Gedragscode voor flora- en fauna-activiteit
Gedragscodes zijn mogelijk voor bepaalde flora- en fauna-activiteiten. Een gedragscode geeft een beschrijving hoe een flora- en fauna-activiteit zodanig te verrichten is dat die geen invloed heeft op flora en fauna.
Gedragscode bij vogels
Een gedragscode bij vogels is mogelijk in geval van schadelijke handelingen en niet-commercieel bezit. Dat zijn flora- en fauna-activiteiten. Het gaat om vogels die van nature in het wild voorkomen in Nederland of een andere EU-lidstaat.
Alleen als de gedragscode voldoet aan bepaalde criteria kan de Omgevingsregeling de gedragscode aanwijzen. Het gaat om de criteria die hieronder zijn vermeld (artikel 11.45, lid 2 en 3, Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal)).
Activiteit is nodig
De flora- en fauna-activiteit is nodig:
- vanwege de volksgezondheid of de openbare veiligheid
- vanwege de veiligheid van het luchtverkeer
- om belangrijke schade te voorkomen aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren
- om flora en fauna te beschermen
- voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt
- of, om het vangen, het onder zich hebben of elke andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan
Activiteit zorgvuldig verrichten
Het verrichten van de flora- en fauna-activiteit moet zorgvuldig gebeuren. Van 'zorgvuldig' is sprake als de activiteit geen invloed heeft op de vogelsoort. Daarnaast betekent 'zorgvuldig' het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van:
- het doden van de vogels
- het vernielen, beschadigen of wegnemen van nesten van de vogels
- het vernielen van rustplaatsen of eieren van de vogels
Geen benutting of economisch gewin
Er mag geen benutting of economisch gewin van de vogels plaatsvinden.
Gedragscode bij dieren en planten in habitatrichtlijn en verdragen
Een gedragscode is mogelijk bij beschermde dieren en planten in geval van schadelijke handelingen en niet-commercieel bezit. Dat zijn flora- en fauna-activiteiten. Het gaat om beschermde dieren en planten die staan in bijlage IV bij de Habitatrichtlijn, bijlage I of II bij het verdrag van Bern of bijlage I bij het verdrag van Bonn. Vogels die van nature in het wild voorkomen in een EU-lidstaat, vallen er niet onder.
Alleen als de gedragscode voldoet aan bepaalde criteria, kan de Omgevingsregeling de gedragscode aanwijzen. Het gaat om de criteria die hieronder vermeld zijn (artikel 11.53, 2e en 3e lid, Bal).
Activiteit is nodig
De flora- en fauna-activiteit is nodig:
- om ernstige schade te voorkomen aan met name gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom
- vanwege de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar. belang. Zo’n dwingende reden kan ook een reden zijn van sociale of economische aard of in verband met gunstige effecten voor het milieu.
- voor onderzoek en onderwijs, repopulatie, herintroductie van deze soorten of voor de daarvoor benodigde kweek. Zo’n kweek kan ook de kunstmatige vermeerdering van planten zijn.
- voor de bescherming van de wilde flora of fauna of voor het in stand houden van de natuurlijke habitats
- of, om het vangen, plukken of het onder zich hebben van bepaalde dieren of planten in beperkte aantallen mogelijk te maken. Het gaat om strikt gecontroleerde omstandigheden en selectieve wijze waarop dat moet gebeuren. Om welke soorten en aantallen het gaat, moet de omgevingsverordening of Omgevingsregeling vaststellen.
Activiteit zorgvuldig verrichten
Het verrichten van de flora- en fauna-activiteit moet zorgvuldig gebeuren. Van 'zorgvuldig' is sprake als de activiteit geen invloed heeft op de dier- of plantensoort. Daarnaast betekent 'zorgvuldig' het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van:
- het doden van de dieren
- het vernielen of beschadigen van rustplaatsen of voortplantingsplaatsen van de dieren
- het vernielen van eieren van de dieren
- het plukken, afsnijden, ontwortelen of vernielen van de planten
Geen benutting of economisch gewin
Er mag geen benutting of economisch gewin van de beschermde dier- of plantensoort plaatsvinden. Het gaat om planten- en diersoorten in bijlage IV van de habitatrichtlijn en bijlage I en II van het verdrag van Bern.
Gedragscode bij andere beschermde dieren en planten
Een gedragscode is mogelijk bij andere beschermde dieren en planten in geval van schadelijke handelingen. Dat is een flora- en fauna-activiteit. Het gaat om beschermde dieren en planten die staan in bijlage IX van het Bal.
Alleen als de gedragscode voldoet aan bepaalde criteria, kan de Omgevingsregeling de gedragscode aanwijzen. Het gaat om de criteria die hieronder zijn vermeld (artikel 11.59, 2e en 3e lid, Bal).
Activiteit is nodig
De flora- en fauna-activiteit is nodig:
- om wilde flora of fauna te beschermen of voor het in stand houden van de natuurlijke habitats
- om ernstige schade te voorkomen aan met name gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom
- vanwege de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang. Zo’n dwingende reden kan ook een reden zijn van sociale of economische aard of een reden in verband met gunstige effecten voor het milieu.
- voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten of voor de daarvoor benodigde kweek. Zo’n kweek kan ook de kunstmatige vermeerdering van planten zijn.
- om het vangen, plukken of het onder zich hebben van bepaalde dieren of planten in beperkte aantallen mogelijk te maken. Het gaat om strikt gecontroleerde omstandigheden en selectieve wijze waarop dat moet gebeuren. Om welke soorten en aantallen het gaat, moet de omgevingsverordening of Omgevingsregeling vaststellen.
