Toelichting op artikel 15.1.2 Bal (uitzonderingen)
Artikel 15.1.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) gaat over de uitzonderingen: wat valt niet onder de rijksregels voor gelegenheid bieden tot zwemmen of baden? Hierbij gaat het over een aantal specifieke badwaterbassins.
Wettelijke tekst artikel 15.1. lid 2, Bal
Dit hoofdstuk gaat over bepaalde specifieke situaties rond het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in badwaterbassins, namelijk:
- bij een huishouden
- in een badruimte of een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie
- dat ten hoogste 24 uur aaneengesloten op een locatie is opgesteld
- dat is bedoeld voor contact tussen mens en dier of
- aan boord van schepen die niet permanent zijn afgemeerd
Toelichting artikel 15.1, lid 2, Bal
a. bij een huishouden
In de toelichting op lid 1 staat al aangegeven dat de wetgever het gebruik van badwaterbassins binnen een huishouden door personen die daartoe behoren niet ziet als 'gelegenheid bieden tot' zwemmen of baden.
Als binnen een huishouden derden gebruikmaken van badwaterbassins, bijvoorbeeld als er iemand logeert of kinderen van de buren komen spelen, zou wel van 'gelegenheid bieden tot zwemmen en baden' kunnen worden gesproken. Het is niet wenselijk dergelijke situaties onder de rijksregels te brengen. Van de overheid kan niet worden verwacht dat ze binnen een huishouden aan zwemmen en baden door derden regels stelt en daarop toeziet. Dat bij het gebruik geen onaanvaardbare risico's voor gezondheid en veiligheid optreden, hoort bij de eigen verantwoordelijkheid van zowel diegenen die het badwaterbassin ter beschikking stellen als van diegenen die er gebruik van maken.
Bij verschillende activiteiten onder het Bal heeft de wetgever niet alleen activiteiten binnen het huishouden buiten het toepassingsbereik van de rijksregels gehouden, maar ook activiteiten die plaatsvinden bij het uitoefenen van beroep of bedrijf aan huis. Bijvoorbeeld als het badwaterbassin in gebruik is in het kader van een fysiotherapiepraktijk aan huis. In dit hoofdstuk is de uitzondering beperkt tot het huishouden.
b. in een badruimte of een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie
Toelichting artikel 15.1, lid 2, onderdeel b (nieuw) n.a.v. wijzigingsbesluit 2020-400.
Vergelijkbaar met onderdeel a worden ook in dit onderdeel situaties uitgezonderd die veel overeenkomsten vertonen met een huishouden.
Het betreft allereerst de badwaterbassins in een badruimte van een logiesfunctie. Een logiesfunctie is in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) omschreven als een 'gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen'. Voorbeelden van een logiesfunctie zijn een hotel, een vakantiehuisje, appartement of woning of een groepsaccommodatie zoals een vakantieboerderij.
Een badwaterbassin in een badruimte van een logiesfunctie is uitgesloten van het toepassingsbereik, ook als in deze situaties sprake is van gezamenlijk gebruik, zoals bij een badkuip in een gedeelde badkamer in een hostel.
Daarnaast heeft de uitzondering betrekking op andere badwaterbassins bij een logiesfunctie die niet gebruikt worden door meer dan een logiesverblijf, en in de zin van artikel 2.7 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) dus niet-gezamenlijk zijn. Een logiesverblijf is in bijlage I, deel B, Bbl, gedefinieerd als een 'voor een enkele persoon of een afzonderlijke groep personen bestemd gedeelte van een logiesfunctie'.
Een niet-gezamenlijk badwaterbassin is gelet op het voorgaande bijvoorbeeld een zwembad in de tuin van een vakantieverblijf, uitsluitend bedoeld voor één logiesverblijf. Een dergelijk badwaterbassin valt niet onder het toepassingsbereik. Als een zwembad bij een logiesfunctie – of het water daaruit – dienstdoet voor meer dan 1 logiesverblijf, valt deze wel onder het toepassingsbereik van artikel 15.3 Bal.
c. dat ten hoogste 24 uur aaneengesloten op een locatie is opgesteld
Toelichting artikel 15.1, lid 2, onderdeel c (nieuw) n.a.v. wijzigingsbesluit 2020-400.
