Omgaan met plotselinge boosheid: 10 communicatietips
Als je iets wilt doen tegen boosheid, helpt het om te gaan luisteren. Doe dat met nieuwsgierigheid en een open houding. Zonder agenda. Schets nieuwe perspectieven. Doordenk de rollen in een conflict. En bepaal je eigen positie. Bedenk met welk type boze bewoner(s) je te maken hebt. En werk een passende maatwerkaanpak uit. 10 communicatietips in 10 werkwoorden.
1. Erken
Erken als overheid op het hoogste niveau de boosheid, onvrede, kritiek, zorg of angst. En benoem deze ook publiekelijk. Geef de emotie de ruimte. Wees oprecht nieuwsgierig naar de boosheid, zonder oordeel. Erken het als je in het proces fouten hebt gemaakt. Benoem bijvoorbeeld de beren op de weg.
2. Weet met wie je te maken hebt
Richt je voorlichting en dialoog op bezorgde of angstige bewoners. Kijk precies met wie je te maken hebt. Waar wonen deze mensen? Wat is hun persoonlijke situatie? Welke zaken spelen er? Krijg gevoel bij de groep of groepen. Richt het gesprek op het onderliggende maatschappelijke probleem.
“Er ontstond veel rumoer in de straat om de komst van een hotel. We hebben besloten om bij de hele buurt langs te gaan. Van deur tot deur. Gewoon met als doel om kennis te maken. Om te luisteren naar wat er speelt. En om de bewoners uit te nodigen voor een eerste buurtbijeenkomst. Dat was het begin van een dialoog met de buurt.”
3. Houd het klein
Houd je communicatie zo kleinschalig en zo persoonlijk mogelijk. Luister en zoek samen oplossingen voor maatschappelijke problemen. Ga 1 op 1 aan tafel met mensen. Of bel die boze meneer/mevrouw gewoon eens op.
"Er is geluidsoverlast en onveiligheid rondom school. School en bewoners verzinnen samen heel praktische en op maat gesneden oplossingen. De schoolleiding gaat bij de bewoners rond de school op huisbezoek. Het belangrijkste is dat iemand een WhatsAppgroep start waarin omwonenden en school elkaar informeren. Over te verwachten geluidsoverlast en onveilige situaties na schooltijden. Zo houden ze rekening met elkaar."
4. Vertel waar de grens is
Geef grenzen aan. Doe dat richting boze bewoners die anderen ophitsen, discriminerende uitlatingen doen of zelfs oproepen tot geweld.
5. Maak alle belangen zichtbaar
Erken de gevoelens van alle groepen. Heb ook oog voor de niet-boze mensen. En maak ook steeds de tegenstem zichtbaar. Zie de zwijgende meerderheid of juist de zwijgende minderheid. Geef ruimte aan minderheidsstandpunten.
6. Vertrouw op het zelfreinigend vermogen van de gemeenschap
Laat de boosheid ook aan de gemeenschap. Vertrouw erop dat mensen elkaar corrigeren.
"Gaandeweg blijkt dat de 'mensen van het hotel' werkelijk willen luisteren. En dat er ook positieve kanten zitten aan de komst van het hotel in de buurt. Steeds meer mensen voelen zich niet langer vertegenwoordigd door de alsmaar bozere tegenreacties van hun spreekbuizen. Langzamerhand laat deze stille meerderheid weten dat zij wél brood zien in een dialoog. Met tot gevolg dat de boosheid uit de gesprekken verdwijnt. Ook van de oorspronkelijke boze spreekbuizen."
7. Communiceer
Communiceer veel en vaak over alle ingebrachte standpunten. Erken dat het moeilijk is om aan alles en iedereen recht te doen. Leg goed uit waarom je sommige standpunten niet overneemt.
8. Wees duidelijk
Luister goed. Wees duidelijk over wanneer mensen waarop invloed hebben. En hoe groot die invloed is. Doe dat niet per participatiemoment. Maar bij de start en voor het totale proces. Maak een proceskaart, zodat steeds duidelijk is waar je staat in het proces.
9. Benoem een derde
Benoem een onafhankelijke gespreksleider en/of procesbegeleider. Bedenk wie de beste afzender is.
10. Accepteer
Je kunt (blijvende) boosheid ook accepteren of zelfs negeren. Soms hebben mensen er belang bij om boos te blijven. Om 'tegen' te zijn. Bijvoorbeeld vanwege een verworven positie. Of vanuit onmacht om te zoeken naar alternatieven.