- voor de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden. Daaronder valt ook het gebruik ná inrichting of ontwikkeling
- voor het voorkomen van schade of overlast. Hieronder valt ook schade aan sportvelden, schietterreinen, industrieterreinen, kazernes of begraafplaatsen.
- voor het beperken van de omvang van de populatie van in het wild levende dieren. Als dat verband houdt met veelvuldig veroorzaakte schade door die dieren of als dat verband houdt met de maximale draagkracht van het gebied waarin die dieren leven.
- voor het voorkomen of bestrijden van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren
- vanwege een bestendig beheer of onderhoud in de landbouw of bosbouw
- vanwege het bestendig beheren of onderhouden van vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, luchthavens, wegen, spoorwegen of bermen, of vanwege natuurbeheer
- vanwege het bestendig beheren of onderhouden van de landschappelijke kwaliteiten van een bepaald gebied
- of, in het algemeen belang
Activiteit zorgvuldig verrichten
Het verrichten van de flora- en fauna-activiteit moet zorgvuldig gebeuren. Van ‘zorgvuldig’ is sprake als de activiteit geen invloed heeft op de dier- of plantensoort. Daarnaast betekent ‘zorgvuldig’ het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van:
- het doden van de dieren
- het vernielen of beschadigen van rustplaatsen of voortplantingsplaatsen van de dieren
- het vernielen van eieren van de dieren
- het plukken, afsnijden, ontwortelen of vernielen van de planten
Geen benutting of economisch gewin
Er mag geen benutting of economisch gewin van de beschermde dieren of planten plaatsvinden.
Vrijstelling vergunning
De Omgevingsregeling wijst aan voor welke flora- en fauna-activiteiten er een gedragscode is. Voor die activiteiten geldt dan geen vergunningplicht. Dan moet het verrichten van die activiteit wel plaatsvinden volgens de gedragscode. Daarnaast moet het verrichten van die activiteit plaatsvinden vanwege één van onderstaande doelen:
- bestendig beheer of onderhoud of vanwege natuurbeheer
- bestendig gebruik
- ruimtelijke ontwikkeling en inrichting
Bestendig beheer of onderhoud of vanwege natuurbeheer
De activiteit is voor het beheer of onderhoud van vaarwegen, wegen, spoorwegen, watergangen, waterkeringen, oevers, vliegvelden en bermen. Maar ook om beheer of onderhoud in de land- of bosbouw. Het verrichten van de activiteit kan ook zijn vanwege natuurbeheer.
Voorbeelden van beheer en onderhoud zijn:
- het maaien om bepaalde vegetaties in een natuurgebied in stand te houden
- beheer van waterlopen vanwege de keur
- het maaien van bermen vanwege de verkeersveiligheid
- het maaien van weilanden voor kuilvoer
Het beheer of onderhoud moet 'bestendig' zijn. Dat houdt in dat het beheer of onderhoud regelmatig terugkeert en dat al langere tijd plaatsvindt om de bestaande situatie te handhaven. Het vestigen of behoud van beschermde soorten mag niet in de weg hebben gestaan.
Nieuwe vormen van beheer of onderhoud, intensivering van beheer of onderhoud qua omvang of frequentie en het gebruik van nieuwe technieken voor het beheer of onderhoud vallen niet onder ‘bestendig’. Ook kaalkap of verjongingskap is qua soortenbescherming geen bestendig beheer vanwege de rigoureuze verandering van de situatie. De situatie is pas na lange tijd weer hersteld. De aanwezige soorten kunnen zich hier niet handhaven (biotoop is gewijzigd). Wel valt dit onder het doel van ruimtelijke inrichting en ontwikkeling.
Bestendig gebruik
Onder 'bestendig gebruik' valt het sinds langere tijd het ondernemen van activiteiten die samenhangen met de kwaliteiten van een gebied. De activiteiten zijn ingepast (of in te passen) in het gebied. Nieuwe vormen van gebruik, intensivering van gebruik qua omvang of frequentie en het gebruik van nieuwe technieken voor het gebruik vallen niet onder 'bestendig'.
Voorbeelden van 'gebruik' zijn:
- het houden van militaire oefeningen op bestaande oefenterreinen van Defensie
- het kamperen op speciaal daarvoor bestemde plekken
- (cultuur)historisch bepaalde evenementen zoals veldlopen, wandeltochten en Sint-Hubertusvieringen
- evenementen op speciaal daarvoor bestemde terreinen, zoals crosscircuits of evenemententerreinen
Vanwege ruimtelijke ontwikkeling en inrichting
Hierbij gaat het om reguliere, vele malen herhaalde handelingen voor ruimtelijke ontwikkeling of inrichting. Bijvoorbeeld de isolatie van bestaande woonwijken, kaalkap of verjongingskap.
Overgangsrecht
Goedgekeurde gedragscodes onder de Wet natuurbescherming (artikel 3.31, lid 1) blijven gelden, zolang de termijn van die goedkeuring nog loopt. Voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit volgens zo’n gedragscode, geldt geen vergunningplicht voor die activiteit. Het verrichten van de flora- en fauna-activiteit moet uiteraard wel plaatsvinden volgens de gedragscode. Het Aanvullingsbesluit natuur regelt dit overgangsrecht (artikel IV, lid 1).
Overzicht gedragscodes
Een overzicht van gedragscodes is te vinden op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.