Stap 6 van het participatieproces: hoe weegt u de samenwerking?
Hoe brengen we alle inbreng en standpunten in balans? In deze stap doordenkt u hoe u goede afspraken maakt met alle partijen over participatie.
Participatie organiseren = democratisch proces organiseren
In feite komt het organiseren van een participatieproces neer op het organiseren van een democratisch proces. Er komen uiteenlopende belangen en standpunten op tafel, die we aan het eind wegen en in balans brengen.
Voor een transparant participatieproces moet de initiatiefnemer meteen vanaf het begin goede afspraken maken met de belanghebbenden.
Deze afspraken gaan over:
- Het verzamelen van alle afwegingen
- Het wegen van alle inbreng
- Het toetsen van het participatieproces
1. Verzamelen van alle afwegingen
Voor een kwalitatief hoogwaardig besluit is het belangrijk om alle afwegingen (argumenten en gevoelens) op tafel te krijgen die van belang zijn. Wie het ophalen van deze afwegingen open organiseert – dus zonder verborgen agenda's – slaagt hier beter in.
Tips
-
Denk vooraf goed na over de vraag waarop u het antwoord zoekt. Wees specifiek en concreet.
-
Ga eerlijk en open het gesprek aan.
-
Ga actief op zoek naar minderheidsstandpunten (bijvoorbeeld met de methode Deep Democracy).
-
Ga met een zo breed mogelijke groep betrokkenen in gesprek. Lees hierover meer bij het kompaspunt Met wie wilt u om tafel?
-
Verken standpunten en belangen via een gesprek over waarden. Bijvoorbeeld met behulp van waardenkaarten van De Argumentenfabriek (zie voorbeeld van een waardenkaart over ruimtelijke ordening).
-
Maak onderscheid tussen feiten en meningen.
-
Heb oog voor de beleving van mensen rond het onderwerp. Bijvoorbeeld op het vlak van gezondheid (GGD), veiligheid (brandweer) of natuur (natuurbeschermingsorganisatie).
-
Maak aan het begin van een proces helder welke rol de gemeenteraad, Gedeputeerde Staten of de Tweede Kamer heeft rond de besluitvorming. Vooraf biedt het ze de mogelijkheid inhoudelijke kaders én proceskaders te stellen. Achteraf moet je alleen nog op proceskaders willen toetsen.
-
Benoem op dit moment ook de positie die de overheidsorganisatie kiest voor de participatie. Lees hier meer over bij het kompaspunt Waarom wilt u samenwerken?
-
Zorg voor een onafhankelijk procesbegeleider als u zelf belanghebbende bent.
-
Stem de processen voor het maken van de verschillende kerninstrumenten slim op elkaar af. En maak gebruik van elkaars bevindingen.
-
Benoem vooraf welke rol de omgevingscommissie krijgt in het proces.
-
Zorg dat belanghebbenden of belangenorganisaties zichtbaar zijn voor de initiatiefnemer.
2. Wegen van de inbreng
In het besluitvormingsproces bereiken we transparantie door duidelijk te zijn:
- Wees duidelijk over de spelregels voor de dialoog (Bijvoorbeeld: als we het oneens zijn, komen we met een alternatief; in plaats van meteen kaders te stellen).
- Als de groep er niet uitkomt, heeft de gemeenteraad of Provinciale Staten het laatste woord.
- We hoeven het niet voor 100% met elkaar eens te zijn. Maak onderscheid in waarover je het eens bent (vaak is dat 95% van de dingen) en waarover je van mening verschilt. Vaak zit 'm dat in specifieke dingen.
- Redeneer steeds vanuit de maatschappelijke opgave of de gemeenschappelijke ambitie die partijen delen.
- Benoem niet alleen de economische waarde, maar ook de maatschappelijke en publieke waarden. Denk aan de 3 P's: People, Planet, Profit.
- Zorg tijdens het proces voor 'suddertijd', tijd voor bezinning. Benut deze om u te verplaatsen in ieders positie en zoveel mogelijk input op te halen.
- Bouw momenten van tussentijdse reflectie en evaluatie in.
Waarden als afwegingskader
Sommige gemeenten nemen bewust de tijd om als groep betekenis te geven aan de zaken die voor de gemeenschap het allerbelangrijkst zijn. Handige methoden zijn:
Handige methoden zijn:
- De waardenkaarten die Hogeschool Windesheim en de ArgumentenFabriek ontwikkelden.
- De wikken en wegen-methode van kennisinstituut CROW.
- Diverse spelvormen, waaronder het Democratiespel.
3. Het toetsen van het participatieproces
Wie aan het begin van het proces heldere afspraken maakt over de rolverdeling en wijze van participatie, kan achteraf goed toetsen hoe democratisch het proces feitelijk is verlopen. Veelgenoemde criteria voor het toetsen van een proces zijn de volgende:
- Duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor het organiseren van participatie (ligt die bij de overheidsorganisatie of bij de initiatiefnemer?)
