Kies een sturingsstijl
Uw sturingsstijl moet passen bij de maatschappelijke opgaven die u wilt aanpakken. Met een passende sturingsstijl draagt u als overheid bij aan het bereiken van de beleidsdoelen van de Omgevingswet. Uw stijl hangt af van de situatie en de maatschappelijke opgave.
Definitie sturingsstijl en sturingsfilosofie
Uw sturingsstijl bestaat uit de overheidsrol die u kiest (reguleren, samenwerken of ondersteunen) plus de instrumentenmix die u kiest. De basis voor de keuzes, en de uitwerking van de concrete sturingsstijl, staan in de omgevingsvisie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit noemen we ook wel sturingsfilosofie.
Ken uw situatie, doorgrond het probleem
Bij onbekende of complexe problemen zijn andere instrumenten en rollen nodig dan bij simpele problemen. Begin dus met een goede probleemanalyse.
Combinatie van instrumenten nodig
Voor een effectieve aanpak van beleidsproblemen is een combinatie van instrumenten nodig. De keuze voor de in te zetten instrumenten hangt af van:
- feitelijke kennis van de problemen (probleemanalyse) en de verschillende oplossingsrichtingen
- overeenstemming over de waarden achter de problemen: zijn de partijen het eens over welke problemen het meest urgent zijn, en de oplossingsrichtingen daarbij?
- de samenhang tussen sectoren, gebieden en schaalniveaus, en in tijd (zie pagina 14 en 15 van het rapport Verkenning omgevingsopgaven voor de Nationale Omgevingsvisie (pdf, 4.2 MB) van het Planbureau voor de Leefomgeving)
- zijn de instrumenten rechtmatig, doelmatig en uitvoerbaar? (zie het Beleidskompas en Wat zijn de opties om het doel te realiseren, van het Kenniscentrum voor beleid en regelgeving van het ministerie van Justitie en Veiligheid)
Voorbeeld gezondheid (deel 1)
Op deze pagina staan enkele voorbeelden die gaan over een gemeente. De principes gelden ook voor andere overheden.
Stel, een gemeente heeft verbetering van de gezondheid als doel geformuleerd. En de huidige kwaliteit van de gezondheid laat te wensen over. Het verschil tussen het doel en de huidige situatie is het beleidsprobleem. Voor de keuze van passende instrumenten moeten doelen dus bekend zijn. En dat niet alleen. Ook het verschil tussen het doel en de huidige of verwachte situatie moet bekend zijn. Doorgrond dus het beleidsprobleem in zijn context. En kies dan een passende rol en bijbehorende instrumenten.
Sturingsstijl en omgevingsvisie
Uw sturingsstijl zou moeten afhangen van de aard van het probleem. De basis voor de keuzes en de uitwerking van de concrete sturingsstijl staan in de omgevingsvisie. En noemen we ook wel sturingsfilosofie. Die sturingsfilosofie gaat vooral over de eigen rol en die van anderen bij het oplossen van de beleidsproblemen. Zo geeft de omgevingsvisie aan voor welke zaken de gemeente, de provincie of het Rijk verantwoordelijk is. En wat de overheid aan burgers en bedrijven overlaat. De sturingsfilosofie in de omgevingsvisie draagt op die manier bij aan een samenhangende benadering van de maatschappelijke opgaven.
Nationale sturingsfilosofie
De nationale sturingsfilosofie komt onder meer tot uitdrukking in de verdeling van taken en bevoegdheden in de Omgevingswet. De Nationale Omgevingsvisie (overigens gaat de Nota Ruimte de huidige Nationale Omgevingsvisie vervangen, waarschijnlijk in 2026) werkt de sturingsfilosofie van het Rijk verder uit. Enkele sturingsprincipes zijn:
- Samenhangende benadering van initiatieven en opgaven in de fysieke leefomgeving. Centraal staan:
- de kwaliteit van de fysieke leefomgeving
- ruimte bieden aan initiatieven (het 'Ja, mits-principe')
- maatschappelijke doelstellingen
- Een actieve aanpak om voortdurend te werken aan een goede kwaliteit van de fysieke leefomgeving (de beleidscyclus).
- Decentraal, tenzij (het subsidiariteitsbeginsel): uitgaan van het passende schaalniveau.
- De verschillende bestuursorganen acteren als 1 overheid. Dit staat onder andere in het interbestuurlijk programma van het Rijk.
