leefomgeving die onder druk staat. Met voorbeschermingsregels kan de gemeente een locatie of een gebied beschermen tijdens de wijzigingsprocedure van het omgevingsplan.
Lees meer over de regels op de pagina Regels opstellen in het omgevingsplan.
Wat moet ik als gemeente regelen om te werken met het omgevingsplan?
Iedere gemeente moet voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aantal zaken regelen om met het omgevingsplan te kunnen werken. Gemeenten moeten in staat zijn om een omgevingsplan te wijzigen en te publiceren in de Landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB). Ook moeten gemeenten aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
De geldende regels van het omgevingsplan zijn uiteindelijk zichtbaar onder de functionaliteit Regels op de kaart in het Omgevingsloket van het DSO.
Lees meer over de implementatie op de pagina Minimale eis omgevingsplan en specifiek over het Omgevingsplan in het DSO.
Hoe verhoudt het omgevingsplan zich tot andere instrumenten?
Het omgevingsplan moet goed aansluiten bij de waterschapsverordening van het waterschap. De waterschapsverordening bevat namelijk de lokale regels van het waterschap over de fysieke leefomgeving. Ook zijn er overeenkomsten en verschillen tussen het omgevingsplan, de omgevingsverordening en de waterschapsverordening.
Lees meer op de pagina Samenhang instrumenten.
Wat staat er niet in het omgevingsplan?
Niet alle onderwerpen staan in het omgevingsplan. In artikel 2.1 van het Omgevingsbesluit wijst het Rijk onderwerpen aan, die niet in het omgevingsplan geregeld mogen worden. Het gaat om:
- het bedrijfsmatig voeren van een seksinrichting (artikel 151a, Gemeentewet)
- openbare orde (artikel 151b, 151c en 172, Gemeentewet)
- het veroorzaken van hinder voor omwonenden (artikel 151d, Gemeentewet)
- het ophouden van groepen van personen (artikel 154a, Gemeentewet)
- straffen bij overtreding van de regels (artikel 154 en 154b, Gemeentewet)
- openbare samenkomsten en vermakelijkheden (artikel 172, lid 2, Gemeentewet)
- gemeentelijke belastingen (artikel 216, Gemeentewet)
Regels over deze onderwerpen staan in andere verordeningen van de gemeente.
Meer informatie
Omgevingsplan (overzichtspagina)
Bruidsschat omgevingsplan
De 'bruidsschat omgevingsplan' bestaat uit regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten.
Gedurende de overgangsfase (tot eind 2031) gelden de regels van de bruidsschat, zolang de gemeente nog geen eigen regels heeft gesteld.