Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving (naar homepage)
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Regelgeving ›
  3. Regels voor activiteiten ›
  4. Dierenverblijven ›
  5. Systeembeschrijvingen voor stallen ›
  6. OW 2017.07
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

OW 2017.07 – Stalbeschrijving geiten

Systeembeschrijving van het huisvestingssysteem voor geiten. Dit is een volledig mechanisch geventileerde geitenstal in combinatie met een luchtwassysteem.

Versienummer: OW 2017.07.V1 van januari 2024.

Op deze pagina

  • Diercategorie
  • Reductiepercentages
  • Werkingsprincipe
  • Uitvoeringseisen systeem
  • Gebruikseisen systeem
  • Meetrapporten
  • Tabel minimale ventilatiecapaciteit
  • Vorige versie

Diercategorie

Geiten, hoofdcategorie C, zie bijlage VI van de Omgevingsregeling.

Reductiepercentages

Voor de reductiepercentages van het totale systeem, zie bijlage VI van de Omgevingsregeling.

Werkingsprincipe

Het dierenverblijf wordt voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem dat is gebaseerd op onderdruk in de stal. Met ventilatoren wordt alle ventilatielucht uit het dierenverblijf afgezogen. Dit betekent dat geen ventilatie via een open nok plaatsvindt. Daarom is de nok van de stal dicht uitgevoerd.

De grootte van de luchtinlaatopening is afgestemd op de actuele ventilatiebehoefte. De grootte van de luchtinlaatopening wordt automatisch geregeld. De toegangsdeuren mogen niet langer openstaan dan strikt noodzakelijk is voor het doorlaten van personen, dieren en goederen.

Vanuit het dierenverblijf wordt de lucht naar een luchtwassysteem geleid om te worden gereinigd. Voor een beschrijving van het werkingsprincipe van het luchtwassysteem wordt verwezen naar de systeembeschrijving van het betreffende luchtwassysteem.

Uitvoeringseisen systeem

Voor de volgende systeemonderdelen gelden uitvoeringseisen:

  1. Luchtinlaat
  2. Ventilatie
  3. Toegangsdeuren
  4. Ventilatieplan
  5. Registratieapparatuur
  6. Luchtwassysteem

1. Luchtinlaat

  1. De luchtinlaatopening heeft een systeem waarmee de grootte van de opening wordt geregeld, bijvoorbeeld ventilatieventielen (luchtinlaatventielen) of gestuurde kleppen.
  2. De grootte van de openingen waardoor de verse lucht binnen komt, is maximaal 2 cm² per m³ geïnstalleerde ventilatiecapaciteit. Zie de tabel voor de te hanteren waarden voor de verschillende diercategorieën.

2. Ventilatie

  1. Het dierenverblijf heeft een mechanisch ventilatiesysteem op basisonderdruk. Een ventilatiecomputer stuurt zowel de grootte van de luchtinlaatopeningen als de ventilatoren aan.
  2. De te installeren ventilatiecapaciteit per uur moet minimaal gelijk zijn aan 1 m³ lucht per kg lichaamsgewicht (hierbij wordt uitgegaan van het maximale gewicht van de dieren). Zie  de tabel voor de te hanteren waarden voor de verschillende diercategorieën.

3. Toegangsdeuren

  1. De toegangsdeuren van de stal zijn zoveel mogelijk gesloten. De deuren mogen worden geopend voor het doorlaten van personen, dieren en goederen – zie 3b t/m 3e.
  2. Deuren groter dan 5 m² mogen maximaal 1 uur per dag open staan (de gezamenlijke tijd voor alle grote deuren in de stal). Deze deuren hebben een elektrisch systeem, waarbij de deur na doorgang van een voertuig, apparaat of persoon automatisch direct wordt gesloten.
  3. Deuren van maximaal 5 m² mogen alleen worden geopend voor directe doorgang en dienen daarna direct weer te worden gesloten. Deze deuren zijn voorzien van een deurdranger of een elektrisch systeem zoals in 3b.
  4. Bij het van beweiden van dieren zijn er deuropeningen waardoor de dieren de stal verlaten of terugkomen. Er is een voorziening aanwezig die zorgt dat bij openstaande deuren, de openingen direct weer dicht zijn na passage van de dieren. Bijvoorbeeld  door afdichtflappen in de deuropening.
  5. Een potstal (strostal) mag maximaal 8 keer per jaar worden ontmest. Het ontmesten moet zo kort mogelijk duren, maximaal 1 x per dag.

4. Ventilatieplan

Er is een ventilatieplan aanwezig, waarin staat uitgewerkt hoe is geborgd dat onder alle omstandigheden voldoende onderdruk in de stal aanwezig is en dat in hoofdzaak alle ventilatielucht de stal via de luchtwasser verlaat. Bij het openen van een deur is het mogelijk dat ook lucht de stal via de deuropening verlaat. Deze hoeveelheid moet tot een minimum worden beperkt. Met het ventilatieplan wordt aangetoond hoe aan de uitvoeringseisen 1b, 2a, 2b, 3b en (indien van toepassing) 3e is voldaan.

5. Registratieapparatuur

Er is registratieapparatuur aanwezig voor:

  • het registreren van het aanstaan van de ventilatie (urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator)
  • het meten van de capaciteit van de ventilatie
  • het registreren van de tijdstippen waarop de deuren open en dicht gaan (open en dicht zijn)

6. Luchtwassysteem

  • Aan de luchtuitlaat van het dierenverblijf is een luchtwassysteem gekoppeld.
  • Zie de systeembeschrijving van het betreffende luchtwassysteem voor de technische eisen aan het luchtwassysteem.

Gebruikseisen systeem

Voor de volgende systeemonderdelen gelden gebruikseisen:

  1. Ventilatie
  2. Registratiesysteem
  3. Luchtwassysteem

1. Ventilatie

  • De lucht uit het dierenverblijf gaat via het luchtwassysteem naar buiten. Met uitzondering van de punten die hierboven onder het kopje Toegangsdeuren zijn beschreven.
  • De grootte van de luchtinlaatopening is automatisch geregeld en is afgestemd op de actuele ventilatiebehoefte van de aanwezige dieren.

2. Registratiesysteem

Voor een controle op de werking van het ventilatiesysteem worden de volgende gegevens automatisch geregistreerd:

  • het aanstaan van de ventilatie
  • de capaciteit van de ventilatie
  • de tijdstippen waarop de grote deuren open staan, inclusief het aantal minuten per dag dat de grote deuren hebben opengestaan

De geregistreerde waarden worden minimaal 5 jaar bewaard.

3. Luchtwassysteem

Zie de systeembeschrijving van het betreffende luchtwassysteem voor de eisen aan het gebruik van het luchtwassysteem.

Meetrapporten

Niet van toepassing.

Tabel minimale ventilatiecapaciteit

Minimale ventilatiecapaciteit
Diercategorie Minimaal te installeren ventilatiecapaciteit (maximale ventilatiebehoefte) (o.b.v. 1 m³ per kg) Maximale grootte luchtinlaatopening (o.b.v. 2 cm² per m³ maximale ventilatiebehoefte)
Geiten ouder dan 1 jaar (HC1) 70 m³ lucht per uur 140 cm²
Opfokgeiten van 61 dagen tot en met 1 jaar (HC2) 50 m³ lucht per uur 100 cm²
Opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen (HC3) 14 m³ lucht per uur 28 cm²

Vorige versie

Systeembeschrijving OW 2017.07 is gebaseerd op BWL 2017.07.V1 van juli 2018.



delen

  • Delen op LinkedIn

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO