Dit valt onder afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-installatie
De milieubelastende activiteit afvalverbranding die plaatsvindt in een andere milieubelastende installatie of buiten een installatie, wordt in paragraaf 3.2.15 van het Bal aangewezen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het verbranden in de openlucht (zoals snoeihout, paasvuren, vreugdevuren).
Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral verontreiniging van de bodem, verontreiniging van de lucht, lozingen en ondoelmatig beheer van afvalstoffen.
De milieubelastende activiteit afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-installatie, is een bedrijfstakoverstijgende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Het gaat om het verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.
Dit valt niet onder de milieubelastende activiteit
Als de stookinstallatie een IPPC-installatie is, dan valt het verbranden niet onder de regels van paragraaf 3.2.15. Zie voor deze afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie de milieubelastende activiteit verbranden van afval in een IPPC-installatie.
Bij een IPPC-installatie gaat om het verbranden van
- ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur
- gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag
Ook gelden de regels niet voor:
- het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen die nog niet zijn ingezameld of afgegeven
- het verbranden van dierlijke meststoffen
Deze milieuregels uit het Bal gelden voor afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-installatie
Bij de milieubelastende activiteit staat welke inhoudelijke regels uit de hoofdstukken 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist voor afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-installatie
Er is een omgevingsvergunning nodig voor het verbranden van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen. De omgevingsvergunning is nodig om te beoordelen of sprake is van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
Bij de hierboven genoemde vergunningplichtige activiteit geldt een vergunningplicht ook voor het lozen van afvalwater op een oppervlaktewater.
Er is geen omgevingsvergunning nodig voor het verbranden van biomassa in een stookinstallatie. Het gaat om biomassa zoals bedoeld in de Richtlijn industriële emissie en veehouderijen (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup); in de Nl wetgeving heet dit Rie-Biomassa. De vrijstelling is relevant voor de situatie dat de biomassa een afvalstof is. Met de vrijstelling wordt de inzet van biomassa eenvoudiger gemaakt. Er gelden wel voorwaarden om onder de vrijstelling te vallen:
- Er moet sprake zijn van nuttige toepassing (en niet van verwijdering). Om te verzekeren dat sprake is van nuttige toepassing geldt als voorwaarde dat de vrijkomende warmte nuttig wordt gebruikt. Er is in ieder geval sprake van nuttig gebruik van vrijkomende warmte wanneer een installatie voor het verbranden van Rie-biomassa een jaargemiddeld warmterendement heeft van 80%, berekend op de onderste verbrandingswaarde.
- Het recyclen van de biomassa heeft niet de voorkeur op verbranden. In het Landelijk afvalbeheerplan is aangeven in welke gevallen recycling al dan niet de voorkeur heeft boven verbranding.
- Het nominaal thermisch ingangsvermogen van de stookinstallatie is maximaal 15 megawatt.
Milieueffectrapportage
Het kan zijn dat voor deze milieubelastende activiteit een mer-beoordelingsplicht of een mer-plicht geldt. Dit kunt u afleiden uit bijlage V van het Omgevingsbesluit. Wilt u weten of mer verplichtingen geeft? Vul de mer-scan in of lees verder over milieueffectrapportage.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In de hoofdstukken 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden voor afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-installatie
Niet alle regels voor afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-afvalverbrandingsinstallatie, staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- een eventuele omgevingsvergunning
- lokale regelgeving. Met lokale regelgeving bedoelen we bijvoorbeeld het omgevingsplan van de gemeente, de omgevingsverordening van de provincie en de waterschapsverordening van het waterschap. Welke lokale regels gelden voor een bepaalde locatie kunt u het beste checken met het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Meer informatie