BWL 2017.05 - Luchtwassysteem voor biothermisch drogen met 90% emissiereductie
Systeembeschrijving van een chemisch luchtwassysteem voor biothermisch drogen en nadrogen van pluimveemest met 90% ammoniakemissiereductie.
Versienummer: BWL 2017.05 van november 2017.
Additionele techniek voor opfokhennen en –hanen van legrassen, legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen, (groot-) ouderdieren van vleeskuikens, vleeskuikens
Op deze pagina
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- Uitvoering van het systeem: bouwkundig
- Uitvoering van het systeem: technisch
- Gebruik van het systeem
- Afbeelding
- Beschrijving van de afbeelding
- Vorige versie
Emissiefactoren
- opfokleghennen en vleeskuikens: 0,003 kg NH3 per dierplaats per jaar
- leghennen en vleeskuikenouderdieren: 0,005 kg NH3 per dierplaats per jaar
Werkingsprincipe
De mest van de mestbanden wordt in een geïsoleerde trommel gebracht. In deze trommel wordt de mest onder geconditioneerde omstandigheden biothermisch gedroogd met een aeroob proces. Hiertoe wordt continu lucht in de trommel gebracht. Door dit proces wordt de mest gedroogd tot een drogestofgehalte van ongeveer 70%. De mest wordt nagedroogd tot meer dan 80% ds door in een vervolgstap extra lucht door de mest te leiden. Alle lucht uit het proces (inclusief die uit de nadroging) wordt behandeld in een luchtwassysteem. Hiermee wordt de emissie van ammoniak beperkt. Voor een beschrijving van het werkingsprincipe van een chemisch luchtwassysteem wordt verwezen naar de systeembeschrijving van het betreffende chemische luchtwassysteem.
Uitvoering van het systeem: bouwkundig
1. Composteringstrommel
- De trommel is voldoende geïsoleerd. De warmteweerstand (Rc) is bepaald volgens de voorschriften van de leverancier.
- De trommel is voorzien van een duidelijke luchtinlaat en -uitlaat.
- De trommel heeft een nadroog- en biothermisch gedeelte. De luchtaanvoer naar deze gedeelten is gescheiden.
Uitvoering van het systeem: technisch
1. Ventilatie
- Zowel het nadroog- als het biothermische gedeelte is voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem.
- De lucht voor zowel het nadroog- als het biothermische gedeelte hoeft niet afkomstig te zijn uit een dierenverblijf.
2. Luchtwassysteem
- Aan de luchtafvoer van zowel het nadroog- als het biothermische gedeelte is een chemisch luchtwassysteem met 90% ammoniakemissiereductie gekoppeld.
- Zie de systeembeschrijving van het chemische luchtwassysteem met 90% ammoniakemissiereductie voor de technische eisen aan dit systeem.
3. Registratieapparatuur
De volgende registratieapparatuur moet aanwezig zijn:
- apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de ventilatie (urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator)
- apparatuur voor het meten van de capaciteit van de ventilatie
- een thermometer voor het registreren van de temperatuur van de lucht uit het biothermisch drooggedeelte
Gebruik van het systeem
a. Mestaan- en afvoer
- Mestaanvoer: de mest wordt meerdere keren per dag aangevoerd vanuit het dierenverblijf naar het biothermische drooggedeelte (continu proces).
- Mestafvoer: de mest heeft na het nadroogproces minimaal een drogestofgehalte van 80%.
b. Ventilatie
- De lucht uit het biothermische drooggedeelte heeft een minimale temperatuur van 27°C. Deze temperatuur moet binnen een uur na de aanvoer van mest in het systeem weer zijn bereikt.
- De lucht uit de trommel (zowel het nadroog- als het biothermische gedeelte) mag alleen via het luchtwassysteem worden afgevoerd. Ook tijdens de aan- en afvoer van mest.
- De hoeveelheid lucht door het nadroog- en het biothermische gedeelte is onafhankelijk van elkaar en wordt bepaald door de grootte van de installatie.
Er is een opleveringsverklaring bij de installatie. In deze verklaring staan de belangrijkste gegevens (zoals controleparameters) en dimensioneringsgrondslagen van de geïnstalleerde trommel. Deze verklaring toont aan dat het droogsysteem volgens de systeembeschrijving is uitgevoerd en gedimensioneerd.
c. Als het droogproces niet in gebruik is
- De onder a. tot en met c. beschreven eisen zijn niet van toepassing op de momenten dat er geen mest in de trommel aanwezig is.
