Angst voor contact
Zolang we het gesprek niet aangaan, hoeven we ook geen verwachtingen te managen. Niemand vindt het leuk om boze mensen te moeten aanhoren. Maar in de praktijk blijkt het met die boosheid en al die verwachtingen wel mee te vallen.
Angst voor contact-beren
Hoe serieus de ambities rondom participatie in het kader van de Omgevingswet ook zijn, de praktijk blijkt vaak weerbarstig. Veel mensen nemen de stap naar participatie nog niet. Ze zien beren op de weg, ze hebben angst voor contact:
- Er wordt toch niets met mijn inbreng gedaan.
- Ik ben bang voor agressie.
- Het zijn rupsjes nooit genoeg. Ze willen altijd meer.
- Ik wil geen verwachtingen scheppen. Als ik met ze ga praten, moet ik iets doen met wat ze zeggen. En daarvoor heb ik geen tijd/geld/mandaat.
- Ik wil objectief blijven. Ik wil afstand bewaren.
- De kloof tussen overheid en burgers kan ik niet oplossen.
- Ik wil geen slapende honden wakker maken.
Tips om angst voor contact-beren te verjagen
- Achter elke boze burger schuilt een zeer betrokken persoon. Vaak is de boosheid over wat er niet goed gaat makkelijk om te buigen naar energie om te zorgen dat het wel goed gaat.
- Leg helder uit wat je wel en niet te bieden hebt. Mensen hebben liever een duidelijk nee dan vage beloftes die niet waargemaakt worden.
- Laat partijen met elkaar praten en elkaar overtuigen. Je hoeft er als overheid niet altijd tussen te zitten.
- Maak angsten expliciet. Geef aan dat je iets moeilijk of eng vindt. Mensen waarderen eerlijkheid en beseffen lang niet altijd welk effect hun gedrag heeft op anderen.
- Ga eens zonder plan of verhaal op pad. En luister echt. Dat waarderen mensen zeer.