Bodemvoorschriften mestvergistingsinstallatie (paragraaf 4.88 Bal)
Voor mestvergistingsinstallaties gelden bodemvoorschriften uit paragraaf 4.88 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). Het gaat om voorschriften om verontreiniging van de bodem te voorkomen.
Wanneer zijn de regels van toepassing
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.88 valt en
- uw activiteit onder paragraaf 3.6.8 Bedrijf voor mestbehandeling valt.
Aaneengesloten bodemvoorziening
De vergistingstank en de na-opslag van de vergiste biomassa (in vaktaal: het digestaat) moeten op een aaneengesloten bodemvoorziening staan (artikel 4.877 Bal). Dit is meestal een betonvloer of een asfaltvloer. Als bewerking van het vergistingsgas plaatsvindt, bevindt ook dit deel van de installatie zich boven een aaneengesloten bodemvoorziening.
De onderdelen van de installatie hoeven niet op dezelfde aaneengesloten bodemvoorziening te staan. Dit mogen verschillende aaneengesloten bodemvoorzieningen zijn.
Meer informatie
Meer informatie vindt u op de pagina Bodembeschermende voorzieningen. Op deze pagina zijn de eisen waaraan een bodembeschermende voorziening (zoals een aaneengesloten bodembescherming) moet voldoen, verder uitgewerkt. Ook vindt u op deze pagina informatie over de specifieke zorgplicht.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast bodemvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de overzichtspagina Inhoudelijke regels Mestvergistingsinstallatie.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.