In de omgevingsvisie kan de gemeente, de provincie of het Rijk ook vastleggen hoe ze de taken om haar ambities en beleidsdoelen te behalen, invult. En welke type instrumenten zij gaat inzetten of als kansrijk ziet voor het bereiken van die doelen. Het integrale beleid in de omgevingsvisie vormt zo de kapstok voor de doorwerking in plannen, programma's en concrete besluiten.
Maatwerk
Complexe opgaven vragen om een flexibele aanpak waarin de overheid kan inspelen op kansen in risico's. Dat is maatwerk. Dit start al tijdens opstelling van de omgevingsvisie. En gaat daarna verder.
De sturingsstijl helpt bij het bepalen van de
- relevante samenhang tussen maatschappelijke opgaven, trends en ontwikkelingen
- haalbaarheidsinschatting van het realiseren van de maatschappelijke opgaven uit de omgevingsvisie
- praktische uitwerking van de omgevingsvisie: de aanpak van de opgave(n)
- beoogde werking van de instrumenten voor de evaluatie van de omgevingsvisie
Voorbeeld gezondheid (deel 2)
Neem bijvoorbeeld de gezonde leefomgeving als opgave in een gemeentelijke omgevingsvisie. Een gezonde leefomgeving bereiken en behouden is complex. Onder meer vanwege de volgende facetten:
- Een gezonde leefomgeving hangt samen met andere opgaven, zoals bereikbaarheid en klimaatbestendigheid.
- Een gezonde leefomgeving heeft een relatie met diverse onderdelen van de fysieke leefomgeving, zoals water of een weg.
- Meerdere aspecten van de fysieke leefomgeving beïnvloeden de gezondheid> een voorbeeld daarvan is een weg die de omgeving belast met zowel geluid als luchtverontreiniging.
Knip opgaven op
Voor deze en andere facetten van de opgave formuleert de gemeente concretere doelen, ofwel strategische doelen. De gemeente maakt deze opgave tastbaar door hem op te knippen. Dat helpt bij integraal beleid voeren voor de fysieke leefomgeving.
Voorbeeld gezondheid (deel 3)
Voor de 3 eerder genoemde facetten kan dat bijvoorbeeld gaan over:
- stimuleren fietsen en lopen
- zwemverbod zwemwater bij slechte waterkwaliteit (dit is een bevoegdheid van de provincie, dus is het belangrijk dat gemeente en provincie hierin samen optrekken)
- verbeteren geluid- en luchtkwaliteit
De hoofdlijnen van het te voeren beleid moeten in de omgevingsvisie staan (artikel 3.2 Omgevingswet). Naarmate de doelen en te kiezen en instrumenten concreter zijn, kan de gemeente die laten landen in een uitvoeringsparagraaf bij de omgevingsvisie of in een programma. Of in het omgevingsplan, als de gemeente kiest voor juridische instrumenten zoals geboden of verboden. Of door een convenant te sluiten of een voorlichtingscampagne te starten.
Voorbeeld gezondheid (deel 4)
Voor het doel 'stimuleren fietsen en lopen' kunnen de volgende maatregelen onderdeel zijn van de uitwerking:
- voorlichtingscampagne getiteld: 'Ga toch fietsen!'
- aanleg fietssnelweg, wegnemen barrières
- verhuissubsidie bij verhuizen naar locatie binnen 10 kilometer van de werkplek
- verplichten vervoersmanagementplan voor bedrijven met meer dan 10 medewerkers
- fijne looproute door groen bij elke nieuwe woning garanderen
- et cetera
Zulke concrete maatregelen hoeven niet in de omgevingsvisie te staan. Een deel kan in een programma staan. Of voert de gemeente direct uit. Voor andere maatregelen kan een regel in het omgevingsplan staan. Of zijn afspraken met andere overheden nodig. Bijvoorbeeld via regionale samenwerking.
Meer informatie
Omgevingsvisie
Omgevingsvisie als bedoeld in afdeling 3.1 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet. Afdeling 3.1, Omgevingswet bepaalt dat het Rijk, de provincie en de gemeente een omgevingsvisie hebben die bevat:
- een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving,
- de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied,
- de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid.
Uitleg
De omgevingsvisie is een strategische visie voor de lange termijn voor de gehele fysieke leefomgeving. Een omgevingsvisie gaat onder andere in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed.