Milieubelastende activiteit metaalproductenindustrie (paragraaf 3.4.4 Bal)
Voor de metaalproductenindustrie gelden algemene rijksregels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Hoofdstuk 3 van het Bal bevat de aanwijzing van wat er onder de milieubelastende activiteit valt en wat vergunningplichtig is. Ook staat hier welke inhoudelijke regels gelden.
Dit valt onder metaalproductenindustrie
De milieubelastende activiteit metaalproductenindustrie wordt in paragraaf 3.4.4 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral: verontreiniging van de bodem en de lucht, lozingen, geluid en het gebruik van energie.
De milieubelastende activiteit metaalproductenindustrie bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
De kernactiviteit is:
- een IPPC-installatie die valt onder categorie 2.6 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie). Het gaat alleen om de oppervlaktebehandeling van metalen
- het verwerken van metalen door smeden met hamers, smelten, legeren, gieten, walsen, trekken of klinken
- het op metaal aanbrengen van anorganische deklagen, conversielagen of deklagen van gesmolten metaal
- het behandelen van de oppervlakte van metalen door een elektrolytisch of chemisch procedé
- het harden en gloeien van metalen en het diffunderen van stoffen in het metaaloppervlak
- het maken van producten van metaal
Bij het aanbrengen van anorganische deklagen op metalen gaat het om het aanbrengen van een verfraaiende of beschermende laag van anorganisch materiaal. Zoals keramiek, email of metaallagen. Hieronder vallen in ieder geval thermisch spuiten en emailleren.
Conversielagen zijn hechtende anorganische deklagen op een metaaloppervlak. De laag wordt gevormd door een chemische of elektrochemische reactie tussen bestanddelen van de badvloeistof en het metaaloppervlak zelf. Het metaal van het te behandelen werkstuk werkt zelf mee aan de vorming van de deklaag.
Bij het behandelen van de oppervlakte kan worden gedacht aan de volgende handelingen:
- ontvetten van metalen met behulp van elektrolyse
- chemisch ontlakken: het verwijderen van lakken met behulp van chemicaliën
- beitsen of etsen van metalen: het behandelen van metalen met een agressief middel. Dit middel tast het metaaloppervlak aan met het doel dit te reinigen (beitsen). Hieronder valt ook het strippen van metaal waarbij een metaallaag volledig wordt verwijderd.
- het elektrolytisch aanbrengen van een metaallaag op een voorwerp. Dit wordt ook wel galvaniseren genoemd.
- het stroomloos aanbrengen van metaallagen door een chemisch proces. Bijvoorbeeld door autokatalytische metaalafscheiding, dompelneerslag en contactproces.
Bij het maken gaat het om het produceren of het opnieuw geschikt maken van een product. Hieronder valt niet het onderhouden of repareren van producten.
Dit valt niet onder de kernactiviteit
De regels uit paragraaf 3.4.4 van het Bal gelden niet als de activiteit alleen wordt verricht:
- tijdens het verrichten van een bouwactiviteit of sloopactiviteit of het aanleggen, wijzigen of verwijderen van een weg. Wel kan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) voorschriften bevatten.
- als huishoudelijke activiteit of bij het uitoefenen van beroep of bedrijf aan huis.
- voor educatieve doelen, bijvoorbeeld een onderwijsinstelling met praktijklokalen voor vakonderwijs.
- Tijdens het maken, onderhouden, repareren en behandelen van de scheepshuid van vaartuigen of drijvende werktuigen die vallen onder de milieubelastende activiteit scheepswerven.
Deze uitzonderingen gelden niet voor IPPC-installaties.
Daarnaast gelden de regels uit paragraaf 3.4.4 van het Bal niet als de activiteit valt onder paragraaf 3.3.6 (basismetaalindustrie).
Samenloop met andere activiteiten uit hoofdstuk 3
Er kunnen ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing zijn. Deze activiteiten zijn soms functioneel ondersteunend aan de kernactiviteit en soms onderdeel van de kernactiviteit. Op de pagina De aanwijzing van milieubelastende activiteiten in het Bal leest u hier meer over. In de tabel hieronder vindt u voorbeelden van activiteiten die kunnen voorkomen bij deze kernactiviteit.
Andere activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslag verpakte gevaarlijke stoffen | 3.2.9 |
Oppervlaktebehandeling met oplosmiddelen IPPC | 3.2.18 |
Minerale producten industrie | 3.4.5 |
Chemische producten industrie | 3.4.6 |
Papier-, hout-, textiel- en leerindustrie | 3.4.7 |
Rubber- en kunststofindustrie | 3.4.9 |
Recyclen metalen | 3.5.4 |
Verwerken van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen | 3.5.11 |
Laboratorium | 3.7.5 |
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor metaalproductenindustrie
Bij de milieubelastende activiteit staat welke regels uit hoofdstuk 4 en 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor metaalproductenindustrie
Voor de volgende activiteiten die vallen onder de milieubelastende activiteit metaalproductenindustrie is een omgevingsvergunning nodig:
- IPPC-installatie die valt onder categorie 2.6 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie). Voor het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater is ook een omgevingsvergunning nodig.
