Regels over activiteiten in de waterschapsverordening
De regels in de waterschapsverordening zijn voor het waterschap nodig om bepaalde taken te kunnen vervullen. De regels kunnen gaan over activiteiten van burgers en bedrijven met mogelijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving in samenhang met water.
Redenen om regels te stellen
Het uitgangspunt is dat er regels staan in de waterschapsverordening voor die activiteiten die gevolgen kunnen hebben op het wateraspect van de fysieke leefomgeving. De regels zijn nodig om het watersysteembeheer en de zuiveringstaak, en eventueel het wegenbeheer, goed te kunnen vervullen. Ze gaan over:
- het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste
- veilig en doelmatig gebruik, in overeenstemming met de functies die volgens de wet aan het watersysteem toegedeeld zijn. Denk aan drinkwatervoorziening, voedselvoorziening, industrie, landbouw, visserij, transport, recreatie, enzovoorts
- de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en de chemische grondwaterkwaliteit.
Aanwijzen beperkingengebieden
Voor regionale waterstaatswerken kan de beheerder zelf regels stellen. Een waterschap kan beperkingengebieden Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) aanwijzen bij waterstaatswerken en voor een activiteit op of binnen dit beperkingengebied regels stellen: beperkingengebiedactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Verplichtingen voor initiatiefnemer
In de waterschapsverordening staan niet alleen regels voor het waterschap. Er gelden ook verplichtingen voor een initiatiefnemer. Een initiatiefnemer kan een burger of bedrijf zijn.
Het waterschap kan via de waterschapsverordening bepalen dat een initiatiefnemer voor een activiteit een omgevingsvergunning moet aanvragen of een melding moet doen. Het gaat om de volgende activiteiten:
- lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam
- lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk (rioolwaterzuiveringsinstallatie)
- activiteiten in of nabij het oppervlaktewater
- activiteiten in, op of nabij waterkeringen
- het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem
- activiteiten aan, op of nabij wegen in het beheer van het waterschap.
Regels die niet in de waterschapsverordening mogen staan
In de waterschapsverordening mogen bepaalde regels niet staan. Dit volgt uit artikel 2.2 lid 2 van het Omgevingsbesluit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het gaat over:
- onderhoudsplichten of onderhoudsverplichtingen: die blijven in de legger staan
- de strafbaarstelling van de overtreding van regels van de waterschapsverordening of het opleggen van een bestuurlijke boete daarvoor: die staan in de Omgevingswet en de Wet op de economische delicten
- het heffen van belastingen door het waterschap.
Regels die in de waterschapsverordening moeten staan
Voor die activiteiten die het wateraspect van de fysieke leefomgeving wijzigen moeten regels worden opgenomen in de waterschapsverordening. Dit volgt uit artikel 2.2 lid 1 van het Omgevingsbesluit. Een voorbeeld hiervan zijn de regels die staan in de waterschapsverordening over het aanleggen van een steiger of bouwen tegen een waterkering.
Waterschappen moeten op grond van hoofdstuk 6 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bepaalde regels stellen in de waterschapsverordening over:
- het in acht nemen van de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) als regels worden gesteld over lozingsactiviteiten
- het opnemen van bepaalde beoordelingsregels als vergunningplichten zijn opgenomen voor activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor een KRW-oppervlaktewaterlichaam of een grondwaterlichaam.
In hoofdstuk 6 van het Bkl staan hiervoor instructieregels.
Regels die via de bruidsschat in de waterschapsverordening staan
In de waterschapsverordening staan met de invoering van de Omgevingswet algemene inhoudelijke regels over lozingen op oppervlaktewateren in beheer van een waterschap. In de tabel hierna is aangeven:
- om welke soorten lozingen het gaat
- in welke afdeling van de waterschapsverordening de inhoudelijke regels staan
- waar deze regels vandaan komen.
Voor alle in de tabel genoemde lozingen geldt geen vergunningplicht voor het lozen.
Overzichtstabel
Soort lozing op oppervlaktewater van waterschap |
Regels in waterschapsverordening |
Herkomst regels |
---|---|---|
Grondwater bij grondwatersanering of bodemsanering | afdeling 2.2 |
|
Grondwater bij ontwatering | afdeling 2.2 |
|
Afvloeiend hemelwater dat niet van een bodembeschermende voorziening af komt | afdeling 2.3 |
|
Huishoudelijk afvalwater | afdeling 2.4 |
|
Koelwater | afdeling 2.5 | Activiteitenbesluit (paragraaf 3.1.5) |
Stoffen bij reinigen, conserveren, bouwen, renoveren of slopen van bouwwerken | afdeling 2.6 |
|
afdeling 2.7 |
|
|
Stoffen bij het opslaan en overslaan van niet-inerte goederen* | afdeling 2.8 |
|
Afvalwater van gemeentelijke voorziening voor inzameling en transport van afvalwater | afdeling 2.9 |
|
Stoffen die vrijkomen bij ontgraven of baggeren van de waterbodem | afdeling 2.10 |
|
Stoffen die vrijkomen bij werkzaamheden waterbeheerder op oppervlaktewater | afdeling 2.10 |
|
Algen en bacteriën bij werkzaamheden waterbeheerder op oppervlaktewater | afdeling 2.10 |
|
Afvalwater van schoonmaken drinkwaterleidingen | afdeling 2.11 |
|
Afvalwater van calamiteitenoefeningen | afdeling 2.12 |
|
Afvalwater bij het telen of kweken van gewassen in een gebouw anders dan een kas | afdeling 2.13 |
|
Afvalwater bij spoelen of sorteren van biologisch geteelde gewassen |
afdeling 2.13 |
|
Afvalwater bij omgekeerde osmose of ionenwisselaars bij agrarische activiteiten | afdeling 2.13 |
|
Afvalwater van ontijzeren grondwater bij agrarische activiteiten | afdeling 2.13 |
|
Afvalwater bij maken van betonmortel | afdeling 2.14 |
|
Afvalwater bij uitwassen van beton | afdeling 2.14 |
|
Afvalwater van niet-industriële voedselbereiding | afdeling 2.15 |
|
Spuiwater van recreatieve visvijvers | afdeling 2.16 |
|
Afvalwater van het spoelen van zeezand tijdens het varen | afdeling 2.17 |
|
Afvalwater van het scheiden van zand of grind op vaar- of werktuig | afdeling 2.17 |
|
As bij asverstrooiing (geen bedrijfsmatig verstrooien) | afdeling 2.18 |
|
*Inerte goederen zijn goederen die niet bodembedreigend zijn. En ook geen gevaarlijke, kankerverwekkende, mutagene (genetische verandering veroorzakende) of reproductietoxische (giftig voor de voortplanting) stoffen zijn. Niet-inerte goederen zijn goederen die wel 1 of meer van deze eigenschappen hebben. |
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kan het waterschap de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheid om deze regels te wijzigen en opnieuw vast te stellen in de waterschapsverordening. Ook kan het algemeen bestuur die bevoegdheid delegeren aan het dagelijks bestuur. Dat kan op grond van artikel 2.8 van de Omgevingswet.
Bij deze omzetting moet het waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Mogelijkheid maatwerkvoorschriften
Wanneer het waterschap in de waterschapsverordening activiteiten heeft aangewezen waarvoor algemene regels gelden, bestaat de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften vast te stellen. Zie artikel 4.5 van de Omgevingswet.
Die maatwerkvoorschriften kunnen de algemene regels aanvullen of daarvan afwijken. Ook kan het waterschap bepalen dat vergunningvoorschriften worden gesteld in aanvulling op of in afwijking van de algemene regels.
Maatwerkregels
Met een maatwerkregel kan het waterschap in de waterschapsverordening afwijken van de algemene rijksregels of provinciale regels die voor een gebied of activiteit gelden (artikel 4.6 Omgevingswet).
Dit kan alleen als het Rijk – in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) of het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) – of de provincie – in de omgevingsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) – hiervoor de bevoegdheid geeft. Rijk en provincie bepalen binnen welke bandbreedte de maatwerkregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) kunnen worden gesteld.
Het Rijk maakt maatwerkregels mogelijk voor:
- lozingsactiviteiten op oppervlaktewater in beheer bij het waterschap die afkomstig zijn van milieubelastende activiteiten (artikel 2.12 Bal)
- lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk die afkomstig zijn van milieubelastende activiteiten (artikel 2.12 Bal).
