Advies en instemming bij Natura 2000- of flora- en fauna-activiteit
Bij Natura 2000- en flora- en fauna-activiteiten is in verschillende situaties advies of instemming van een adviesorgaan nodig. Advies en instemming spelen bij Natura 2000-activiteiten en flora- en fauna-activiteiten een rol in de onderstaande gevallen.
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is adviseur voor een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit van nationaal belang en een flora- en fauna-activiteit van nationaal belang. Deze staan in artikel 4.12, leden 2 en 3 van het Omgevingsbesluit.
Ook is instemming van de minister nodig. Zie artikel 4.31 van het Omgevingsbesluit. De minister heeft ook een mede-handhavingstaak. Er is geen mede-handhavingstaak bij een activiteit op dezelfde locatie als een complex bedrijf. Zie artikel 13.3 van het Omgevingsbesluit.
Gedeputeerde Staten
Gedeputeerde Staten zijn adviseur voor een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit of een flora- en fauna-activiteit die niet van nationaal belang zijn.
Ook is instemming van Gedeputeerde Staten nodig. Zie artikel 4.25 van het Omgevingsbesluit. Gedeputeerde Staten hebben ook een mede-handhavingstaak. Er is geen mede-handhavingstaak bij een activiteit op dezelfde locatie als een complex bedrijf. Zie artikel 13.3 van het Omgevingsbesluit.
Niet aan activiteiten gekoppelde situaties
Naast deze gevallen zijn er ook niet aan activiteiten gekoppelde situaties waarin advies en instemming nodig zijn bij Natura 2000-/flora- en fauna-activiteiten.
Wanneer het adviesorgaan zelf bevoegd gezag is, zijn advies en instemming natuurlijk niet verplicht.