- smelten, met inbegrip van het legeren, of het gieten van non-ferrometalen. Hierbij gaat het niet om:
- aluminium en legeringen van aluminium met lood, zink, tin, koper, nikkel, maximaal 19% silicium, maximaal 1% mangaan, maximaal 5,5% magnesium, maximaal 1,5% ijzer, maximaal 1% titanium of maximaal 1% chroom
- koper en legeringen van koper met lood, zink, tin, aluminium, nikkel, maximaal 5% silicium, maximaal 13% mangaan, maximaal 6% ijzer of maximaal 0,1% fosfor
- lood, zink, tin en legeringen van deze metalen met nikkel
- goud, zilver, platina en legeringen met minimaal 30% van deze metalen tot maximaal 500 kg/jaar
- smelten, met inbegrip van het legeren, en het gieten van non-ferrometalen waarbij:
- de verloren wasmethode wordt toegepast en minimaal 500 kg was per jaar wordt verbruikt
- lost foam methode wordt toegepast
- vormzand thermisch wordt geregenereerd
- harden of gloeien van metalen of het diffunderen van stoffen in het metaaloppervlak. Voorwaarde is dat zouten, oliën of gassen anders dan inerte gassen of koolzuurgas worden gebruikt.
- aanbrengen van metaallagen met een cyanidehoudend bad met een inhoud van minimaal 100 l
- behandelen van het oppervlak van metalen met een bad van minimaal 1 m3 vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1 of vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3 van bijlage I, deel 3, CLP-verordening
- exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor:
- verwerken van ferrometalen door warmwalsen, het smeden met hamers, of het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal
- smelten, met inbegrip van het legeren, van non-ferrometalen. Dit met uitzondering van edele metalen en met inbegrip van terugwinningsproducten
- behandelen van het oppervlak van metalen met een elektrolytisch of chemisch procedé
- maken van auto's, motoren van auto's of het assembleren van auto’s.
- bouwen of repareren van luchtvaartuigen
- maken van spoorwegmaterieel
- met testbanken beproeven van motoren, turbines of reactoren
- uitstampen van metalen met springstoffen
- exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor het verwerken van metalen waarvan de productieoppervlakte minimaal 2.000 m2 is:
- door warmwalsen of koudwalsen voor zover het smeltpunt van de metalen minimaal 800 K is en de dikte van het aangevoerde materiaal minimaal 1 mm is
- in een walsinstallatie of trekinstallatie voor het maken van profielmateriaal of stafmateriaal
- in een wals-, trek- of lasinstallatie voor het maken van metalen buizen
- door smeden voor het maken van ankers of kettingen
- door het maken of schoonmaken van metalen ketels, vaten, tanks of containers
- exploiteren van een andere milieubelastende activiteit voor het verwerken van metalen waarvan de productieoppervlakte die niet in een gesloten gebouw is ondergebracht, minimaal 2.000 m2 is:
- door het samenvoegen van plaatmaterialen, profielmaterialen, stafmaterialen buismaterialen door smeden, klinken, lassen of monteren
- lozen van koelwater met een warmtevracht van meer dan 50 MW op het oppervlaktewater, afkomstig van de milieubelastende activiteit metaalproductenindustrie
Een omgevingsvergunning is vaak nodig vanwege de Richtlijn industriële emissies, mer-beoordeling, geluidemissie, beoordeling omgevingsveiligheid of het lozen van koelwater.
Bij een omgevingsvergunning voor een IPPC-installatie en het exploiteren van een andere milieubelastende installatie geldt de vergunningplicht voor alles wat onder het begrip installatie valt. Het begrip installatie omvat ook de activiteiten die technisch én milieuhygiënisch zijn verbonden.
Vaak zijn in een bedrijf ook andere paragrafen met milieubelastende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Bal van toepassing. Voor die activiteiten kan ook een vergunningplicht gelden.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In de hoofdstukken 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Overgangsrecht
Voor bestaande metaalproductenindustrie geldt een aantal bijzondere regels.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor metaalproductenindustrie
Niet alle regels voor metaalproductenindustrie staan in het Bal. Er staan ook regels in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie, kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer op Inhoud Besluit activiteiten leefomgeving.
Begrip: IPPC-installatie
IPPC-installaties zijn de grotere industriële bedrijven die vallen onder de Richtlijn industriële emissies (2010/75/EU). Deze richtlijn geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie.
IPPC staat voor integrated pollution prevention and control, ofwel geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging.
Lees meer over IPPC-installaties.
Begrip: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit bouwwerken leefomgeving.
Begrip: Warmtevracht
Bedrijven gebruiken oppervlaktewater soms als koelwater. Na gebruik loost het bedrijf het dan verwarmde water weer in het oppervlaktewater. De warmtevracht is een maat voor het opwarmend vermogen van het koelwater. De warmtevracht is afhankelijk van de lozingssnelheid en het temperatuurverschil tussen het koelwater en het oppervlaktewater.
Begrip: Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.