Plan
U werkt aan een plan of programma, heeft een belang, of wilt inbreng leveren
De participatie in dit deel van de route richt zich op de vraag wie de handen ineen willen, of zouden moeten, slaan. En wat gemeenschappelijke belangen zijn achter standpunten van allerlei partijen. Ook communicatie komt om de hoek kijken: hoe maken we zichtbaar wat we (gaan) doen en hoe nodigen we uit om aan te haken?
Participatiedoel
Als overheid werkt u in deze fase aan het maken van een omgevingsplan of programma. In deze kerninstrumenten haalt u opvattingen en overtuigingen op bij allerlei vertegenwoordigers. Die gebruikt u om beleidsuitgangspunten te formuleren voor gebieden.
Doelgroepen
Vertegenwoordigers als groepen gebruikers, natuur- en milieuorganisaties,
patiëntenorganisaties, gebieds- of energiecoöperaties, mobiliteitsorganisaties, beleidsmedewerkers en gebiedskenners kunnen helpen bij het aanreiken van afwegingen.
Waarop richt de participatie zich?
- ophalen van argumenten
- toetsen van een concreet plan; eerst abstract, dan concreet
- werken met stellingen en standpunten om keuzes te kunnen maken
Werkvormen
In de planfase gebruikt u werkvormen die helpen bij het ophalen van argumenten of het toetsen van een concreet plan. Denk aan een Lagerhuisdebat, werken met stellingen en standpunten, of een forum houden.
Praktijkvoorbeeld: debatteren over omgevingsplan Zoeterwoude
'In de gemeente Zoeterwoude wonen veel agrariërs. We hebben een hoop landbouwgrond. Om te oefenen met de toekomstige wet, besloten we daarom een omgevingsplan voor het landelijk gebied te gaan maken. In een debatavond bespraken we de resultaten van het proces.'