Casus vrijwillig projectbesluit
Hoe ziet een projectbesluit er in de praktijk uit? Op deze pagina staat een casus over een vrijwillig projectbesluit. Het is een voorbeeld om aan te geven wanneer en hoe het projectbesluit kan worden ingezet. En om de aandachtspunten te beschrijven.
Casus Palmerswaard
Vanwege de steeds hoger wordende waterstanden in de winter wil de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) als rivierbeheerder een meestromende nevengeul gaan graven. Een nevengeul is een extra, parallel aan de rivier lopend bergingsgebied. Deze moet bij hoogwater extra ruimte voor het water bieden. Deze moet komen in het huidige winterbed van de Neder-Rijn, gelegen in een Natura 2000-gebied.
Inhoud deze pagina
Stakeholders
Bij dit project spelen diverse partijen een belangrijke rol. De Stichting Utrechts Landschap is eigenaar van het gebied waar de nevengeul moet komen. De provincie Utrecht is het bevoegd gezag voor de voorgenomen ontgronding. En de gemeente Rhenen heeft een omgevingsplan voor het gebied vastgesteld.
Vrijwillig projectbesluit
Een vrijwillig projectbesluit is mogelijk onder deze voorwaarden:
- Als sprake is van een nationaal belang en dat belang niet op een doelmatige en doeltreffende wijze door het provinciebestuur of gemeentebestuur kan worden behartigd.
- Voor een doelmatige en doeltreffende uitoefening van op grond van de Omgevingswet toebedeelde taken en bevoegdheden.
- Voor uitvoering van internationale verplichtingen.
- Voor uitvoering van een gezamenlijk project met een of meer provincies of een of meer waterschappen.
De minister van IenW kan er in deze casus voor kiezen een projectbesluit vast te stellen. Zeker gezien het nationale belang dat de aanleg van een dergelijke nevengeul heeft. Dat is niet verplicht. Maar omdat het hier om een omvangrijk project gaat, is de keuze voor een projectbesluit wel een logische.
Vergunningen
Voor activiteiten die voor een projectbesluit moeten gebeuren is het vaak verboden deze zonder omgevingsvergunning uit te voeren (afdeling 5.1 Omgevingswet).
Het projectbesluit kan gelden als omgevingsvergunning voor een bepaalde activiteit die voor de uitvoering van het project moet worden verricht. In het projectbesluit moet dit dan uitdrukkelijk worden opgenomen. Dit past bij de gedachte van de Omgevingswet. Namelijk het stroomlijnen van de besluitvorming en het stimuleren van de integraliteit. Het aantal vergunningen neemt hiermee af.
Zo zal er bij het graven van een nevengeul in het winterbed sprake zijn van een ontgrondingenactiviteit. Daarvoor is de provincie het bevoegd gezag.
Ook zullen hier bomen moeten worden gekapt. Het is niet ondenkbaar dat het kappen van bomen straks volgens het omgevingsplan als omgevingsplanactiviteit vergunningplichtig is.
Omdat het winterbed in een Natura 2000-gebied ligt, is de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bevoegd gezag voor de vergunningen voor de Natura 2000-activiteiten. En ook voor de flora- en fauna-activiteiten.
Natuurlijk gelden voor elke vergunning die het projectbesluit vervangt, nog wel de oorspronkelijke beoordelingsregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Die zouden namelijk ook gelden als de vergunning afzonderlijk zou zijn aangevraagd. In dit voorbeeld gaat het om de beoordelingsregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)) over ontgrondingen. Het is alleen een ander bevoegd gezag dat de regels hanteert.
In deze casus kiest de minister ervoor om dit project met een projectbesluit te realiseren. Daarmee kan op grond van artikel 5.45 van de Omgevingswet, de coördinatieregeling in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht worden toegepast. Dit houdt in dat de minister van IenW als coördinerend bestuursorgaan optreedt. Zij moet zorgen dat de onderlinge samenhang tussen aanvragen en de te nemen besluiten zo effectief en efficiënt mogelijk gebeurt.
Wanneer er overigens sprake zou zijn van een verplicht projectbesluit, dan is deze coördinatieregeling automatisch ook verplicht.
