Vloeistofdichte bodemvoorziening

Definitie vloeistofdichte bodemvoorziening in het Bal

Een vloeistofdichte bodemvoorziening is gedefinieerd als een vloer, verharding of constructie waardoor stoffen niet in de bodem terecht kunnen komen. Dit staat in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), bijlage I onder A.

Regels bij grootschalig tanken

Bij de activiteit 'grootschalig tanken' in het Bal geldt een andere regel. Daar moet een vloeistofdichte bodemvoorziening altijd volgens BRL SIKB 7700 worden aangelegd door een bedrijf met een erkenning bodemkwaliteit voor die BRL.

Inspectie en controle

Beoordeling, goedkeuring en controle van een vloeistofdichte bodemvoorziening is noodzakelijk om te garanderen dat bodembedreigende stoffen niet in de bodem terechtkomen. Een vloeistofdichte bodemvoorziening moet een duurbelasting kunnen verdragen. Een vloeistofdichte bodemvoorziening die niet wordt gekeurd, gecontroleerd of beoordeeld geldt als een aaneengesloten bodemvoorziening. Dan is er namelijk geen garantie dat de bodemvoorziening de lekkage van stoffen naar de bodem permanent voorkomt.

Een vloeistofdichte bodemvoorziening wordt eens per zes jaar beoordeeld en goedgekeurd door een inspectie-instelling met een erkenning bodemkwaliteit voor AS SIKB 6700.

Daarnaast gelden algemene onderhoudseisen, zoals het jaarlijks controleren op gebreken en het repareren en onderhouden van de voorziening.

De jaarlijkse controle op gebreken wordt ook wel bedrijfsinterne controle genoemd. Hij moet uitgevoerd worden volgens bijlage 6 bij de AS SIKB 6700. Deze controle kan degene die de activiteit verricht, dus de ondernemer, zelf doen of uitbesteden aan een inspectie-instelling.

Herstel van een vloeistofdichte bodemvoorziening

Wanneer een vloeistofdichte bodemvoorziening gerepareerd moet worden, kan men de reparatie door een niet-erkend bedrijf laten uitvoeren. Dat is een bedrijf zonder erkenning bodemkwaliteit BRL SIKB 7700. In dat geval moet er na de reparatie een beoordeling en goedkeuring door een bedrijf of inspectie-instelling met een erkenning bodemkwaliteit voor AS SIKB 6700 gebeuren. Als de reparatie door een erkend bedrijf (bedrijf met erkenning bodemkwaliteit BRL SIKB 7700) gebeurt, geeft het erkend bedrijf een bewijs herstel onder certificaat (BHOC) af. Beoordeling en goedkeuring door een bedrijf met een erkenning bodemkwaliteit voor AS SIKB 6700 is na de reparatie niet nodig tot de zesjaarlijkse inspectie.

Soms is het niet mogelijk het ondergrondse vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool te beoordelen volgens AS SIKB 6700. Doordat er bijvoorbeeld meerdere strengen (rioleringsbuizen) bij elkaar komen en deze niet kunnen worden afgesloten voor een hydrologische test volgens AS SIKB 6700. In dat geval kan het ondergrondse vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool beoordeeld worden volgens het CUR rapport 2001-3 Beheer bedrijfsriolering bodembescherming (hierna CUR rapport 2001-3).

Als het vuilwaterriool gerepareerd moet worden, wordt kleinschalig herstel, zoals het vervangen van een mof of een klein gaatje, na de reparatie opnieuw beoordeeld en goedgekeurd volgens CUR rapport 2001-3.

Als uit de beoordeling blijkt dat een volledige vervanging of reconstructie (relining) van het vuilwaterriool nodig is, vindt zo snel mogelijk na aanleg een beoordeling en goedkeuring plaats volgens AS SIKB 6700, door een bedrijf met erkenning bodemkwaliteit AS SIKB 6700.
Als het vuilwaterriool wordt vervangen door een erkend bedrijf met een erkenning bodemkwaliteit voor BRL SIKB 7700, is een beoordeling en goedkeuring direct na de aanleg volgens AS SIKB 6700 niet nodig tot de zesjaarlijkse inspectie.

Het beoordelen van het ondergrondse vloeistofdichte deel van het vuilwaterriool volgens CUR 2001-3 mag alleen als het vuilwaterriool is aangelegd voor inwerkingtreding van het Bal. Een vuilwaterriool dat is aangelegd na inwerkingtreding van het Bal moet wel altijd volgens AS SIKB 6700 beoordeeld worden.