Intrekken omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit
Er zijn verschillende redenen om een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit in te (moeten) trekken. Bij een intrekking moet de vergunninghouder zijn omgevingsvergunning inleveren.
Redenen om omgevingsvergunning in te trekken
Er zijn verschillende redenen om een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit in te (moeten) trekken:
- algemene redenen
- handelen in strijd met het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) of Wet dieren
- misbruik bevoegdheid of nalatig gedrag
- onjuiste gegevensaanvraag
- aansprakelijkheidsverzekering voldoet niet
- misbruik wapens en munitie
- strafrechtelijke veroordeling
- magazijn voor semi-automatisch vuurwapen bezitten
Algemene redenen
Er zijn algemene redenen om de omgevingsvergunning in te trekken. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning intrekken:
- In het kader van handhaving (artikel 18.10, Omgevingswet)
- Bij niet gebruikmaken van de omgevingsvergunning (artikel 5.40, tweede lid, onder b, Omgevingswet)
- Op verzoek van de vergunninghouder (artikel 5.40, tweede lid, onder c, Omgevingswet)
- Op grond van de beoordelingsregels voor de activiteit maar alleen als het wijzigen van de omgevingsvergunning geen optie is (artikel 8.97, eerste en derde lid, Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl))
Handelen in strijd met het Bal of Wet dieren
De vergunningverlener kan de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit intrekken bij een veroordeling. Dit is het geval als de vergunninghouder is veroordeeld vanwege:
- Een overtreding van een regel over bijvoorbeeld flora- en fauna-activiteiten Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), faunabeheer, jacht(middelen) of het handelen in flora en fauna (paragraaf 11.2.2 tot en met 11.2.10, Bal of daarvoor een strafbeschikking heeft gekregen.
- Het in strijd handelen met een (andere) omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit, een jachtgeweeractiviteit of een valkeniersactiviteit.
- Een strafbaar feit op grond van bepaalde artikelen van de Wet dieren of de aanvrager heeft een strafbeschikking of een bestuurlijke boete gekregen op grond van bepaalde artikelen van die wet.
Dit volgt uit artikel 8.103, tweede lid, van het Bkl.
Misbruik bevoegdheid of nalatig gedrag
De vergunningverlener kan de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit ook intrekken om 1 van de volgende redenen:
- De vergunninghouder maakt misbruik van de bevoegdheden die hij met een omgevingsvergunning heeft voor het jagen, populatiebeheer of het bestrijden van dieren die schade veroorzaken.
- De vergunninghouder laat na te doen wat een goede jager wel zou moeten doen
Dit volgt uit artikel 8.104, derde lid, van het Bkl.
Onjuiste gegevens bij aanvraag
Het kan achteraf blijken dat de verstrekte gegevens bij de aanvraag onjuist of onvolledig waren. De vergunningverlener trekt de omgevingsvergunning voor de jachtgeweeractiviteit dan in ieder geval in als die gegevens, als ze toen wel juist waren geweest, zouden leiden tot een weigering (artikel 8.104, 1e lid, onder a, Bkl).
Aansprakelijkheidsverzekering voldoet niet
Het kan zijn dat de aansprakelijkheidsverzekering niet meer voldoet aan de eisen. De vergunningverlener trekt de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit dan in ieder geval in (artikel 8.104, 1e lid, onder b, Bkl).
Misbruik wapens en munitie
De vergunningverlener trekt de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit in ieder geval in als:
- de vergunninghouder misbruik maakt van wapens of munitie
- de vergunninghouder misbruik maakt van de bevoegdheid om wapens of munitie te mogen bezitten
- er aanwijzingen zijn dat het in bezit hebben van wapens of munitie niet is toe te vertrouwen aan de vergunninghouder
Dit staat in artikel 8.104, eerste lid, onder c, van het Bkl.
Strafrechtelijke veroordeling
De vergunningverlener trekt de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit in ieder geval in als de vergunninghouder is veroordeeld voor een misdrijf op grond van:
- de Wet wapens en munitie
- de Opiumwet
- bepaalde artikelen van het Wetboek van Strafrecht
Dit staat in artikel 8.104, 1e lid, onder d, van het Bkl.
Magazijn voor semi-automatisch vuurwapen bezitten
Het kan zijn dat de vergunninghouder een magazijn voor een semi-automatisch vuurwapen bezit. Daarvoor moet hij dan verlof of ontheffing hebben op grond van de Wet wapens en munitie. Beschikt hij daar niet over dan trekt de vergunninghouder de omgevingsvergunning voor de jachtgeweeractiviteit in ieder geval in. Dat staat in artikel 8.104, 1e lid, onder e, van het Bkl.
Minister Justitie en Veiligheid kan ook verzoeken om intrekking
Ook de minister van Justitie en Veiligheid kan de korpschef verzoeken om de omgevingsvergunning in te trekken. Dit staat in artikel 5.41, tweede lid, van de Omgevingswet. Hij kan dat doen als de vergunninghouder misbruik heeft gemaakt van:
- wapens of munitie
- de bevoegdheid tot het bezitten ervan
- als er aanwijzingen zijn dat het bezit niet is toe te vertrouwen
Inleveren omgevingsvergunning bij intrekking of ontzegging
Het inleveren van de omgevingsvergunning bij de vergunningverlener moet gebeuren binnen 5 dagen:
- na bekendmaking van het besluit tot intrekking van de omgevingsvergunning
- nadat een rechter de bevoegdheid tot het gebruik van het geweer heeft ontzegd
Dit staat in artikel 11.92 van het Bal.
Bezwaar of beroep
De vergunninghouder kan een administratief beroep indienen. Dit is mogelijk als de vergunningverlener 1 van de redenen onder Misbruik wapens en munitie heeft gebruikt voor de intrekking. Het indienen van een administratief beroep moet dan plaatsvinden bij de minister van Justitie en Veiligheid. Dit kan dus niet bij de korpschef. Dit staat in artikel 16.87a van de Omgevingswet.
Het is mogelijk om bezwaar te maken bij de korpschef als het om een andere intrekkingsgrond gaat.
Flora- en fauna-activiteit
Activiteit met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren of planten. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.