- Openheid en toegankelijkheid van het proces
- Bijdragen aan waardencreatie
- Duidelijkheid over de beïnvloedingsruimte
- Toepassing van het principe hoor en wederhoor
- Controleren van de gedragscode waarin partijen van tevoren hebben benoemd hoe ze met elkaar omgaan
- Toetsing van de kwaliteit van het proces. Bijvoorbeeld door deelnemers te vragen hoe ze het proces hebben beleefd en of ze voldoende inbreng hebben gehad. En door initiatiefnemers te laten vertellen hoe zij het proces hebben georganiseerd.
Lees meer over het toetsen van participatieprocessen
- Handreiking bewonersparticipatie (pdf, 440 kB) van het RIVM
- Democratische Bril, een instrument van de Democratic Challenge van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Beargumenteerd 'nee' zeggen mag
Bij alle vormen van participatie zou de inzet van de overheidsorganisatie moeten zijn om naar ieders wensen en zorgen te luisteren. En om daar vervolgens rekening mee te houden. Het is een misverstand te denken dat participatie betekent: iemand a priori zijn zin geven. Nee is namelijk ook een antwoord of een uitkomst. Deel wel meteen de verwachtingen en de spelregels met alle gesprekspartners. Gebruik bijvoorbeeld het kompas voor initiatief (pdf, 287 kB) van de gemeente Utrecht als hulp.
Naast het expliciet van tevoren uitspreken van de verwachtingen is het ook van belang om de speelruimte te beschrijven, evenals de alternatieven. Duidelijkheid en transparantie zijn onmisbare elementen in het democratisch proces. Onderschat de factor tijd niet. Geef het gesprek de tijd. Reageer en besluit niet meteen. Geef ook alternatieven. Denk mee.
In het kader van de invoering van de Omgevingswet zal de benadering van initiatieven door de overheid grondig veranderen. Van 'Nee, tenzij…' naar 'Ja, mits… Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)'. Het is daarom heel belangrijk om alle argumenten en overige overwegingen duidelijk in kaart te brengen en daarover te communiceren.
Verbreding
Deep Democracy
'Democracy' verwijst naar een manier van besluitvorming waarbij zowel de opvattingen van de meerderheid als die van de minderheid worden benut. Uiteindelijk wordt op basis van een zo breed mogelijke meerderheid, liefst unaniem, een besluit genomen.
‘Deep’ geeft aan dat het niet alleen gaat om de feiten aan de oppervlakte, maar ook om emoties en drijfveren die zich dieper in de ziel van individuen en van groepen bevinden. Dingen die niet gezegd mogen worden, komen in de onderstroom, waar ze groeien en sterker worden.
Deep Democracy toepassen kost veel tijd. Maar een snel besluit nemen en er dan nog weken over doorpraten, kost ook tijd en energie. Zie tegenstellingen niet als belemmering, maar als startpunt van een creatief proces. Overleggen is niet jezelf indekken. Het betekent vanuit een open vizier met elkaar mooie dingen maken en beslissen.
Meer informatie over Deep Democracy
Boeken: Deep Democracy – de wijsheid van de minderheid, door Jitske Kramer, en Now we're talking – Deep Democracy in actie, door Frank Weijers.
Projectvoorbeelden
- De wethouder gaf aan bij de start van het proces een kader mee, waarbinnen het Energieplan Utrecht tot stand kon komen. 'Als je binnen die afgesproken kaders blijft', zei ze, 'dan ga ik akkoord.' De praktijk bleek weerbarstig.
- Tijdens verschillende inloopmomenten reageerden Zoeterwoudenaars op stellingen als 'Vind jij dat we woningen mogen bijbouwen in het buitengebied? Zo ja, hoeveel dan?'. De uitkomsten werden meegenomen in het omgevingsplan van Zoeterwoude.
- In drakendorp Beesel werd na een voorselectie door het college de keuze uit drie varianten aan bewoners gelaten. Via een bon in het plaatselijke krantje kon iedereen zijn voorkeur uitspreken en via een kaartje op de post doen.
- In Overbetuwe mochten mensen via een forum stemmen op stellingen. Wanneer men het meer dan 80% het eens was over een stelling, werd dit een piketpaaltje in het bestemmingsplan. Onderwerpen waarover 50 en 80% gelijkgestemden waren, werden besproken tijdens een discussieavond. Zo werden verschillende argumenten zichtbaar.
'Ja, mits'-principe
De Omgevingswet beoogt niet alleen het waarborgen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Het wil ook ruimte maken voor ontwikkelingen. Dit betekent voor overheden een andere houding naar burgers en bedrijven met initiatieven. Het 'ja, mits'-principe, in plaats van het 'nee, tenzij'-principe.
"Ja" denken betekent niet gelijk ook "ja" zeggen. "Ja" denken vraagt overheden om na te denken over de noodzakelijke kaders en waar mogelijkheden zijn voor het stellen van algemene regels of juist helemaal geen regels.