- Op de momenten dat de trommel niet wordt gebruikt voor de droging van mest moet deze schoon zijn en mogen er geen mestresten aanwezig zijn.
Zodra de composteringstrommel in gebruik is (en er dus mest in de trommel aanwezig is), moet het luchtwassysteem zijn ingeschakeld om de ammoniakemissie uit de composteringstrommel terug te dringen. Het is mogelijk dat de veehouder tijdelijk kiest voor een directe afvoer van de mest van de mestbanden uit het dierenverblijf (opslag voor maximaal 14 dagen in een afgesloten container). Wanneer van deze optie gebruik wordt gemaakt moet dit in de vergunning zijn opgenomen.
d. Registratie
- Voor de controle op de werking van het ventilatiesysteem moeten de volgende gegevens automatisch worden geregistreerd:
- het aanstaan van de ventilatie
- de capaciteit van de ventilatie
- de temperatuur van de lucht uit het biothermische drooggedeelte
- Van de geregistreerde waarden moet tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar zijn.
e. Luchtwassysteem
Zie de systeembeschrijving van het chemische luchtwassysteem met 90% ammoniakemissiereductie voor de eisen aan het gebruik van luchtwassysteem.
Meetrapport
Het gaat om een afgeleide emissiefactor van het systeem 'Lucht uit composteringsunit met chemisch luchtwassysteem'.
Afbeelding
Beschrijving van de afbeelding
Overzicht van het schema
De afbeelding laat een horizontaal processchema zien van links naar rechts. Het schema toont het proces van mestverwerking, beginnend bij de stal en eindigend bij een container waar droge mest terechtkomt.
Het schema bestaat uit de volgende hoofdonderdelen:
- Stal (bovenaan in de afbeelding)
- Luchtreiniging en ventilator (helemaal links)
- Hygiënisatie en biothermisch drogen (midden)
- Nadroging (rechts van de droogtrommel)
- Afvoer van droge mest naar een container (helemaal rechts)
Stal
- Bovenin staat een groot rechthoekig vak met het woord 'STAL'.
- Vanuit de stal gaat verse mest via een pijp naar het volgende onderdeel.
- De tekst 'VERSE MEST UIT DE STAL' staat bij deze pijp.
- Deze pijp loopt naar beneden en buigt dan naar links, naar het drooggedeelte.
Hygiënisatie & biothermisch drogen
- Dit gedeelte staat in het midden van de afbeelding.
- Het is een grote, horizontale cilinder of trommel met een golfpatroon erin (dit stelt beweging of mengen voor).
- In deze trommel wordt de mest onder gecontroleerde omstandigheden verwarmd en gedroogd.
- Er komt lucht in deze trommel. Dit wordt aangeduid met een pijl links van de trommel.
- Bij deze pijl staat: '3.000 – 12.000 m³/h'. Deze lucht komt van het luchtwassysteem.
- De trommel droogt de mest tot ongeveer 70% droge stof.
Nadroging
- Rechts van de trommel is een 2e drooggedeelte.
- In dit gedeelte wordt extra lucht toegevoegd om de mest verder te drogen tot meer dan 80% droge stof.
- Dit deel bestaat uit 3 horizontale lagen waar lucht doorheen stroomt.
- Bovenaan dit deel is een pijl van boven naar beneden met de tekst '2.000 – 10.000 m³/h'. Deze lucht komt van buiten.
- In het midden is nog een pijl van rechts naar links met '250 – 2.000 m³/h'. Dit is lucht uit de stal.
- De lucht stroomt via de mestlagen en wordt daarna afgevoerd naar het luchtwassysteem.
Luchtreiniging en ventilator
- Helemaal links staat een groot blok met het woord 'LUCHTREINIGING'.
- Onderaan dit blok staat een ventilator, aangeduid met het woord 'VENTILATOR'.
- Lucht uit de droogtrommel en uit de nadroging wordt via pijpen naar dit blok geleid.
- Het systeem reinigt de lucht en verwijdert ammoniak.
- De lucht wordt daarna schoon afgevoerd.
Afvoer droge mest
- Helemaal rechts, onderaan, wordt de droge mest afgevoerd.
- Een schuine pijp of transportband voert de mest naar een 'CONTAINER'.
- De pijl wijst van linksboven naar rechtsonder.
- Boven de pijl staat de tekst 'Afvoer droge mest'.
Vorige versie
Niet van toepassing.