Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Regelgeving ›
  3. Regels voor activiteiten ›
  4. Dierenverblijven ›
  5. Systeembeschrijvingen voor stallen ›
  6. OW 2006.10
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

OW 2006.10 - Stalbeschrijving opfoklegkippen

Systeembeschrijving volièrehuisvesting voor opfokhennen en -hanen van legkippen jonger dan 18 weken. 45 - 55 % roosters met daaronder een mestband met 0,1 (HE1.3.3.1) of 0,3 m³/dier/uur beluchting (HE1.3.3.2).

Versienummer: OW 2006.10.V1 van januari 2024.

Op deze pagina

  • Diercategorie
  • Emissiefactoren
  • Werkingsprincipe
  • Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
  • Uitvoeringseisen systeem: technisch
  • Gebruikseisen systeem
  • Meetrapporten
  • Afbeeldingen
  • Vorige versie

Diercategorie

Opfokhennen en -hanen van legkippen jonger dan 18 weken.

Emissiefactoren

Voor de emissiefactoren van de huisvestingssystemen, zie HE1.3.3 bijlage V van de Omgevingsregeling.

Werkingsprincipe

Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het snel drogen van de mest op de mestbanden onder de rooster en het frequent afvoeren van de mest uit de stal.

De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig

Geen bijzonderheden.

De technische uitvoering van het systeem: technische voorzieningen

  • Huisvestingsvorm
  • Vloeruitvoering
  • Voer en drinkwater
  • Mestopvangvoorziening
  • Beluchting
  • Registratieapparatuur
  • Mestopslag

Huisvestingsvorm

Alternatieve huisvesting (dieren kunnen zich vrij in de stal bewegen).

Vloeruitvoering

  • 45 - 55 % van het gecorrigeerde leefoppervlak (exclusief de oppervlakten van aanvliegplateaus en zitstokken) is uitgevoerd als etages met roostervloer.
  • 45 - 55 % van het gecorrigeerde leefoppervlak (exclusief de oppervlakten van aanvliegplateaus en zitstokken) is uitgevoerd als strooiselvloer.
  • Voor het begrip leefoppervlakte bij opfokleghennen is geen definitie opgenomen in wet- en regelgeving. In de praktijk geldt dat de volgende onderdelen van de stalinrichting hierbij worden meegerekend: alle aanwezige roosters met daaronder een mestband, aanvliegplateaus tot 40 cm breed en zitstokken (per cm zitstok 30 cm2 oppervlak). Als meerdere zitstokken naast elkaar zijn aangebracht (alsof in een plateau), gelden als maat de buitenste zitstokken en de lengte van het systeem (net als bij roosters).

Het gecorrigeerde oppervlak is het totale leefoppervlak minus de aanvliegplateaus en zitstokken. Dit oppervlakte is nodig om de verhouding tussen roosters en strooisel te berekenen.

Voer en drinkwater

De voorzieningen van voer en drinkwater zijn aangebracht boven de roostervloer.

Mestopvangvoorziening

De mestbanden bevinden zich onder de roosters. Bij toepassing van oplierbare en/of opklapbare roosters die boven een rooster met daaronder een mestband zijn geplaatst, hoeven de oplierbare en/of opklapbare roosters niet van een mestband te zijn voorzien. Deze roosters zijn ook deel van het leefoppervlak.

Beluchting

  • Mestbandbeluchting is aanwezig.
  • De aanvoer van lucht naar de mestbanden gebeurt via buizen onder / naast de roosters. De situering van de uitblaasopeningen van de buizen zorgt voor een gelijkmatige droging van de mest op de mestbanden.
  • Per buis kan bij uitblazen naar 2 zijden (buis boven de mestband) maximaal een breedte van 2,5 m mestband worden belucht. Bij uitblazen naar 1 zijde (buis aan zijkant van de mestband) is dit maximaal 1,5 m.

Eisen registratie

De volgende registratieapparatuur is aanwezig:

  • Temperatuurmeter voor het meten van de temperatuur van de beluchtingslucht, meten in het hoofdtoevoerkanaal van de beluchting.
  • Apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de beluchting (urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator).
  • Apparatuur voor het registreren van de afdraaifrequentie van de mestbanden.
  • Apparatuur voor het meten van de capaciteit van de beluchting, meten aan het begin van de beluchtingsbuizen boven de mestbanden.

