Vrijstelling vergunningplicht flora- en fauna-activiteit voor jacht of vanwege gedragscode

Vrijstelling vanwege gedragscode

Er kan een gedragscode zijn aangewezen voor:

• schadelijke handelingen bij vogels
• niet-commercieel bezit van vogels (dus geen commercieel bezit)
• schadelijke handelingen bij soorten van de Habitatrichtlijn en verdragen
• niet-commercieel bezit van soorten van de Habitatrichtlijn en verdragen (dus geen commercieel bezit)
• schadelijke handelingen bij soorten van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

Is er een aangewezen gedragscode? Dan is er geen omgevingsvergunning nodig voor de flora- en fauna-activiteit (artikelen 11.45, 11.53 en 11.59, Bal). Wel gelden voorwaarden voor de vrijstelling.

Vrijstelling voor jacht

Er is geen omgevingsvergunning nodig voor de jacht op wilde eenden, houtduiven, fazanten, konijnen of hazen. Het gaat om een vrijstelling voor het opzettelijk vangen of doden van die dieren of om het verstoren van de genoemde vogelsoorten (artikelen 11.37 en 11.54, beide eerste lid, Bal). Een vrijstelling betekent overigens niet dat jacht altijd en overal mag plaatsvinden (zie daarvoor de regels op Rijksregels jacht). Zo mag jacht bijvoorbeeld alleen plaatsvinden tijdens het jachtseizoen of is het jachtseizoen zelfs het hele jaar door gesloten.

De vrijstelling staat in artikelen 11.62 en 11.64 van het Bal en geldt in de volgende gevallen.

Jachthouder of personen in het gezelschap van de jachthouder

De vrijstelling geldt als de jacht plaatsvindt door de jachthouder of personen die in het gezelschap van de jachthouder jagen.

Jachtopzichter

De vrijstelling geldt als de jacht plaatsvindt door de jachtopzichter van de jachthouder. Die jachtopzichter moet dan wel:

• schriftelijk toestemming hebben van de jachthouder
• zorgen voor de bescherming van de jachtbelangen van de jachthouder
• een buitengewoon opsporingsambtenaar zijn

Andere personen

De vrijstelling geldt als de jacht plaatsvindt door een andere persoon dan hiervoor genoemd. Dus geen jachthouder of persoon in het gezelschap van de jachthouder en ook geen jachtopzichter.

Om onder de vrijstelling te vallen, moet die andere persoon schriftelijk toestemming van de jachthouder hebben. Als voorwaarde geldt ook dat de jachthouder:

• een omgevingsvergunning heeft voor een jachtgeweeractiviteit of een valkeniersactiviteit, of
• een organisatie is van samenwerkende jachthouders, of
• een organisatie is die de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aanwijst (artikel 4.16, Omgevingsregeling). Het gaat om organisaties die met hun doel, kennis en kunde een duurzaam faunabeheer verzekeren.

Schriftelijke toestemming van de jachthouder

Een schriftelijke toestemming van de jachthouder aan de jachtopzichter of een andere persoon moet:

• voorzien zijn van een datum
• een geldigheidsduur hebben tot uiterlijk 31 maart (volgend op de ondertekendatum)
• voorzien zijn van naam, voornaam en geboortedatum van degene die toestemming krijgt
• een aantekening van de korpschef bevatten als het gaat om het gebruik van een jachtgeweer door een andere persoon (geldt dus niet voor jachtopzichter). Uit die aantekening moet blijken dat het jachtveld voldoet aan de eisen over de omvang ervan (artikel 11.76, Bal).

Personalia niet altijd nodig

In geval van een andere persoon zijn naam, voornaam en geboortedatum in de toestemming niet nodig als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

• Die andere persoon jaagt in gezelschap van iemand die toestemming heeft van de jachthouder.
• In de toestemming staat uitdrukkelijk dat anderen ook mogen jagen.
• Die andere persoon heeft een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit of een valkeniersactiviteit.