Zoeken in deze site

Wetten die de Omgevingswet wijzigen

In een aantal wetsvoorstellen staan voorgenomen wijzigingen van de Omgevingswet.

Werkversie Omgevingswet

De werkversie is de geconsolideerde tekst van de Omgevingswet en de wijzigingen door wetten die op deze pagina staan genoemd.

Wetten die de Omgevingswet wijzigen

Wetten in fase consultatie

Wetten in behandeling bij de Tweede en Eerste Kamer

Wetten, gepubliceerd maar (deels) nog niet in werking

Wetten in de fase consultatie

Tijdens een internetconsultatie kunnen personen, bedrijven en organisaties reageren op het voorstel. Naar aanleiding van de ingebrachte reacties tijdens de consultatie, kan de inhoud van de voorgenomen wijziging nog veranderen of worden aangevuld.

De periode van consultatie wordt per wet op de website van internetconsultatie.nl aangegeven. Bij de onderstaande voorstellen voor wetten verwijzen wij naar het aangeboden document op de pagina bij internetconsultatie.nl.

Wijziging Awb naar aanleiding van HvJ EU, Varkens in nood

Met de Raad van State voor de Wijziging Awb naar aanleiding van HvJ EU, Varkens in nood, worden artikelen in hoofdstuk 16 Omgevingswet aangepast.

Implementatie herziene EU richtlijn REDIII hernieuwbare energie

Artikel I van de Raad van State voor de Wet implementatie van de herziene EU richtlijn hernieuwbare energie wijzigt de Omgevingswet op de volgende onderdelen:

  • aanwijzing van gebieden voor versnelde uitrol van hernieuwbare energie
  • aanwijzing van gebieden voor netwerk- en opslaginfrastructuur
  • financiële voorschriften voor hernieuwbare energieprojecten
  • screening hernieuwbare energie

Wet op de Defensiegereedheid

Het voorstel Wet op de Defensiegereedheid maakt het mogelijk om sommige complexe procedures te vereenvoudigen of lange procedures te versnellen. In het wetsvoorstel staan activiteiten die belangrijk zijn voor de krijgsmacht om zich voor te kunnen bereiden op een mogelijke oorlog. Het gaat bijvoorbeeld om:

  • het realistisch oefenen met drones boven militaire terreinen;
  • laagvliegen met helikopters;
  • nachtvliegen vanaf militaire luchthavens;
  • de aanleg van loopgraven op militaire oefenterreinen.

Wijziging Omgevingswet herziening RIE en PIE

De Raad van State Wijziging Omgevingswet herziening RIE en PIE implementeert richtlijn (EU) 2024/1785 inzake de herziening van de Richtlijn industriële emissies (Rie). Ook geeft het uitvoering aan verordening (EU) 2024/1244 betreffende de rapportage van milieugegevens van industriële installaties, tot oprichting van een portaal voor industriële emissies (PIE). Daarnaast gaat het om wijzigingen van de Omgevingswet.

Spoedwet vervangen omgevingswaarde stikstof

De Raad van State Spoedwet vervangen omgevingswaarde stikstof voorziet in het vervangen van de huidige Kritische Depositie Waarde (KDW) doelen door een wettelijk verplicht programma gericht op emissiereductie. Het programma is een aanvulling en actualisatie van het huidige Programma Stikstof Natuurwerk (PSN). Hierdoor komt artikel 2.15a Omgevingswet te vervallen.

Implementatiewet herziene gasrichtlijn en uitvoering herziene gasverordening

Het voorstel implementatie herziene gasrichtlijn en uitvoering herziene gasverordening strekt tot implementatie van het decarbonisatiepakket. De belangrijkste doelen van het decarbonisatiepakket zijn:

  1. Het stimuleren van een open en eerlijke Europese markt voor waterstof.
  2. Ervoor zorgen dat duurzame gassen, zoals biogas en waterstof, toegang krijgen tot de bestaande pijpleidingen en energiemarkten.
  3. Het garanderen van transparante en inclusieve planning van energie-infrastructuur.
  4. Zorgen dat consumenten meer rechten en hulpmiddelen krijgen, zodat zij zelf de goedkoopste en schoonste energie kunnen kiezen.

De voorgestelde wijzigingen van de artikelen 10.10i, 10.14 en 10.13e van de Omgevingswet houden verband met de implementatie van artikel 8, tiende lid, van de herziene gasrichtlijn.