Een badwaterbassin dat ten hoogste 24 uur op een locatie is opgesteld, valt buiten het toepassingsbereik. Het gaat hier nadrukkelijk om het tijdelijk opgesteld zijn van een badwaterbassin, niet om het tijdelijk gevuld zijn van een badwaterbassin.
Voorbeelden van badwaterbassins die onder deze uitzondering vallen zijn een opblaasbaar bassin bij een buurtfeest, een waterattractie die tijdens een straatfeest wordt opgesteld, of een waterbak die voor enkele uren wordt geplaatst voor een obstacle run.
Bij een dergelijk tijdelijk opgesteld badwaterbassin is het risico op gezondheidsschade als gevolg van de kwaliteit van het water over het algemeen beperkter. Bovendien zal minder snel sprake zijn van een commerciële organisatie. Van de overheid kan eigenlijk niet verwacht worden dat ze ook in dergelijke situaties bescherming biedt. Het onder de regelgeving brengen van dergelijke situaties suggereert een aandacht van de overheid die ze niet kan waarmaken. Bij het gebruik van dergelijke badwaterbassins staat de eigen verantwoordelijkheid van gebruikers voorop.
d. dat is bedoeld voor contact tussen mens en dier
Toelichting artikel 15.1, lid 2, onderdeel d (nieuw) n.a.v. wijzigingsbesluit 2020-400.
Van het toepassingsbereik van het hoofdstuk zijn waterbassins bedoeld voor contact tussen mens en dier uitgezonderd. Een voorbeeld hiervan vormen de zogeheten fish spa's. Dit zijn bassins met vissen, doorgaans van het soort Garra rufa, waarin gebruikers armen, voeten, of zelfs het gehele lichaam dompelen. Het is daarbij de bedoeling dat de vissen gaan knabbelen aan de ledematen of het lichaam. Waar nodig kunnen gemeenten de hygiëne van dit soort bassins reguleren, met als basis de Wet publieke gezondheid. Een ander voorbeeld van waterbassin bestemd voor contact met dieren is een bassin waarin bezoekers samen met dolfijnen in het bassin zijn en zo de dolfijnen kunnen aanraken. Het gaat er dus om dat contact met dieren de hoofdzaak is.
De uitzondering heeft geen betrekking op situaties waarin een enkel dier in het waterbassin aanwezig zou zijn, zoals in een zwemvijver aan de orde zou kunnen zijn. Ook het in een waterbassin dat primair voor baden of zwemmen is bedoeld uitzetten van een enkele vis valt niet onder deze uitzondering, en kan dus ook niet worden gebruikt om onder de regels van het Bal uit te komen.
e. aan boord van schepen die niet permanent zijn afgemeerd
Toelichting artikel 15.1, lid 2, onderdeel e (nieuw) n.a.v. wijzigingsbesluit 2020-40.
In onderdeel e is een uitzondering opgenomen voor het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een badwaterbassin aan boord van niet permanent afgemeerde schepen.
Een voorbeeld hiervan is een badwaterbassin aan boord van een cruiseschip. De regels in dit hoofdstuk zijn niet toegesneden op dergelijke badwaterbassins. Zo is het bijvoorbeeld niet goed mogelijk een laboratorium langs te laten komen om te controleren op de waterkwaliteit volgens een in dit hoofdstuk voorgeschreven meetfrequentie.
Overigens heeft de World Health Organisation (Wereldgezondheidsorganisatie) regels gesteld over zwembaden en spa's aan boord van internationale (cruise)schepen. Die vormen onderdeel van de beoordeling door GGD'en in het kader van de afgifte van de zogeheten Ship Sanitation Certificate.
Voor permanent afgemeerde schepen (zoals een botel) met badwaterbassins aan boord geldt het hoofdstuk wel.