Aparte vergunningen
Het ligt niet altijd voor de hand om een projectbesluit als omgevingsvergunning voor een activiteit te laten gelden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er een vergunning voor een bouwactiviteit nodig is, maar het bouwwerk nog ontworpen moet worden.
Daarom kan voor elke activiteit ter uitvoering van het projectbesluit ook (later) een aparte omgevingsvergunning worden aangevraagd. Als er tegelijkertijd voor meerdere activiteiten aparte aanvragen worden ingediend kan de vergunningverlening voor deze activiteiten gecoördineerd worden. (Coördinatieregeling van afdeling 3.5 Awb)
Advies
Zoals gezegd kan een projectbesluit gelden als omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan hiermee verschuiven. Voor een kapvergunning kan deze bijvoorbeeld verschuiven van de gemeente naar de minister van IenW. Omdat zij dan het bevoegd gezag is dat het projectbesluit neemt.
De gemeente zou bevoegd gezag zijn als er geen projectbesluit zou zijn. En ze heeft uiteraard ook een belang bij de uitvoering van de activiteit. Ook al wordt dit door het projectbesluit nu door een ander bevoegd gezag (minister van IenW) geregeld. Daarom regelt Afdeling 4.2 van het Omgevingsbesluit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) dat het bevoegd gezag de gemeente moet betrekken bij het verlenen van de vergunning.
Volgens artikel 4.20 Omgevingsbesluit heeft de gemeente in deze casus een adviesrecht. Een adviesrecht voor de omgevingsvergunning die vereist zou zijn voor het kappen. De gemeente kan dus nog steeds haar oordeel over de kapvergunning geven. Alleen nu in de vorm van een advies.
Als de gemeente het verplichte advies heeft uitgebracht, zal het vergunningverlenend bestuursorgaan dat in de praktijk meestal opvolgen. Maar het advies is formeel niet bindend. Dit betekent dat daarvan bij de vergunningverlening gemotiveerd kan worden afgeweken.
Naast een adviesrecht, kan ook sprake zijn van advies met instemming. Van welke vorm sprake is, volgt uit het Omgevingsbesluit. Als het verplicht is advies met instemming te vragen, moet de instemming altijd worden verkregen. Zonder de instemming is het namelijk niet mogelijk om de omgevingsvergunning te verlenen. Dit is in deze casus het geval voor de ontgronding als die minder dan 100.000 m3 zou zijn.
Op grond van artikel 4.25 lid 1 onder b van het Omgevingsbesluit heeft de provincie in dit geval adviesrecht met instemming. Als de ontgronding meer dan 100.000 m3 zou zijn, is de minister van IenW bevoegd gezag. Dan is advies met instemming dus niet aan de orde.
Meer informatie
- Projectbesluit (overzichtspagina, waar ook een link te vinden is naar de projectprocedure)
- Advies en instemming in de Omgevingswet
- Bevoegd gezag in de Omgevingswet
Beoordelingsregel
Een beoordelingsregel is een inhoudelijke regel waaraan het bevoegd gezag een aanvraag voor een omgevingsvergunning toetst. Een beoordelingsregel is bijvoorbeeld: 'Een omgevingsvergunning voor het kappen van een boom mag alleen worden verleend als de boom niet dikker is dan 40 cm'. Uit de gegevens van de aanvraag (de aanvraagvereisten) moet in dit voorbeeld blijken hoe dik de boom is. Het bevoegd gezag toetst die gegevens dan aan zo'n beoordelingsregel.
Lees meer over de beoordelingsregel onder de Omgevingswet.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Omgevingsbesluit
Het Omgevingsbesluit regelt in aanvulling op de Omgevingswet onder meer welk bestuursorgaan het bevoegd gezag is om een omgevingsvergunning te verlenen en welke procedures gelden. Daarnaast regelt dit besluit wat de betrokkenheid is van andere bestuursorganen bij de besluitvorming. Het regelt ook een aantal op zichzelf staande onderwerpen, zoals de milieueffectrapportage en financiële bepalingen.
Het Omgevingsbesluit is voor alle doelgroepen relevant, dus voor zowel burgers en bedrijven, als voor overheden.