Soorten handhavingsinstrumenten
Er bestaan verschillende soorten handhavingsinstrumenten.
- Instrumenten gericht op herstel
- Last onder dwangsom
- Last onder bestuursdwang
- Bestuurlijke boete
- Strafrechtelijke sanctie
- Bestuurlijke strafbeschikking
- Strafbaarstelling op grond van de Wet op de economische delicten (WED)
Onder de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) is de Leidraad handhavingsacties en begunstigingstermijnen ontwikkeld. Deze leidraad helpt bij het motiveren van de begunstigingstermijn en de evenredigheid van de hoogte van de last. De leidraad benoemt veel voorkomende overtredingen en geeft standaard begunstigingstermijnen en standaard dwangsombedragen.
Instrumenten gericht op herstel
Last onder dwangsom
De overtreder krijgt een dwangsom opgelegd voor het niet herstellen of het overtreden van de regel.
Last onder bestuursdwang
Als de overtreder van de regel de overtreding niet beëindigt, doet de overheid dit. Eerst krijgt de overtreder een redelijke termijn om alsnog zelf te herstellen. Dit heet de begunstigingstermijn. Gebeurt dit niet, dan kan de overheid dit doen en kan zij de kosten verhalen op de overtreder.
Bestuurlijke boete
De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie die het bestuursorgaan oplegt. Deze wordt meestal toegepast als herstel niet meer mogelijk is. De sanctie heeft een preventieve werking. De bestuurlijke boete valt onder het bestuursrecht.
De ontvanger kan bezwaar maken bij het bestuursorgaan. En hij of zij kan beroep instellen bij de bestuursrechter. Bij het opleggen van een bestuurlijke boete moet het bevoegd gezag aangeven dat de overtreder niet tot antwoorden verplicht is (de cautie). De cautie is geregeld in artikel 5:10a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het artikel bepaalt het volgende:
- Degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen.
- Voor het verhoor wordt aan de betrokkene medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorziet in de algemene regeling voor de bestuurlijke boete. In deze wet staat voor welke overtredingen een bestuurlijke boete kan worden opgelegd en tot welk maximum geldbedrag.
Strafrechtelijke sanctie
Bestuurlijke strafbeschikking
De bestuurlijke strafbeschikking (BSB) wordt gebruikt bij de handhaving van minder ernstige overtredingen. De BSB is geregeld in het Wetboek van Strafvordering. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen bepaalde lichamen of personen met een publieke taak de bevoegdheid krijgen een strafbeschikking op te leggen. Dit staat in artikel 257ba van het Wetboek van Strafvordering.
Strafbaarstelling op grond van de Wet op de economische delicten (WED)
In de Wet op de economische delicten (WED) wordt het overtreden van voorschriften strafbaar gesteld die vanuit sectorale wetten zijn overgeheveld naar de Omgevingswet. Overtreders worden vervolgd door het Openbaar Ministerie en krijgen hun staf opgelegd door de strafrechter. Dit geldt vooral bij overtredingen van de milieuregelgeving. Het strafrecht biedt ook de mogelijkheid om eigen dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden in te zetten.
Situaties waarin een bestuurlijke boete kan worden opgelegd in de Omgevingswet
In hoofdstuk 18 van de Omgevingswet staan artikelen over de situaties waarin het bevoegd gezag een bestuurlijke boete kan opleggen. Het gaat hier om:
- Milieuregels Seveso-richtlijn (artikel 18.11 Omgevingswet), nieuw
- Regels over bouwen, slopen gebruik en in stand houden van bouwwerken (artikel 18.12 Omgevingswet)
- Erfgoedregels (artikel 18.13 Omgevingswet) nieuw
- Beperkingengebied luchthaven (artikel 18.14 Omgevingswet)
- Beperkingengebied spoor (artikel 18.15 Omgevingswet)
- Regels over handel in dieren, planten, hout of producten daarvan (artikel 18.15a Omgevingswet)
Milieuregels Seveso-richtlijn
De colleges van Gedeputeerde Staten van de provincies zijn bevoegd gezag voor alle Seveso-inrichtingen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Behalve van een beperkt aantal mijnbouwwerken waarvoor de minister van Economische Zaken bevoegd gezag is.
De boetes die kunnen worden opgelegd zijn van de 6e categorie (€ 820.000). Herhaling van een overtreding geldt in de handhavingsstrategie Brzo als een verzwarende omstandigheid.
Naast de bestuurlijke boete blijft via de WED de strafrechtelijke weg tot handhaving en beboeting openstaan (artikel 18.116 Omgevingswet). Op grond van dit artikel kan de huidige handhavingsstrategie Brzo als kader dienen voor nadere afspraken tussen het bevoegd gezag en het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie. Bijvoorbeeld over wanneer een overtreding wel of niet aan de officier van justitie wordt voorgelegd.
In artikel 18.11 Omgevingswet staat het maximumbedrag van de boete. Dit is in overeenstemming met artikel 5.46 Awb. Het is aan het bevoegd gezag om hier beleidsregels over op te stellen. In de beleidsregels kunnen de passende boetetarieven worden opgenomen.
Erfgoed: bevoegd gezag en regels
Bevoegd gezag
In de meeste gevallen is het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is bevoegd tot het handhaven van overtredingen bij rijksmonumenten. Dit is het geval bij een overtreding van een (deel van) de omgevingsvergunning die de minister als bevoegd gezag heeft verleend of waarmee de minister heeft ingestemd, of wanneer er gewerkt wordt zonder de vereiste vergunning.
De minister van Infrastructuur en Waterstaat, een andere minister of Gedeputeerde Staten kunnen ook bevoegd gezag zijn. Het gaat dan om een overtreding bij een omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit en waarin voorschriften staan voor archeologische monumentenzorg.
De boetebevoegdheid geldt voor de algemene regels op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau voor cultureel erfgoed. Deze regels zullen vooral in het omgevingsplan komen.
Regels over erfgoed
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan regels ter bescherming van rijksmonumenten en werelderfgoed. Ook kan het gaan om het overtreden van de zorgplicht.
De boetebevoegdheid wordt ook toegekend voor het zonder of in strijd met de omgevingsvergunning verrichten van een rijksmonumentenactiviteit. Of voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot cultureel erfgoed of werelderfgoed.
De regels staan in artikel 18.13 van de Omgevingswet.
De maximale strafmaat is de 5e categorie. Binnen de bandbreedte van het boetetarief tot een maximum van € 103.000 kan het bevoegd gezag zelf voorzien in beleidsregels over tarieven voor overtredingen.
Meer informatie