Mestopslag

Kortdurend of eventueel nadroging in een nageschakelde techniek of langdurige mestopslag. Dit systeem stelt geen eisen aan de wijze van mestopslag of verdere bewerking (extra droging) van de mest. De vorm van opslag of bewerking is echter wel bepalend voor de hoogte van de ammoniakemissie van het bedrijf. De voor dit stalsysteem vastgestelde emissiefactor is van toepassing voor de situatie in combinatie met een kortdurende opslag op het bedrijf (afvoer van de mest van de banden direct van het bedrijf of opslag in een afgedekte container voor maximaal 14 dagen).

Gebruikseisen systeem

  • Leefoppervlak
  • Beluchtingscapaciteit
  • Temperatuur drooglucht
  • Afdraaifrequentie mestbanden
  • Registratie
  • Uitzondering

Leefoppervlak

Het leefoppervlak is minimaal 625 cm² per dier voor het aantal dieren bij opzet (16 dieren per m²). Bij de opzet worden de dieren veelal in een beperkte ruimte van de stal gehouden. Het leefoppervlak is vooral gericht op het moment vlak voor het afleveren.

Beluchtingscapaciteit

De beluchtingscapaciteit is minimaal 0,1 of 0,3 m³ per dier per uur.

Temperatuur drooglucht

De temperatuur van de drooglucht is minimaal 18 °C.

Afdraaifrequentie mestbanden

Minimaal tweemaal per week vindt het afdraaien plaats van de mest naar een afgedekte container voor kortdurende opslag, nageschakelde techniek of andere vorm van opslag.

Eisen registratiesysteem

Ten behoeve van een controle op de werking van het afdraaien van de mestbanden en het droogsysteem worden de volgende gegevens automatisch geregistreerd:

  • De temperatuur van beluchtingslucht.
  • Het aan staan van de beluchting.
  • De afdraaifrequentie van de mestbanden.
  • De capaciteit van de beluchting.

Van de geregistreerde waarden moet tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar zijn.

Uitzondering

De eisen met betrekking tot de afvoer van de mest en de beluchting zijn niet van toepassing in de eerste twee weken van de opfokperiode.

Meetrapporten

Betreft een afgeleide emissiefactor van het vergelijkbare systeem voor legkippen.

Afbeeldingen

Volièrehuisvesting op 1 niveau. Zie de tekst voor een beschrijving.
Doorsnede van een stallen met een volièrehuisvesting op 1 niveau

Beschrijving van de doorsnedes van volièrehuisvesting op 1 niveau


De afbeelding toont 2 verschillende soorten kippenhokken:

A: enkele beun

Het is een stal met een driehoekig dak. In het midden van de stal is een platte verhoging. Dit zijn roosters met mestbanden en eventueel beluchting. Aan weerszijden van de verhoging is strooiselruimte.

B: dubbele beun

Dit is een grotere stal. Er zijn 2 verhogingen met roosters. Tussen de verhogingen en aan beide zijkanten van de stal is strooiselruimte.

Volièrehuisvesting op meer niveaus. Zie de tekst voor een beschrijving.
Doorsnedes van stallen met een volièrehuisvesting op meer niveaus

Beschrijving van de doorsnedes van volièrehuisvesting op meer niveaus

De afbeelding laat verschillende soorten kippenhokken zien met modules die zijn opgebouwd uit etages:

C: Etages met doorlopende strooiselvloer

In de stal staan 5 modules naast elkaar. Elke module heeft 3 etages. Dit zijn roosters met mestbanden en eventueel beluchting. Op de grond is strooiselruimte.

D: Etages op roostervloer

Deze opstelling lijkt op de stal van C. Maar nu staan er 2 setjes van 2 modules in de stal. Elk setje staat op een roostervloer, die iets hoger is dan de vloer er omheen. Elk setje bestaat uit een module van 2 etages en een module van 3 etages. Op de vloer rond de roosters is strooiselruimte.

E: combinatie beun en stellingen

Midden in de stal is een verhoging met een rooster zoals bij A. Aan weerszijden van de verhoging staat een module van 3 etages. Op de vloer is strooiselruimte

F: combinatie beun en beweegbare plateaus

Middenin de stal is een verhoging zoals bij A. Boven deze verhoging hangen 2 plateaus die op en neer kunnen bewegen. Aan weerszijden van de verhoging staat een plateau dat gedeeltelijk boven de verhoging hangt. Op de vloer is strooiselruimte.

G: dubbele beun met stellingen

Dit is een grote stal die lijkt op de stal bij B. Er zijn 2 verhogingen met roosters. Tussen de verhogingen en aan beide zijkanten van de stal staat een module met 3 etages. Op de vloer is strooiselruimte.

Vorige versie

Beschrijving BWL 2006.10.V3 van juni 2016.



delen

  • Delen op LinkedIn

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO