Luchtvoorschriften aanbrengen van lagen op metalen (paragraaf 4.11 Bal)
Voor het aanbrengen van lagen op metalen gelden luchtvoorschriften uit paragraaf 4.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Het gaat om het voorkomen of beperken van emissie van stoffen tijdens het aanbrengen van anorganische deklagen, metaallagen of conversielagen op metalen. Het gaat hierbij om emissie van stof, chroom VI-verbindingen, zwavelzuur, cadmium en cadmiumverbindingen, zinkchloride en chloorverbindingen.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In de hoofdstukken 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.11 van het Bal valt, en
- uw activiteit onder paragraaf 3.4.4 Metaalproductenindustrie valt
Afvoer bovendaks
Bij het aanbrengen van lagen op metalen moet de afgezogen lucht bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd.
Verbod op gebruik PFOS en kwik
Om het milieu te beschermen worden geen perfluoroctaansulfonaten en kwik gebruikt.
Aanbrengen van anorganische deklagen op metalen
Bij anorganische deklagen gaat het om het aanbrengen van een verfraaiende of beschermende laag van anorganisch materiaal (keramiek, email, metaallagen) op metalen. Hierbij komen emissies vrij. Om de emissies in de lucht te voorkomen of beperken, moet het aanbrengen van anorganische deklagen op metalen gebeuren in een gesloten ruimte.
Schooperen (speciale techniek voor aanbrengen anorganische deklagen)
Bij schooperen van metaal komt zeer veel stof vrij. Daarom moet schooperen in een gesloten ruimte worden uitgevoerd waar onderdruk heerst en afzuiging aanwezig is.
Maatregelen stof emissies
Een maatregel voor het reduceren van stofemissies is de lucht afzuigen en afvoeren door een geschikte filtrerende afscheider. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof en de stofklasse MVP, sA.1, sA.2 en sA.3.
Emissiegrenswaarden
Bij het aanbrengen van anorganische deklagen op metalen wordt aan de emissiegrenswaarden uit tabel 4.195 van het Bal voldaan.
Stof of stofklasse | Emissiegrenswaarde in mg/Nm3 | Ondergrens in kg/jaar |
---|---|---|
Totaal stof | 5 | 100 |
MVP1 | 0,05 | 0,075 |
sA.1 | 0,05 | 0,125 |
sA.2 | 0,5 | 1,25 |
sA.3 | 0,5 | 5 |
Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt (artikel 4.195 lid 2 Bal).
Aanbrengen van conversielagen op metalen
Conversielagen zijn hechtende anorganische deklagen op een metaaloppervlak. Er wordt een laag gevormd door een chemische of elektrochemische reactie tussen bestanddelen van de badvloeistof en het metaaloppervlak. Voor de emissies naar de buitenlucht van het chroomzuuranodiseren en het zwavelzuuranodiseren gelden emissiegrenswaarden. Voor andere processen voor het aanbrengen van conversielagen zijn de emissies naar verwachting verwaarloosbaar.
Maatregelen chroom VI-verbindingen
Bij het aanbrengen van conversielagen door chroomzuuranodiseren ontstaan emissies van chroom VI-verbindingen. Een maatregel voor het reduceren van chroom-VI-verbindingen is het afzuigen van de lucht en de lucht afvoeren door een geschikte gaswasser of aerosolfilter of mistfilter. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor chroom VI-verbindingen, berekend als chroom.
Maatregelen zwavelzuur
Bij het aanbrengen van conversielagen door zwavelzuuranodiseren ontstaan emissies van zwavelzuur. Reductie van zwavelzuur emissies kan door:
- het afzuigen van de lucht en de lucht afvoeren door een geschikte gaswasser of aerosolfilter of mistfilter
- het verlagen van de temperatuur van het zwavelzuurbad beneden 60 °C.
Door het nemen van beide maatregelen voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor zwavelzuur.
Emissiegrenswaarden
Bij het aanbrengen van conversielagen op metalen door middel van chroomzuuranodiseren en zwavelzuuranodiseren wordt aan de emissiegrenswaarden uit tabel 4.196 van het Bal voldaan.
Stof | Emissiegrenswaarde in mg/Nm3 | Ondergrens in kg/jaar |
---|---|---|
Chroom VI-verbindingen, berekend als chroom | 0,1 | 0,075 |
Zwavelzuur | 3 | 7,5 |
Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt (artikel 4.196 lid 2 Bal).
Afzuigen lucht afkomstig van het aanbrengen van metaallagen op metalen
Om diffuse emissies in de lucht te voorkomen of beperken, moet afzuiging plaatsvinden bij het aanbrengen van metaallagen op metalen (artikel 4.194 Bal).
Elektrolytisch of stroomloos aanbrengen van metaallagen op metalen
Bij het elektrolytisch aanbrengen van een metaallaag op een voorwerp (ook wel galvaniseren genoemd) wordt gebruik gemaakt van een elektrische stroom en een waterige oplossing met daarin opgeloste metaalverbindingen (elektrolyt). Bij het stroomloos aanbrengen van metaallagen door een chemisch proces is geen uitwendige stroomvoorziening nodig.
Maatregelen chroom VI-verbindingen
Een maatregel voor het reduceren van chroom VI-verbindingen is het afzuigen van de lucht en deze lucht afvoeren door een geschikte gaswasser of aerosolfilter of mistfilter. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor chroom VI-verbindingen.
Bron- of procesgeïntegreerde maatregelen
Om aan de emissiegrenswaarden te voldoen, kan het bedrijf ook bron- of procesgeïntegreerde maatregelen nemen. Een voorbeeld is het toevoegen van additieven aan de beits- of etsvloeistof die emissies naar de lucht vanuit het bad verminderen. Ook het verlagen van de temperatuur waarop wordt gebeitst en geëtst kan de emissie verminderen. Bij het nemen van bron- en procesgeïntegreerde maatregelen blijft de meetverplichting wel van toepassing.
Emissiegrenswaarden
Bij het elektrolytisch of stroomloos aanbrengen van metaallagen op metalen wordt aan de emissiegrenswaarden uit tabel 4.197 van het Bal voldaan.
Stoffen | Emissiegrenswaarde in mg/Nm3 | Ondergrens in kg/jaar |
---|---|---|
Chroom VI-verbindingen, berekend als chroom | 0,1 | 0,075 |
Cadmium en cadmiumverbindingen, berekend als cadmium | 0,05 | 0,125 |
Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt (artikel 4.197 lid 2 Bal).
Thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen
Een bekende manier van thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen is verzinken. Bij verzinken wordt het werkstuk ondergedompeld in een laag vloeibaar zink. Het zink vormt na stolling een deklaag Door het gebruik van vloeimiddel ontstaan gasvormige emissies van chloriden naar de lucht. Daarnaast komen stofvormige emissies vrij die onder andere zinkchloride bevatten.
Maatregelen totaal stof en zinkchloride
Een maatregel om emissie van totaal stof en zinkchloride te reduceren is het afzuigen van de lucht en het afvoeren van de lucht door een geschikte filtrerende afscheider. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof en zinkchloride.
Maatregelen chloorverbindingen
Een maatregel om emissies van chloorverbindingen te reduceren is het afzuigen van de lucht en het afvoeren van de lucht door een geschikte gaswasser. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor chloorverbindingen.
Emissiegrenswaarden
Bij het thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen wordt aan de emissiegrenswaarden uit tabel 4.198 van het Bal voldaan.
Stof | Emissiegrenswaarde in mg/Nm3 | Ondergrens in kg/jaar |
---|---|---|
Totaal stof | 5 | 100 |
Zinkchloride (rook) | 5 | 5 |
Chloorverbindingen, berekend als waterstofchloride, anders dan zinkchloride |
30 | 75 |
Deze emissiegrenswaarden gelden niet als de emissie de ondergrens niet overschrijdt (artikel 4.198 lid 2 Bal).
Toezicht: maatregelen of meetplicht
De toezichthouder controleert of het bedrijf de maatregelen voor het beperken van de emissies voldoende toepast (artikel 4.200). Het gaat om de maatregelen bij:
- het aanbrengen van anorganische deklagen (artikel 4.195, derde lid)
- het aanbrengen van conversielagen op metalen (artikel 4.196, derde en vierde lid)
- het elektrolytisch of stroomloos aanbrengen van metaallagen op metalen (artikel 4.197, derde lid)
- thermisch aanbrengen van metaallagen op metalen (artikel 4.198, derde en vierde lid)
Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat ze voldoen aan de emissiegrenswaarden. De meting moet voldoen aan de eisen uit artikel 4.201 van het Bal. Dit zijn vergelijkbare eisen als gelden voor een meting voor luchtvoorschriften die staan in hoofdstuk 5 van het Bal.
Overgangsrecht
In het Activiteitenbesluit was het verbod om in de buitenlucht anorganische deklagen op metalen aan te brengen niet van toepassing op schooperen als het object vanwege de omvang niet inpandig kon worden bewerkt. Deze uitzondering komt niet terug in het Bal. Hierop is wel het overgangsrecht van toepassing (artikel 8.1.6 lid 2 Invoeringsbesluit Omgevingswet). De uitzondering blijft tot 2 jaar na het in werking treden van de Omgevingswet van toepassing. Het bevoegd gezag kan afwijken van het Bal (artikelen 2.12 en 2.13 Bal).
De emissiegrenswaarde voor de stoffen in de stofklasse sA.3 zijn aangescherpt. Voor deze stoffen geldt tot 4 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet een emissiegrenswaarde van 5 mg/Nm3.
Maatwerk mogelijk voor geur
Bij het aanbrengen van lagen op metalen kan sprake zijn van geurhinder. Het Bal stelt hier, behalve het bovendaks en omhoog gericht afvoeren van afgezogen lucht, geen eisen aan. Het bevoegd gezag kan aanvullende eisen stellen om de emissie van geur te beperken. Dit kan via een maatwerkvoorschrift dat geldt voor het aanbrengen van lagen op metalen of via een maatwerkregel in het omgevingsplan. Dit volgt uit de artikelen 2.12 en 2.13 van het Bal.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast luchtvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels aanbrengen van lagen op metalen.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.