Advies en instemming bij een rijksmonumentenactiviteit
Bij rijksmonumentenactiviteiten is in verschillende situaties advies en instemming van een adviesorgaan verplicht. Advies en instemming spelen bij rijksmonumentenactiviteiten een rol in de onderstaande gevallen.
Rijksmonumentenactiviteit - algemeen
Het college van burgemeester en wethouders (B en W) hebben altijd een adviesbevoegdheid bij een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit. Zie artikel 4.20 van het Omgevingsbesluit.
In de hieronder staande gevallen is er een adviesbevoegdheid voor:
- De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij:
- 1°. het slopen van het monument als het gaat om het geheel afbreken van het monument of het gedeeltelijk afbreken daarvan als die gedeeltelijke afbraak van ingrijpende aard is voor de monumentale waarden van het monument;
- 2°. het ingrijpend wijzigen van het monument of een belangrijk deel daarvan, als de gevolgen voor de monumentale waarden van het monument vergelijkbaar zijn met de gevolgen van het slopen van het monument, bedoeld onder 1°
- 3°. het reconstrueren van het monument of een belangrijk deel daarvan, waarbij de staat van het monument wordt teruggebracht naar een eerdere staat of een veronderstelde eerdere staat van het monument
- 4°. het wijzigen van het monument of een belangrijk deel daarvan voor een gebruiksverandering van het monument als dat ingrijpende gevolgen heeft voor de monumentale waarden; of
- 5°. het verplaatsen van het monument of een belangrijk deel daarvan
- Gedeputeerde Staten voor dezelfde gevallen als het monument buiten de bebouwde kom ligt.
Instemming is niet aan de orde. Zie de artikelen 4.25 en 4.32 van het Omgevingsbesluit.
Rijksmonumentenactiviteit waarvoor het college van B en W bevoegd gezag is
De gemeentelijke adviescommissie is adviseur voor een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument waarvoor het college van B en W bevoegd gezag is. Instemming is niet aan de orde. Zie artikel 4.22 van het Omgevingsbesluit. In gevallen waar B en W geen bevoegde gezag is maar adviseur, is de commissie ook adviseur. Het advies van de commissie richt zich dan tot B en W in plaats van het bevoegd gezag.
Rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is adviseur voor een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument.
Ook is de instemming van de minister nodig. Zie artikel 4.32 van het Omgevingsbesluit. De minister heeft ook een mede-handhavingstaak. Er is geen mede-handhavingstaak bij een activiteit op dezelfde locatie als een complex bedrijf. Zie artikel 13.3 van het Omgevingsbesluit.
Niet aan activiteiten gekoppelde situaties
Naast deze gevallen zijn er ook niet aan activiteiten gekoppelde situaties waarin advies en instemming nodig zijn bij rijksmonumentenactiviteiten.
Wanneer het adviesorgaan zelf bevoegd gezag is, zijn advies en instemming natuurlijk niet verplicht.