Toelichting op artikel 15.7 Bal (maatwerkvoorschriften)
Artikel 15.7 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) bevat bepalingen over maatwerkvoorschriften: waarom en waarover.
Wettelijke tekst artikel 15.7, Bal
Lid 1: een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld over artikel 15.5 en de afdelingen 15.2 en 15.3, met uitzondering van bepalingen over meldingen.
Lid 2: met een maatwerkvoorschrift kan worden afgeweken van afdelingen 15.2 en 15.3 tenzij anders is bepaald.
Lid 3: een maatwerkvoorschrift kan worden gesteld met het oog op de belangen, bedoeld in artikel 15.2.
Toelichting artikel 15.7, Bal
In dit hoofdstuk is aangesloten op de keuzes die in het Bal zijn gemaakt over maatwerkvoorschriften (en maatwerkregels). In paragraaf 3.4 van het algemeen deel van de Nota van Toelichting bij het Bal (Stb. 2018, 293) zijn die keuzes nader toegelicht.
Toelichting artikel 15.7, lid 1, Bal
Het lid 1 van artikel 15.7 geeft het bevoegd gezag de bevoegdheid om maatwerkvoorschriften te stellen over de specifieke zorgplicht en afdelingen 15.2 en 15.3. Een voorbeeld daarvan is het aanvullen van de regels in afdeling 15.2.
Het resultaat van de dagelijkse metingen hoeft bij badwaterbassins waarin het water wordt gedesinfecteerd en overige badwaterbassins niet aan het bevoegd gezag te worden verstrekt.
Als het bevoegd gezag deze informatie wil ontvangen, kan het een maatwerkvoorschrift opleggen met het verzoek deze informatie te verstrekken.
Maatwerkvoorschriften zijn niet mogelijk over meldingen. In dit hoofdstuk is de keuze gemaakt of een activiteit waarvoor het Rijk regels stelt, wel of niet gemeld moet worden. Deze keuze is gebaseerd op de mogelijke gevolgen van de activiteit voor de fysieke leefomgeving en voor belanghebbenden. Als gebaseerd op die afweging een meldplicht is ingesteld, past het niet dat deze lokaal weer wordt 'uitgezet'.
Ook de gegevens en documentatie die bij een melding worden verstrekt kunnen lokaal niet worden aangepast.
Toelichting artikel 15.7, lid 2, Bal
Maatwerkvoorschriften kunnen de algemene regels van dit hoofdstuk niet enkel aanvullen, maar er ook van afwijken.
De bevoegdheid om af te wijken van de algemene regels is gegeven in het tweede lid. Afwijken van de specifieke zorgplicht is vanzelfsprekend niet mogelijk.
Door de koppeling van de specifieke zorgplicht aan de oogmerken van artikel 15.2 – die de begrenzing vormen van de belangen waarvoor algemene regels zijn gesteld – moet een maatwerkvoorschrift altijd binnen de reikwijdte en strekking van de specifieke zorgplicht blijven.
Afwijken van afdeling 15.2 en 15.3 is wel mogelijk, tenzij in die hoofdstukken anders is bepaald.
Een voorbeeld van het afwijken van de regels in afdeling 15.2 is het afwijken van een kwaliteitseis. De regels voor badwaterbassins waarin het water wordt gedesinfecteerd gaan uit van toepassing van chloorverbindingen. De kwaliteitseisen voor het bassinwater bevatten daarom ook een minimumeis over het gehalte aan vrij chloor.
Andere desinfectie via maatwerk
Het is op zich mogelijk om een adequate desinfectie van het bassinwater te bereiken op een andere manier dan door middel van chloorverbindingen. Mocht een initiatiefnemer daarvoor willen kiezen en in het geheel geen chloorverbindingen toepassen, dan kan deze een maatwerkvoorschrift aanvragen om af te wijken van de kwaliteitseisen van dit hoofdstuk die uitgaan van toepassing van chloorverbindingen. Uiteraard zal de initiatiefnemer bij een zodanige aanvraag moeten aantonen dat bij toepassing van een ander desinfectiemiddel nog altijd sprake is van het beschermen van de gezondheid van de gebruiker, een van de oogmerken van de regels over zwemmen of baden in een badwaterbassin. Het bevoegd gezag kan bij het stellen van het maatwerkvoorschrift zo nodig een andere kwaliteitseis stellen, afgestemd op het toegepaste desinfectiemiddel.