Middelings- en piekemissiebepaling bij luchtemissies van milieubelastende activiteiten
Algemeen uitgangspunt is dat het bevoegd gezag de halfuurgemiddelde concentraties toetst aan de emissiegrenswaarden voor emissies naar de lucht. Voor een aantal emissiesituaties kan het bevoegd gezag hiervoor een uitzondering maken. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de middelingsbepaling en de piekemissiebepaling.
Piekemissiebepaling
Piekemissies zijn incidentele hoge waarden in de halfuurgemiddelde concentraties of in de emissievracht per uur. Het bevoegd gezag beoordeelt wanneer het redelijk is om extra inspanning te vragen om de emissies van pieken te bestrijden. Daarbij houdt het bevoegd gezag rekening met de aard van de bronnen (bijvoorbeeld Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) met een minimalisatieverplichting) en de eventuele hinder.
Pieken die regelmatig optreden
Als in het emissieverloop regelmatig (enkele keren per dag) pieken optreden, is het emissieverloop in te delen als een fluctuerend emissiepatroon. Het bevoegd gezag kan dan de middelingsbepaling toepassen om het emissieniveau van de regelmatig optredende pieken te beoordelen.
Pieken die af en toe optreden
Het kan zijn dat pieken af en toe optreden, bijvoorbeeld 10 tot 15 keer per jaar. Voldoet de emissie zonder de pieken wel aan de emissiegrenswaarde, dan is het de vraag of bestrijding van de piekemissies de extra inspanning waard is. Dit is vaak niet het geval als de pieken een gezamenlijke vracht hebben van minder dan 0,2 keer de ondergrens. Door de geringe jaarvracht is het over het algemeen niet redelijk om de emissiegrenswaarden uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) op te leggen. Voor deze pieken kan het bevoegd gezag aangepaste concentratieniveaus en een maximale frequentie opnemen in een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift.
Middelingsbepaling
De emissiegrenswaarden voor emissies naar de lucht uit het Bal zijn van toepassing op de halfuurgemiddelde waarden. Maar emissies kunnen zo sterk variëren in de tijd dat het opleggen van emissiegrenswaarden voor halfuurgemiddelde concentraties niet realistisch is. In dat geval is middeling van de emissieconcentratie over een langere periode mogelijk. Dit komt vooral voor bij discontinue, fluctuerende emissies. De langere middelingsduur is nooit langer dan de emissieduur.