Wijziging Omgevingswet i.v.m. versterking VTH-stelsel milieu

Het voorstel Wijziging Omgevingswet versterking VTH-stelsel milieu voorziet in de versterking van het VTH-stelsel milieu. Het VTH-stelsel milieu kent tekortkomingen waardoor de kwaliteit van de uitvoering bij verschillende omgevingsdiensten onvoldoende is. De hoofdoorzaken zijn:

  1. fragmentatie en vrijblijvendheid in het stelsel;
  2. het ontbreken van mogelijkheden voor de staatssecretaris van IenW om zijn stelselverantwoordelijkheid te nemen en regie te voeren.

Wetten in behandeling bij de Tweede en Eerste Kamer

De wetgever brengt een wetsvoorstel in behandeling bij de Tweede Kamer. Als er een consultatie is geweest, worden de resultaten van die consultatie verwerkt in het wetsvoorstel. Gedurende de behandeling in de Tweede Kamer kunnen via nota's van wijziging of amendementen aanpassingen plaatsvinden in het wetsvoorstel. Na afloop van de behandeling worden deze wijzigingen en aangenomen amendementen verwerkt tot een gewijzigd voorstel van wet voor de Eerste Kamer.

Wet publiekrechtelijke omvorming ProRail

Met de Tweede nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet publiekrechtelijke omvorming ProRail (Kst. 35396, nr. 17) vervalt artikel 2.24, lid 3, van de Omgevingswet.

Wet versterking regie volkshuisvesting

Met artikel III van het wetsvoorstel voor de Wet versterking regie volkshuisvesting (Kst. 36512-C) en een tweede nota van wijziging worden bepalingen toegevoegd aan de Omgevingswet.

De belangrijkste wijzigingen in de Omgevingswet zijn:

  • het toevoegen van het geven van instructies door het college van Gedeputeerde Staten en de minister met het oog op een evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad
  • een verplicht volkshuisvestingsprogramma voor gemeente, provincie en Rijk
  • regels over procedurele versnellingen voor besluiten over aangewezen projecten
  • aanvulling op de experimenteerbepaling in artikel 23.3

De toelichting bij deze wijzigingen staat in de kamerstukken nr. 3, nr. 8, nr. 10, nr. 30, nr. 32, nr. 42, nr. 54, nr. 55, nr. 57, nr. 64, nr. 93, nr. 94, nr. 95, nr. 96, nr. 97, nr. 98, nr. 99, nr. 100 en nr. 101 van het dossier 36512.

Het wetsvoorstel zal met een novelle op een aantal punten nog worden gerepareerd. De consultatieversie van de novelle is in de werkversie van de Omgevingswet verwerkt.

Wet collectieve warmte

Met artikel 13.27 van het wetsvoorstel voor de Wet collectieve warmte (Kst. 36576, nr. A) worden kleine wijzigingen aangebracht in de artikelen 10.14, 13.3e en 23.3 van de Omgevingswet.

De toelichting bij deze wijzigingen staat in de kamerstukken nr. 3 en nr. 5 van dossier 36576.

Spoorwegwet 20XX

Het voorstel Spoorwegwet 20XX voorziet in de modernisering van de spoorwegwet die duidelijker en overzichtelijker is dan de huidige regelgeving. De wet sluit beter aan bij de Europese spoorwetgeving van de Europese Unie (EU), waardoor de ruimte voor landelijk en regionaal beleid beter in beeld komt.

Wijziging Omgevingswet maatwerkaanpak PAS-regeling

Artikel 22.21 van het wetsvoorstel Wijziging Omgevingswet maatwerkaanpak PAS-regeling Kst. 36755, nr. 2, 36755-B bevat de volgende wijzigingen:

  • verlenging van de wettelijke opdracht tot legalisatie van projecten waarvoor tijdens het programma aanpak stikstof 2015–2021 geen natuurvergunning nodig was
  • andere formulering van de in het legalisatieprogramma op te nemen maatregelen en van het daarmee te bereiken doel, naar aanleiding van de bredere maatwerkaanpak zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 28 november 2024, Kamerstuk 35334, nr. 322

Wet grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet

Het voorstel Wet grondgebondenheid en verantwoorde mestafzet (Kst. 36849, nr. 2) beoogt de grondgebondenheid van de landbouw wettelijk te verankeren als sturend principe in het mest- en landbouwbeleid. Langs 3 onderdelen wordt de grondgebondenheid verankerd:

  • Lijn 1: in de Agrarische Hoofdstructuur (AHS) hanteren we een graslandnorm van uiteindelijk 0,35 ha grasland per GVE in 2034.
  • Lijn 2: in gebieden met Maatschappelijke Landbouw geldt een GVE-norm van uiteindelijk 1,5 GVE/ha in 2034. Dit is opgenomen in artikel 2.31b van de Omgevingswet.
  • Lijn 3: invulling van verantwoorde mestafzet gebeurt door Nederland in te delen in 3 mestregio’s: Noord, Midden en Zuid.

Uitvoeringswet methaanverordening

De Raad van State Uitvoering methaanverordening strekt ter uitvoering van EU-verordening (EU) 2024/1787 inzake de vermindering van methaanemissies in de energiesector en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/942. Deze wet bevat regels voor het verminderen van methaanemissies in de energiesector door monitoring, rapportage en maatregelen zoals het repareren van lekkages.

Wijziging Omgevingswet herziening implementatie richtlijn luchtkwaliteit

De Raad van State wijziging Omgevingswet herziening implementatie richtlijn luchtkwaliteit strekt tot implementatie van Richtlijn (EU) 2024/2881 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2024 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEU 2024, L 2881). De richtlijn is een herschikking en wijziging van 2 bestaande richtlijnen die worden ingetrokken.

Wetten, gepubliceerd maar (deels) nog niet in werking

Na publicatie in het Staatsblad kunnen wetten in werking treden. De datum van inwerkingtreding staat in dat Staatsblad, of wordt op een later moment vastgesteld. De datum van inwerkingtreding kan voor onderdelen van de wet verschillend zijn.

Aanvullingswet natuur Omgevingswet

Artikel 3.16 van de Aanvullingswet natuur Omgevingswet (Stb. 2020, 310) voegt een bijzondere bepaling toe over de jachtgeweeractiviteit in artikel 16.78a van de Omgevingswet. Lid 2 van artikel 16.78a is nog niet in werking getreden (Stb. 2023, 113, onderdeel 7, onder c).

Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer

Artikel XI van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Stb. 2023, 183), zoals gewijzigd door artikel I, onderdeel BN van de Verzamelwet Omgevingswet 2023 (Stb. 2023, 376) vervangt de volledige tekst van artikel 16.1 Omgevingswet. Deze wijziging treedt op 1 januari 2026 in werking (Stb. 2024, 321).

De toelichting bij deze wijziging staat in kamerstuk nr. 3 van dossier 35261.

Wet uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten

Artikel I van de Wet uitvoering verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten (Stb. 2024, 242) voegt bepalingen toe aan de Omgevingswet. De wet is nog niet in werking getreden.

de belangrijkste wijzigingen zijn:

  • het aanpassen en toevoegen van regels over ontbossingsvrije grondstoffen en producten
  • het toevoegen van definities in de bijlage

De toelichting bij deze wijzigingen staat in kamerstuk nr. 3 van dossier 36518.

Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie

Artikel II van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Stb. 2024, 406), voegt bepalingen toe aan de Omgevingswet over verduurzaming van de energievoorziening.

De belangrijkste wijzigingen in de Omgevingswet zijn:

  • de toevoeging van een warmteprogramma als verplicht programma voor de gemeente in artikel 3.6
  • het verbreden van de reikwijdte van de grondslag voor het stellen van rijksregels over bouwwerken met de verduurzaming van de energievoorziening van gebouwen in artikel 4.21
  • het toevoegen van artikel 20.7a over het verzamelen en verstrekken van vertrouwelijke gegevens

De toelichting bij deze wijzigingen staat in de kamerstukken nr. 3, nr. 9, nr. 16 en nr. 20, van dossier 36387 en nr. 3 van dossier 36481.

Energiewet

Met artikel 7.6 van de Energiewet (Stb. 2025, 12) worden de volgende wijzigingen doorgevoerd in de Omgevingswet:

  • gedoogplichten waterstoftransportnet in artikel 10.10i
  • aanpassen regels over gedoogplichten in artikel 10.14 en artikel 13.3e
  • vervangen Elektriciteitswet door Energiewet in artikel 23.3

De toelichting bij deze wijzigingen staat in de kamerstukken nr. 3, nr. 11, nr. 13 en nr. 19 van dossier 36378. Deze wijzigingen treden op 1 januari 2026 in werking (Stb. 2025, 40).

Verzamelwet Klimaat en Groene Groei

Het voorstel voor de Verzamelwet Klimaat en Groene Groei, artikel V (Stb. 2025, 349) voegt een artikel over gedoogplichten in hoofdstuk 10 van de Omgevingswet. Daarnaast regelt deze wet een aantal kleine tekstuele aanpassingen. De toelichting bij deze wijzigingen staat in kamerstuk nr. 3 van dossier 36776. De wijzigingen van artikel V treden op 1 januari 2026 in werking (Stb. 2025, 350).