Als het waterschap maatwerkregels stelt, gelden er aanvullende regels bovenop de regels die in het Bal, Bbl of de omgevingsverordening zijn opgenomen. Of regels die afwijken van de regels van het Bal, Bbl of omgevingsverordening.
Vergunningplicht voor lozingsactiviteiten
Het waterschap kan in de waterschapsverordening een vergunningplicht opnemen voor het lozen van afvalwater of koelwater afkomstig van milieubelastende activiteiten. Hierbij gaat het om directe lozingen op het oppervlaktewater of een zuiveringtechnisch werk.
Vergunningplicht voor overige lozingen op oppervlaktewater
Er zijn ook lozingen die niet in bovenstaande tabel staan. Ook voor die lozingen op een oppervlaktewater van een waterschap, plaatst de bruidsschat regels in de waterschapsverordening.
Die regels houden in dat er een omgevingsvergunning nodig is voor de lozing (afdeling 2.19 van de waterschapsverordening). Deze vergunningplicht geldt niet als de lozing afkomstig is van een milieubelastende activiteit in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het Bal bepaalt voor die lozingen in welke gevallen een omgevingsvergunning is vereist.
Deze vergunningplicht kan volgens artikel 2.15 lid 2 van het Bal ook gelden voor milieubelastende activiteiten die in het Bal zijn geregeld. Dit kan voor watersystemen die in beheer zijn bij het waterschap. Voorwaarde is dat de vergunningplicht nodig is vanwege het uitvoeren van taken op het gebied van beheer van watersystemen en waterketenbeheer.
In de waterschapsverordening staat het algemene toetsingskader voor wateractiviteiten. Er moet getoetst worden als de vergunningplichtige activiteit gevolgen kan hebben voor een KRW-oppervlaktewaterlichaam (KRW staat voor Kaderrichtlijn Water) of grondwaterlichaam (artikel 6.2 van het Bal).
Vergunningplicht voor lozing op zuiveringtechnisch werk
Voor lozingen op een zuiveringtechnisch werk plaatst de bruidsschat een vergunningplicht in de waterschapsverordening (afdeling 2.19 van de waterschapsverordening). Deze vergunningplicht geldt niet als de lozing afkomstig is van een milieubelastende activiteit in het Bal.
Vergunningplicht voor wateronttrekkingsactiviteit
Het waterschap kan in de waterschapsverordening voor bepaalde wateronttrekkingsactiviteiten een vergunningplicht stellen.
Beperkingengebied
Bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object. Deze begripsomschrijving staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Uitleg
De beperkingengebieden zijn gebieden rond luchthavens, wegen, spoorwegen of waterstaatswerken.
Beperkingengebiedactiviteit
Activiteit binnen een beperkingengebied. Deze begripsomschrijving staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De bijlage bij de Omgevingswet verstaat onder een beperkingengebied: bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object.
Uitleg
Een beperkingengebiedactiviteit is een activiteit die de functie van een maatschappelijk belangrijk werk of object kan verstoren. Meer informatie leest u op de pagina Beperkingengebiedactiviteit: toelichting.
Omgevingsbesluit
Het Omgevingsbesluit regelt in aanvulling op de Omgevingswet onder meer welk bestuursorgaan het bevoegd gezag is om een omgevingsvergunning te verlenen en welke procedures gelden. Daarnaast regelt dit besluit wat de betrokkenheid is van andere bestuursorganen bij de besluitvorming. Het regelt ook een aantal op zichzelf staande onderwerpen, zoals de milieueffectrapportage en financiële bepalingen.
Het Omgevingsbesluit is voor alle doelgroepen relevant, dus voor zowel burgers en bedrijven, als voor overheden.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Kaderrichtlijn Water (KRW)
Europese richtlijn die de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater borgt.
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG 2000, L 327). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Ga naar de tekst van de Kaderrichtlijn Water.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Omgevingsverordening
Omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 2.6, Omgevingswet bepaalt dat er voor het grondgebied van de provincie 1 omgevingsverordening is waarin regels over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen.
Maatwerkregel
Maatwerkregel als bedoeld in artikel 4.6, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.6, Omgevingswet bepaalt dat een maatwerkregel in aanvulling op of in afwijking van een algemene regel van het Rijk of de provincie kan worden gesteld.